Welkom op deze website
" Le convenienze ed inconvenienze teatrali "
Opera éénakter van Gaetano Donizetti (opera-bouffe).
naar de beroemde komedie van Antonio Simone.
Inleiding.
De eerste versie van dit werk was een éénakter en droeg de titel " De convencenze teatrali " die ging in première in het " Teatro Nuove " in Napels op 21 november 1827. Een herziene versie in 2 bedrijven ging op 20 april 1831 in première aan het Teatro della Connobiana " te Milaan. Meestal wordt tegenwoordig de tweede versie opgevoerd.
De eerste versie, de éénakter werd gecomponeerd in één maand tijd in 1827. Donizetti lag onder contract bij de impresario Domenico Barbaja en had er mee ingestemd enkele producties te componeren voor gala-avonden, die bedoeld waren om publiek aan te trekken, de compositie van deze kleine opera was dan ook in die functie geschreven. De première was een groot succes mede dankzij de aanwezigheid van de legendarische buffo bariton Gennaro Luzio, die de rol van " La Mamma Agata als een travestierol zou brengen.
Vier jaar later in de lente van 1831, toen het centrum van de muzikale activiteit van Donizetti zich verplaatste naar Milaan herschreef Donizetti dit werk naar een andere komedie van Sangrafi, hij herwerkte de compositie tot een opera buffo in twee bedrijven en kreeg de titel " La convenienze ed inconvenienze teatrali ". Het werk was ook succesvol in Wenen in1840, twee jaar later was er een herneming in Milaan aan de Scala in 1842 maar daar werd het werk maar matig onthaald. Donizetti hield zelf veel van dit werk en was van plan dit in 1845 te herschrijven naar een derde versie. Het is er echter nooit van gekomen want in die tijd was Donizetti al ernstig ziek. Dit werk sukkelde in de vergetelheid en zou pas herontdekt worden in de 20ste eeuw tijdens een Rossini Festival in 1963 en sedertdien is dit werk terug regelmatig in productie onder de naam " Viva la mamma ".
Rolverdeling stem cast 1827 .
Daria, prima donna ---------------------------- sopraan ------------------------------Fanny Corri-Paltoni
Procolo, haar echtgenoot --------------------- bariton ------------------------------------ Cesari Badiali
Luigia , seconda donna ------------------------ sopraan -------------------------------------- ????? --------
Mamma Agata, haar moeder ------------------ bas-buffo ------------------------------- Gennario Luzio
Frescopane de dirigent ------------------------ alt -------------------------------------------- ????? --------
Giglielmo, Duitse tenor ------------------------ tenor ------------------------------- Giuseppe Giordano
Biscroma, componist --------------------------- bariton ------------------------------------- ????? ---------
Prospero een dichter --------------------------- bas-buffo ------------------------------- Vincenzo Galli
De impresario ----------------------------------- bariton ------------------------------------- ????? ---------
De theaterdirecteur --------------------------- stommerol ---------------------------------- ????? --------
Tijd en plaats: einde 18de eeuw in een theater te Florence.
Synopsis.
In het amateurtheater in Florence gaat het met de repetities van een nieuwe opera niet goed ( koor: " cori, attendi "?) De componist Biscroma geeft zijn advies aan de prima donna Daria, terwijl de dirigent Dorotea Frescopane de tweede sopraan Luigia en de Duitse tenor Guglielmo klagen dat er geen aandacht voor hun rol is.
Mamma Agato, Luigia's moeder komt op en eist dat de componist voor haar dochter een solo componeert in een duet met de prima donna (duet: " Lazzanune scouzacane ") . De impressario kondigt aan dat de dirigent is gevlucht en dat la mamma Agata zich aanbiedt om hem te vervangen. Er volgt een demonstratie van haar talent in een duet met de tenor. ( trio: " Per me not calmed trovo ") , maar de tenor staat daar niet achter en vertrekt op zijn beurt. Hij wordt in een oogwenk vervangen door Procolo de echtgenoot van Daria de prima donna die beweert de rol uit haar hoofd te kennen.
De repetitie wordt hervat met een ( sextet: " Livorno dieci aprile "). Maar ondertussen heeft de directeur het theater verleten om de politie op te roepen om de zangers weer aan het werk te krijgen, omdat het publiek al voor het theater staat aan te schuiven voor de voorstelling. La mamma Agata zingt hier haar geweldige ( aria: " Assisa a pi d'un sacco ") . Maar uiteindelijk annuleert de directeur van het theater de voorstelling omdat de muzikanten staken en ook alle ander acteurs, de activiteiten en verdwijnen van het podium omdat ze dan ook de voorschotten van hun optreden niet moeten terug betalen, de opera repetisies eindigen in een volledige chaos.
Historische uitvoeringen.
