Thomas Hamson en René Flaming in " Thaïs
Nino Machaidze als Thaïs
Thaïs de slavinnen Crobyle en Mystrale .
Kloosterscéne uit Thaïs Opera Bonn
Klooster scène uit Thais met Vina Bovy Opera Gent 1951

" Thaïs "

Vina Bovy als Thaïs te Gent 1920 toen nog Malvina Bovy.

Vina Bovy als Thaïs te Gent 1920 toen nog Malvina Bovy.

Opera in drie akten en zeven tonelen van Jules Massenet.

Libretto van Louis Gallet naar een roman van Anatole France

 Inleiding.

Toen Anatole France voor het eerst de muziek hoorde die Massenet had gecomponeerd voor het libretto dat Louis Gallet gedistilleerd had uit de roman van de beroemde schrijver, betitelde hij de toondichter als " maitre adorable ". Hij dankt Massenet omdat hij Thaïs tot de hoogste rang van de lyrische heldinnen had verheven en er aan toegevoegd; "je bent mijn eerste roem".Dank U.

Men moet alles in zijn  tijd plaatsen " Thaïs " werd inderdaad voor het eerst opgevoerd in 1894. Het werk volgde onmiddellijk op zijn " Werther die in Wenen de première vond, omdat men te Parijs nog niet voldoende vertrouwen had in Massenets kunde. Men zou spoedig van idee veranderen, want de meester wordt wel eens " Le compositeur des dames " genoemd. Hij mocht zich weldra op een zéér grote populariteit verheugen. Zijn populariteit houdt nog steeds stand in onze huidige muziekwereld, en hij wordt nog altijd tot één van de grootmeesters van de Franse opera gerekend. Thaïs is het eerste werk dat op een libretto was gebaseerd waarvan de tekst niet in rijm was gezet. Men sprak toen van Gallets " poézie melique ". Thans zou men spreken van  "ritmische proza " of " rijmeloze verzen " . Volgens velen is dit de enige literaire vorm die de componist kan inspireren tot vrije en ongedwongen melodische structuur. Wat men in de twintigste eeuw onmiskenbaar heetf opgevolgd en uitgevoerd.

Rolverdeling                         stem                       Eerste cast 

Anthanaël, Cenobiet ---------------------------- bariton ----------------------------François Delmas

Nicias, jonge sybariet -----------------------------tenor ------------------------------ Albert Alvarez

Thaïs, courtisane ------------------------------- Lyrische sopraan -------------------Sibyl Sandersen

Palemon, oude Cenobiet ---------------------------bas ---------------------------François Delpouget

La charmeuze ( in het ballet)---------------coloratuur-sopraan -----------------------???????????----

Crobyle, slavin -------------------------------------sopraan ------------------------------Jeanne Marcy

Myrtale, slavin-----------------------------------mezzo-sopraan --------------------Meyrianne Héglon

Albine, absis --------------------------------------------alt --------------------------------Louis Beauvais

Een dienaar --------------------------------------bariton--------------------------- Euzet                         

Plaats en tijd: Alexandrië rond vierde eeuw na Christus. 

Akt. 1

1° Toneel: een nederzetting van Cenobieten (godsdienstige sekte) aan de oever van de Nijl.

De monniken zijn aan het eten als Athanaël terug komt van een tocht naar Alexendrië. Deze is onder de indruk van de actrice en courtisane Thaïs die in deze stad furore maakt, temeer daar hij haar als jonge man gekend heeft toen hij nog in Alexandrië woonde voor hij monnik werd. In zijn slaap heeft hij een visioen van Thaïs als priesteres van Venus. Ontwakend deelt hij de broeders mee dat hij naar Alexandrië terug gaat om Thaïs tot het Christendom te bekeren en haar ziel te redden.

2° Toneel: het terras voor het huis van Nicias in Alexandrië, met een panorama over de stad.

Athanaël wordt door een knecht wegegejaagd, die hem voor een bedelaar houdt, maar laat zich bij diens meester aanmelden. Wachtend op de komst van Nicias zingt hij zijn aria: ( " Voia donc terrible cité") waarin hij zijn zondige vaderstad Alexandrië vervloekt. Nicias herkent in hem zijn jeugdvriend, hoewel hij verbaasd is over zijn schamel voorkomen. Athanaël zegt dat hij gekomen is om kennis te maken met Thaïs , waarop Nicias hem meedeelt dat hij haar gunsten voor die week gekocht heeft en dat juist de laatste dag vandaag is. Hij verwacht haar ieder ogenblik en Athanaël wordt voor die gelegenheid in een behoorlijk kostuum gestoken. De twee slavinnen van Nicias,  Crobyle en Myrtale verzorgen zijn toilet. Thaïs komt nu met andere gasten op voor het banket dat Nicias voor haar afscheid voorzag. Athanaël spreekt haar streng aan wat in ieder geval de interesse van haar opwekt. (aria: " Qui te fais si sévère " .) Athanaël houdt nu een boetepreek tot ergernis en hilariteit van de andere gasten, en Thaïs daagt hem uit om Venus te trotseren.

Akt. 2

3° Toneel: een vertrek ten huize van Thaïs. Deze maakt haar toilet en mediteert voor haar spiegel over de nutteloosheid van het leven. Zij heeft angst voor de toekomst, wat zal er van haar worden als haar schoonheid zal verdwenen zijn. Zij roept de spiegel toe haar altijd te zeggen, dat zij mooi is, aria:( " Dis moi que je suis belle, eternellement " ) . Athanaël heeft haar uitdaging aangenomen en brengt haar een bezoek. Hij zegt haar even goed te beminnen als de andere mannen, maarop een ander manier, namelijk in de geest. Thaïs spot hiermee, maar Athanaëls optreden is zo indrukwekkend dat hij haar spoedig geheel domineert. Hij werkt op haar gevoel van onzekerheid en angst voor de toekomst, zeggend dat hij haar het eeuwige leven kan bieden. Thaïs is hiervan onder de indruk, maar de stem van Nicias, die haar buiten toezingt, doet haar terug twijfelen. Ten slotte zegt zij dat ze Thaïs wil blijven en in niets gelooft. Athanaël zegt echter dat hij tot de volgende morgen op de stoep op haar zal wachten.

INTERMEZZO, de beroemde  " MEDITATION " voor vioolsolo die de innerlijke strijd en bekering van Thaïs uitdrukt dient hier als naadloze verbinding tussen het 3de en 4 de toneel.

4° Toneel: De straat voor het huis van Thaïs. Athanëls wachten is niet voor niets geweest. In de vroege ochtend komt Thaïs buiten, in een eenvoudig gewaad, wekt hem en zegt dat zij hem zal volgen om naar het klooster der witte nonnen. Athanaël in zijn fanatisme zegt dat zij eerst al haar bezittingen moet verbranden om geheel met haar verleden te breken. Thaïs stemt daarmee in, maar wil toch een uitzondering maken voor een klein Eros-beeldje, het symbool der liefde ( aria: " L'amour est une vertu rare ") Als Athanaël echter hoort dat dit een geschenk is van Nicias is, verbrijzelt hij het en dan gaat hij met Thaïs binnen om haar huis in brand te steken. Intussen komt Nicias met een troep feestvrienden op.

Hier wordt in Parijs een ballet ingelast want in de tijd van Massenet was dit aan de Opera Comique te Parijs een verplichting, in iedere Franse opera moest halverwege een ballet komen. Niet in  de eerste akte maar gepland in de tweede akte. Dit waren regels contractueel vastgelegd. Dit was al een Franse traditie sedert de 17 de eeuw in Franrijk aan het koningshuis.

Massenet maakte ook een alternatieve versie zonder ballet. Hier wordt het ballet vervangen door een solo voor de coloratuur-sopraan " La Charmeuze " terwijl ook de slavinnen Crobyle en Myrtale een vocale partij krijgen.

Tot ieders verbazing en  spot komt Athanaël met Thaïs het huis uit. Deze zegt echter dat zij de bruid van God geworden is en de stad zal verlaten. Haar vrienden willen dit beletten en haar tegenhouden. Als ze merken dat het huis in brand gestoken is keren ze zich dreigend tot Athanaël. Om deze en Thaïs te redden gaat Nicias geld tussen de menigte gooien die daardoor wordt afgeleid, zodat Athanaël en Thaïs kunnen vluchten, na een kort afscheid van Nicias.

Akt.3

5° Toneel: een oase, dicht bij het witte nonnenklooster, Thaïs is uitgeput van de lange woestijntocht, maar Athanael drijft haar verder tot zij ineenzakt. Dit wekt Athanaëls medelijden  en zelf wroeging. Hij gaat water en vruchten voor haar halen en wijst haar het klooster waar zij nu dichtbij zijn. Thaïs is geheel veranderd en geëxalteerd (solo: "o messager de dieu ") Athanael brengt haar water en het fruit ( duet: " Baigne d'eau mes main et mes lèvres ") en geeft haar daarna over aan de nonnen, die voorafgegaan door de absis Albine naar de oase gekomen zijn . Hij neemt afscheid van Thaïs en kijkt haar lang na, tot zij in het klooster verdwijnen.

6° Toneel: De cenobieten nederzetting zoals in de eerste akte. Athanaël kan Thaïs niet uit zijn gedachten zetten. Hij heeft haar ziel gered, maar de zijne daarbij verloren. Vasten noch kastijding kunnen haar uit zijn gedachten verdrijven. Weer heeft hij visioenen van haar. Als hij hoort dat zij op sterven ligt, besluit hij haar te bezoeken. Deze twee scénes der derde akte worden in de meeste producties gecoupeerd( muzikaal is dit verantwoord), maar dramaturgisch niet.

7° Toneel: De tuin in het klooster. Thaïs licht op sterven en Albine leidt Athanal naar haar toe. De rollen zijn nu omgedraaid. Thaïs heeft hemelse visioenen en Athanaël tracht haar zijn laatste liefde te verklaren om te zeggen dat alles wat hij haar heeft voorgehouden leugens zijn. Zij is echter zo in haar extase dat zij hem zelfs niet hoort.( duet: " Te Souvient-il du lumineux voyage ") Zij sterft en Athanaël zakt wanhopig naast haar neer.

Historische actergronden en opvoeringen.

De eerste opvoering van Thaïs had plaats in de Parijse Opera op 16 maart 1894, onder Paul Taffanel met Massenets toenmalige vriendin Sibyl Sanderson als Thaïs, Jean-François Delmas en de tenor Albert Alvares als Nicias die te Gent gezongen had van 1887 tot 1899.

De eerste opvoering in de Verenigde Staten was bij Hammersteins Manhattan opera in New York op 25 november 1907 met de beroemde Mary Garden als Thaïs. Wellicht heeft zij het record van de meeste voorstellingen achter haar naam staan, zij zong die rol tot aan het einde van haar carrière in 1930, want de opera bleef ieder jaar op het programma staan waar zij ieder jaar deze rol bracht ook te Chicago met partners in de rol van Athanaël zoals : Renaud, Dufranne, Ruffo, Journet, Baklanoff, Courtreuil, Schwarz, Formiche en Marcaux. De Metropolitan Opera produceert de opera pas in 1917 met Geraldine Farrar in de hoofdrol. Rond die tijd vertolkte Mary Garden deze rol in de stomme film van " Thaïs " welke als document vewaard wordt in het New Yorkse Museum of Modern Art. Een eerste Engelse opvoering was in Covent Garden 1911, met Louise Edvina en Dinh Gilly. Vanaf de jaren dertig in de vorige eeuw is deze opera als repertoirestuk geleidelijk aan verdwenen. In de jaren veertig had de Frans-Amerikaanse sopraan Lily Pons er nog echter groot succes mee.

Historische opvoeringen aan de lage landen.

 In Nederland was Thaïs natuurlijk een der meest populaire opera's der Franse Opera, Het laatst met Emma Luart en Leopold Rozen tijdens de eerste wereldoorlog. Nadien voerde  de Italiaanse Opera  het werk nog eens op in 1936 met Alida Vane en Francesco Valentino.

In Brussel staat het werk nog regelmatig op het programma van de Munt. Het laatst met Micheline Sanders en Gilbert Dubuc. De eerste vertoning in Gent met Caux als Thaïs is van 1903 met Boulogne als Athanël  en Audisio als Nicias. De opera heeft regelmatig het podium gehaald in 1920 met Vina Bovy als Thaïs toen noemde ze nog Malvina Bovy, ze zou haar naam veranderen in 1922 nadat  ze naar de Muntschouwburg in Brussel ging zingen, ze zou die rol ook nog vertolken in de herfst van haar carrière in 1951 toen ze zelf de directie van de koninklijke opera te Gent waarnam. Na Bovy hadden we ook nog Auber en Petrignani als Thaïs . Vanaf 1971 hadden we een beroemde Thaïs met T'Hézan en Jean Laffont als Athanaël en Deruwe als Nicias , De Gruyter als Albine, Van Parijs als Crobyle, Kiersbulck als Myrtale onder de leiding van Ledent. Pierre Van Hecke de toenmalige concertmeester schitterde altijd met de vioolsolo " Meditation ". We tellen in het totaal 59 voorstellingen.

Historische opnames en cinégrafie.

Terug zijn er van deze opera zéér weinig volledige opnames beschikbaar, ik heb er maar 22 gevonden.

1) Een eerste die we als historisch kunnen beschouwen is van 1944 onder Jules Gressier met Ellen Doria als Thaïs, Paul Cabanel als Athanaël en George Noé als Nicias, reeds op  compact disc verkrijgbaar Opera d'Oro OPD 1409 ( 2CD's) vanaf 2004.

2) Een tweede mooie en eigenlijk ook een met historische waarde van 1961 onder Jézus Etcheverry met Renée Doria als Thaïs, Robert Massard als Athanaël en Micjel Sénéchal als Nicias op Black Disque Vega VAL 22 ( 3 LP's) en ook op compact disc beschikbaar vanaf 2004 Accord 149179( 2CD's)

3) De enige op DVD van 2002 onder Marcelle Viatti met Eva Mei als Thaïs, Michel Perturi als Athanaël en William Joyer als Nicias. Op DVD (video) Dynamic 33 427 vanaf 2011. 

" Meditaion de Thaïs "

De jonge violiste is Masha Marshon ( 11 jaar) met het Philharmonisch orkest van Israel. (2015)

" Thaïs " Renée Flemming (2009)

Renée Flemming met de aria : " Dis moi que je suis belle ".

" Thaïs " Eva Mei (2003)

Evan Mei met de aria: " l'Amour est une vertu rare ".

" Thaïs " Barbara Frittoli als Thaïs - Torino 2008.

Sibyl Sanderson (1864-1903)

Sibyl Sanderson was een beroemde Amerikaanse sopraan tijdens de Parijse Belle Epoque. Ze werd geboren in Sacramento, Californië . Haar vader Silan Sanderson was een Amerikaans politicus en advocaat. Na zijn dood in 1886 verhuisde haar moeder met haar twee dochters terug naar Parijs. Sibyl bleek een uitzonderlijk begaafde zangeres te zijn en debuteerde op het podium van de " Opéra Comique, met name in de werken van Massenet. Ze was Massenets favoriete sopraan en zong verschillende premières van zijn werken . Ze was voor Massenet wel meer dan maar de operasopraan, want hij componeerde verschillende rollen speciaal voor haar stem. Ze debuteerde in de titelrol van 3 Esclamonde ". Ze was ook een beroemde vertolkster van Manon, Massenet's lievelingswerk. Sibyl werd ook bewonderd door Camille Saint-Saënt, die schreef de titelrol van zijn " Phryne " voor haar. Buiten Parijs was de doorbraak heel moeilijk. Toch had ze enkele voorstellingen van " Manon " aan de Metropolitan in New York in 1895 ook in Covent Garden haar laatste voorstelling had plaats op 31 december 1901 in " Romeo en Juliette " van Gounod. Ze huwde in 1897 met een Cubaanse suiker fabrikant Antonio Terry en stopte tijdelijk met haar podium prestaties, maar twee jaar later mislukte haar comback. Ze kwam in een depressie terecht en ziektte en alkolisme bracht haar aan lager wal, de ziekte zorgde dat ze overleed aan een griep die overging in een fatale longontsteking. Ze stierf op 16 mei 1903 op amper 38 jarige leeftijd. Maar ze lag toch nog aan de basis van de start van de loopbaan van haar leerling Mary Garden.

Jean-François Delmas (1861-1933)

Deze Franse bas-bariton werd geboren op 4 april 1861 en overleed op 21 september 1933. Hij creëerde rollen van Franse opera's in Parijs onder andere in Thaïs. Hij werd geboren in Lyon en studeerde aan het conservatorium van Parijs en behaalde er de eerste prijs voor lyrische zang. Hij maakte er zijn debuut als Saint-Bris in " Les Hugenots " in de Parijse Grand Opéra. Hij zou er blijven zingen tot 1927. Hij zong zelden in het buitenland en als toch enkele buitenlandse optredens waren zou dit in het Franse repertoire zijn. Hij ambieëerde niet direct een internationale loopbaan. Hij stond bekend om zijn krachtige stem met gelijkmatigheid met een sonore kwaliteit in het basbereik in een uitgebreid bovenregister, waardoor hij klassieke basrollen zong in het Franse repertoire. Ook zong hij in het Franse repertoire in Sint-Petersburg, in SanCarlo in Lissebon en aan het " Montecarlo Opera Huis " in Monaco. Hij maakte toch enkele opnamen op de lebels pathé,Zonophone, odéon en Opera Saphir. Zijn opnames zijn zéér gezocht bij verzamelaars.
Hij creëerde rollen in " Le Mage " van Amzou, " Messidor " van Mathias, " Ariane " van Périthoüs, " Mona Vanna " van Marco Coloma, " Roma " van Fabius, en zong ook de Franse première van " Fervaal " van Arfagard.
Hij overleed op 72 jarige leeftijd in Saint-de-Mouthel en werd begraven bij zijn vrouw in Montmartre. Zijn vrouw was ook een bekende sopraan Blanche d'Ervilly (1853-1920).

Albert Alvarez (1861-1933)

Eerst was hij bandleider van een militaire kapel, maar in 1883 ontdekte hij zijn stem en begon hij zijn zangstudie bij Martini in Parijs. In 1887 debuteerde hij in de opera van Gent in Gounods " Faust ". Hij zong er tot 1899 ondertussen debuteerde hij ook in Lyon en Marseille in 1892 kwam hij ook aan de grote Opéra van Parijs. Hij zong in 1894 de première van Massenet's " Thaïs " als Nicias. In 1895 zong hij de wereldpremière van " La Montagne Noire " van August Holmes. Twee jaar later zong hij de rol van Walther von Stolzing in de Parijse première van Wagner zijn " Meistersinger " in de Franse versie. In 1901 creëerde hij " Astarte " van Xavier Leroux, in 1906 creëerde hij in de opera " Le fils de l'Etoile " van Camille Erlanger. Hij creëerde nog verder werken van Victor Duvernoy, Paul Vidal, Ernest Guiraud. In Monte Carlo speelde hij wereldwerken als " Messaline " van Delare en " Hélène " (opgedragen aan de sopraan nellie Melba) van Saint-Saëns in 1904. Van 1893 tot 1903 was hij bijna elk jaar te Gast bij Covent Garden in Londen. Hij zong er van de componist Massenet zijn opera " Navarraise ". In 1893 zong hij er de première van " Amy Robsaart " van Isidore Delare. In de speelseizoenen 1899-1903 verscheen hij ook aan de Metropolitan in New York hij debuteerde er als Romeo in " Romeo en Juliette " van Gounod In 1907 ondernam hij een grote tournee toer in België en Duitsland. hij keerde terug naar zijn Grand Opéra van Parijs en eindigde daar zijn loopbaan als zang pedagoog aan het conservatorium van Parijs. hij overleed in Nice in 1933, hij was 72 jaar..

Albert Alvarez (1861-1933)

Albert Alvarez " Salut, ô mon dernier matin " . Een aria uit " Faust " de opera waarmee hij debuteerde te Gent in 1887. Opname 1904 op Pathé.

Jean François Delmas (1861-1933)

Jean François Delmas (1861-1933) een Franse bas-bariton. Het is niet altijd zo dat aan het einde van de 19de en begin 20ste eeuw van de zangers die de eerste keer een opera of operette creëerden, van deze opera opnamen zijn gemaakt. 130 Jaar terug stonden de akoestische stem opnametechnieken nog duidelijk in hun kinderschoenen . Ook vele opnamen zijn door de tand des tijds verloren gegaan. Bij Delmas hier hebben we een aantal fragmenten uit " Don Giovanni, Die Walkure, La Damniation de Faust, Faust, Les Huguenots, Qaund la Flame de l'amour " van Bizet, te horen en kan ik zeggen dat deze historische opnamen (1902 - 1905) nog best genietbaar zijn.

Meest recente reacties

23.11 | 07:47

https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/

13.11 | 11:59

ik deed nog een componist er bij

https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/

09.11 | 12:11

https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8

28.10 | 20:09

Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo

Deel deze pagina