Zoals hoger vermeld was de wereldpremière op 21 november in het " Teatro Nuovo " in Napels.Volgens de Napolitaanse traditie bevat de originele versie dialogen in het Napolitaans.
Antonio Taglioni ontdekte in de bibliotheek van het conservatoruim van San Pietro in Napels een handgeschreven kopie van het libretto van de eerste versie in één bedrijf, goedgekeurd door de Napolitaanse censuur en ondertekend door Dominico Gilardoni een van de librettisten van Donizetti in die tijd van zijn loopbaan. Men kan echter niet bepalen of die wel een kopie van de echte auteur van dit libretto is. Wat wel zeker is, Donizetti heeft samengewerkt met Domenico Gilardoni, het lijkt onwaarschijnlijk dat Donizetti zelf deze passages zou hebben geschreven. Hector Berlioz woonde de voorstelling van de tweede versie in 1831 bij aan het " Teatro del Fondo " in Napels, Berloz had heel veel respect voor de composities van Donizetti in die periode. Ook te Milaan volgde een voorstelling in 1831 en ook deze voorstelling was succesvol . In 1840 volgde in Wenen een voorstelling aan het "theater am Kärntner ". In 1842 was de voorstelling te Milaan en Londen en kwam het werk in verval. De geplande herwerking door Donizetti in 1845 is altijd onvoltooid gebleven door de ziekte van de componist.
In 1963 zou in Sienna de eerste heropvoering worden van dit werk op het Donizetti Festival aldaar. Dit was de volledige herontdekking van deze super geestige opera buffo. Sindsdien ziet het werk terug regelmatig het podium maar nu in twee bedrijven onder verschillende titels waarvan meestal " Viva la mamma " wordt gebruikt.
Discografie en Cinégrafie.
In totaal heb ik 10 volledige opnamen gevonden:
1) 1963 onder Bruno Rigacci met het orkest "Dell'Angelicum van Milaan, met Renato Capecchi, Mariella Adam, Herbert Handt en Neo Nucci. op black LP. Voce 5.
2) 1976 onder Carlo Franci met het Wiener Symphoniker orkest met Giuseppe Taddei, Donella Mazzuccato, Sergio Tedesco en Paolo Montrasolo op Cd Voce- cat: BLV 107232 (2aktsop 2 Cd's).
3) 1990 onder Bruno Rigacci met het symfonie orkest " Emilla Romagno met Domenico Trimrchi, Maria Angeles Peters, Sergio Tedesco en Vito Maria Brunetti. Op Audio Cd Ricordi cat: 74311405872 of op Bongiovanni NL 2019/92 (2Cd's)
4) 2000 onder Enrique Mazzola met Andrea Conchetti, Luciano Serra, javor Torolov en Enrico Marabilli op DVD: Kikko cat: OU 9001
5) 2010 ook op DVD, onder Marco Guidarini met Jessica Pratt, Simon Bailey, Christian Senn, Vincenzo Taomina, Aurorio Tirotta, Leonardo Cortellazi, Asude Koroyavez, op DVD " Bell Air Classiques " BAC 063.
productie 2009 " Teatro delle Fortuna " onder leiding van Vito Clemente met Paolo Bordogna, Donato s'Annuzio Lombardi, Enrico Maribilli, Stefania Donzelli, Anna Caterina Cornacchini en Danilo Formaggia.
Schitterende productie met topcast en ongelofelijk geacteerd. Klassieke voorstelling in de regie met een minimum aan decor attributen .
Fanny Corri-Paltoni (1801-1861
Fanny Corri-Paltoni was een Schotse sopraan geboren te Edinburgh onder de naam Francesca Corri, ze was de dochter van een Italiaans componist Natale Corri (1765-1822); Dus geboren in Edinburgh op 16 juli 1801 ze is te Londen overleden op 13 juli 1861. Haar oom Domenico Corri (1746-1825) was een belangrijke zangmeester en componist in Edingburgh, haar nicht Sophia Dussek was ook een beroemde sopraan. Het lag dus voor de hand dat ook Franseco in de muzikale richting zou opgevoed worden. Fanny Corri Paltoni studeerde eerst zang bij haar vader en haar oom en nadien nog bij Angelica Catalani en John Brachane in Londen. In 1816 toerde ze met Catalani door Europa, op amper 15 jarige leeftijd. Ze was tussen 1818 en 1820 verbonden aan het " Kings Teatre " in Londen en maakt haar proffesioneel operadebuut in dit theater als de gravin in " Le Nozze di Figaro " op 17 januari 1818. Ze kreeg lovende critiek voor de vertolking van de Mozart-heldinnen " Donna Anna", " Dorabella " en de " Koningin der Nacht ". Op 30 april 1818 was ze ook Mathilda in Rossini's " Elisabetta , Regina d'Ingliterra " nog een triomf kwam er op 4 mei 1820 toen ze Ameniaide " zong in de Londense première van Rossini's " Tancredi ". Ze gaf ook regelmatig concerten aan de Philharmonic Soceity. Midden de jaren twintig van 19de eeuw maakte ze een succesrijke tournee door Duitsland, Italië en Spanje. In Italië ontmoete ze de zanger Giuseppe Paltoni waarmee ze huwde en zo werd haar artiestennaam Fanny Corri-Paltoni . In 1824 werd ze geprezen voor de vertolking van Isaura in Giacomo Meyerbeer 's " Margherita d'Anjou " in het " Teatro Communale di Bologna ". Op 20 april 1827 vertolkte ze de rol van Corilla Scortichini " in de wereldpremière van Donizetti's " Le convenienze ed inconvenienze teatrali " , nu " Viva la Mamma " in Napels. Nog in Napels zong ze de première Luigi Ricci's " Ulisse in Italia " aan het " Teatro San Marco " Tot 1830 zong ze opera's van Rossini, Donizetti, Gnecco, Fioravanti, en zong ze ook Rossina in " Il Barbièri di Sevigliz " van Rossini aan de zijde van de beroemde bas Luigi La Blanche.
In 1830 toerde ze door Duitsland en in 1834 zong ze de wereldpremière van Saverio Mercandante's " Uggero il danese " in Bergamo. Haar laatste publiekelijk optreden samen met haar man was als Adagisa in Bellini's " Norma " in 1835. nadien wordt het stil rond haar en haar man, ze had samen met Paltoni drie kinderen de eerste zoon Charlton geboren in Italië 1829, en Ullriches geboren in Manchester in 1837 en Giuseppe geboren in 1843. Bij de volkstelling in 1851 is ze nog geregistreert als Fransesca Corri-Paltoni als professor zang en haar man Giuseppe als zanger. Giuseppe Paltoni overleed in Charlton in 1856 en zij Fanny Corri overleed in 1861 na een lange ziekte.
Cesare Badiali (1810-1865)
Cesare Badiali was een Italiaanse bariton geboren in Bologna in 1810 en overleden op 27 november 1865. Tijdens zijn jeugd verhuisde zijn familie naar Imola. In Imola leerde de jonge Badiali contrabas en luit spelen en zo kon hij optreden in de Kerken van Imola en af en toe als koorzanger. Toen hij volwassen werd koos hij voor een veiligere job als belastingsontvanger, want hij was zinnens een gezin te stichten en wou daarom een regelmatiger inkomen dan met de muziek. Hij wordt echter ontdekt in Bologna tijdens een optreden voor zijn plezier. Hij wordt ontdekt door de beroemde Giovanni Tadolini, die moedigd hem toch aan om van zijn talenten een carrière te maken, ook zijn toekomstige manager Bassi stimuleert hem om voor zijn zang loopbaan te kiezen. Aanvankelijk wees Badiali dit aanbod af en keerde hij terug naar Imola. Bassi bood hem een nieuw contract, dat hoog genoeg was om hem uit Imola te doen vertrekken, en in Triest te komen werken. Hij debuteerde daar in het ' Teatro Communale " en speelde er de hogepriester van de Israëlieten in Genirali's " Il vote di Jefte ".
Badiali's populariteit steeg zienderogen en hij behoorde al snel tot de grootsen van zijn tijdgenoten. Hij werd gevraagd aan de Scala van Milaan in 1830 en was er vast verbonden tot 1862. Hij zong er in opera's van Rossini en Donizetti. Tussen 1832 en 1838 vertrok hij voor vijf speelseizoenen naar Spanje en Portugal.Hij werd gevierd na zijn terugkeer Naar Italië in " Il Pirato " van Bellini. Badiali zong tussen 1839 en 1842 in Wenen. Vanaf 1840 was hij ook succesvol in Rome. Het volgende decennium zou hij reizen naar de grote operahuizen over de ganse wereld van Amerika tot Groot Brittannië . Hij werd nu een persoonlijke vriend van Rossini. Onder de leiding van de componist verzorgde hij tal van belcanto concerten in Bologna. In 1858 ontmoeten ze elkaar teug in Parijs aan het Italiaanse theater aldaar. Badolini was er immens populair en velen zagen hem de beste dramatische bariton van zijn generatie. Zijn stem inspireerde vele jonge opkomende zangers. Kort na zijn debuut creëerde hij ook de dichter in Donizetti's " Viva la Mamma ". Hij zong die rol ook aan de Scala van Milaan. Hij overleed op 27 november 1865 op amper 55 jarige leeftijd.
Meest recente reacties
23.11 | 07:47
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
13.11 | 11:59
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
09.11 | 12:11
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
28.10 | 20:09
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo