Welkom op deze website
Een Grand Opéra van Giacomo Meyerbeer in vijf bedrijven.
Op een libretto van Eugène Scribe en Emile Deschamps.
Inleiding.
Meyerbeer deed er wel 5 jaar over om dit werk klaar te krijgen. Hij bereidde zich zorgvuldig voor want na het sensationeel succes van zijn " Robert le Diable ", wou hij een weelderige enscenering, en een dramatische verhaallijn, met een indrukwekkende orkestratie en virtuoze delen voor de solisten. Dit waren de essentiële elementen van het nieuwe genre " Le Grand Opéra ". Meyerbeer was met zijn librettist van " Robert le Diable ", Eugène Scribe overeengekomen om samen te werken aan een episch werk over de Franse godsdienstoorlogen, met een drama dat gedeeltelijk gebaseerd was op Prosper Merimée's roman " Chronique de relgne de Charles IX uit 1829. Meyerbeer kwam uit een rijke familie en kon zich permitteren om zijn tijd te nemen. Hij was een perfectionist en stelde hiervoor zijn eigen voorwaarden voorop en schreef die neer in een zeer gedetailleerd contract met de theaterdirecteur Desiré Véron, van de opera te Parijs. Meyerbeer vond dat er meer historische details van die periode en een groter psychologische diepte van de personages in de tekst moesten aanwezig zijn, dan in de basistekst van Scribe, daarom kwam hij overeen om een tweede librettist aan te nemen, Scribe ging hiermee akkoord en zo werd Emile Deschamps gevraagd om mee te werken aan het script. Meyerbeer ging voor de gezondheid van zijn vrouw warmere oorden opzoeken en reisde voor een tijdje met haar naar Italië. Terwijl hij daar was raadpleegde hij ook zijn librettist van zijn Italiaanse opera's Gaetano Rossi: op zijn advies herschreef Meyerbeer de rol van Marcel, die een van de meest opvallende personages moest worden in zijn opera " Les Huguenots ". Meyerbeer leerde er ook de legendarische stertenor Adolphe Nourrit kennen en samen met hem creëerde hij de rol van Raoul, en breidde hij het liefdesduet in akte vier uit, dat een van de beroemdste duetten uit de geschiedenis van de Grand Opera zou worden.
Rolverdeling. Stem. Eerste Cast.
Marguerite de Valois ------------------------- coloratuur-sopraan ------------------------ Julie Dorus
Valentine, dochter van St. Bris ------------ dramatische sopraan -------------------- Cornélie Valk
Urbain, page ---------------------------------- alt --------------------------------------- Marie Flécheux
Graaf st. Bris --------------------------------- bas chantante ------------ Jean Jacques Emile Serda
Graaf de Nevers ----------------------------- bariton ---------------------------------- Prosper Dérivis
Raoul de Nangis, hugunots edelman------ tenor ------------------------------------- Adolphe Norrit
Marcel, Raouls dienaar --------------------- bas ------------------------------------- Nicolas Levaseur
Bois-Rosé, huguenots soldaat ------------- bariton --------------------------------- François Wartel
Tavennes, katholieke heer ---------------- tenor ------------------------------------- Alexis Dupiont
De Cossé , katholieke heer --------------- tenor ----------------------------------- Auguste Limasol
De Thoré, katholieke heer --------------- tenor ------------------------------------ François Wartel
De Retz , katholieke heer ---------------- bariton -------------------------------- Alesandre Prévôt
De Méru, katholieke heer ---------------- bariton ---------------------------------- Fernand Prévôt
Mauretvert, katholieke heer ------------ bariton ------------------------------------------ Bernadet
Tijdstip en plaats: ten tijde van de Franse godsdienstoorlog midden 16de eeuw
Opmerking:
Het historische verhaal is gebaseerd op het bloedbad van St. Bartelomeus in 1572, waarbij duizenden Franse protestanten werden afgeslacht door de katholieken in een poging om Frankrijk van protestantse invloeden te bevrijden. Hoewel dit bloedbad een historische gebeurtenis was, is de rest van de actie vooral het liefdesverhaal tussen de katholieke Valentine en de protestante heer Raoul de Nangis, die een creatie is van de librettist Scribe.
Een korte prélude: " Martin Luthers koraal " vervangt een uitgebreide ouverture.
Akt.1
Het podium stelt het kasteel van de graaf van Nevers voor in Touraine, op de achtergrond kijken de ramen uit op het park. De katholieke graaf van Nevers vermaakt zich met zijn edelieden. Als gastheer zegt hij hun dat ze nog niet aan het diner kunnen beginnen omdat ze nog wachten op de komst van Raoul de Nangis een hugenoot (protestant) die door de koning is gezonden en als opdracht heeft een poging te ondernemen om de protestanten en de katholieken te verzoenen. Raoul komt nu binnen, zeer onder de indruk van de omgeving en de aanwezige edellieden. Ze gaan aan de dinertafel, waar ze bedolven worden onder overvloedige gerechten en wijn. De edellieden moedigen Raoul aan om te drinken. ( een orgie, koor:" Bonheur de la table "). De graaf van Nevers kondigt aan dat hij zich verloofd heeft en dat hij nu zijn minnares moet opgeven. Hij nodigt zijn gasten echter uit om diegenen waar ze op verliefd zijn te beschrijven, hij vraagt aan Raoul om te beginnen. Raoul vertelt een verhaal van een meisje dat hij gered heeft van een aanranding, hoewel hij haar naam en afkomst niet kent, en dat hij er meteen verliefd is op geworden in de ( aria; " Plus blanche que le blanche hermine "). Raouls protestantse bediende Marcel komt nu binnen en is geschokt om zijn meester in zulk goddeloos gezelschap te zien genieten van de spelletjes, drank en liefdesverhalen. Marcel zingt nu een harteloos protestants gebed (op de melodie van " Ein feste Burg " en koraal " Seigneur, rempart et seul soutien" ) terwijl de katholieke heren proosten op hun minnaressen. Een van de katholieke heren herkent Marcel van een strijd die ze hebben uitgevochten en vraagt hem om iets te drinken om de eventuele wrok te begraven. Marcel weigert dit en zingt , op verzoek van de katholieken, een hugenoten gevechtslied uit het beleg van " La Rochelle, waarin hij oproept tot de uitroeiïng van de katholieken ( hugenotenlied: " piff,paff,piff,paff ...") De katholieken amuseren zich daar alleen mee.
De bediende van de graaf de Nevers komt zijn heer meedelen dat een mysterieuze vrouw met hem wil praten. De graaf gaat er op af om de vreemde vrouw te ontmoeten. Katholieke heren verwonderen zich over dit identiteit van de onbekende vrouw en proberen haar ook te zien. Ze nodigen Raoul uit om hetzelfde te doen. De jonge hugenoot herkent nu de vrouw die hij redde en waar hij verliefd op is geworden, en veronderstelt dat ze nu een van de minnaressen van de graaf is, waarover hij opmerkingen heeft gemaakt, en zweert nu haar nooit meer te willen zien. In feite is ze de verloofde van de graaf, Valentine is de dochter van Graaf de St.Bris, die door de Koningin de opdracht heeft gekregen om de verloving te verbreken. De page Urbain komt nu binnen met een geheime boodschap voor Raoul, die hem uitdaagt, om geblinddoekt naar een geheim rendez-vous te komen met een naamloze vrouw ( cavatine: " Une dame noble et sage ") De katholieken herkennen de zegel op de brief van de koningin van Navarra en drinken op Raouls gezondheid als hij wordt weggeleid .
André d'Arkor deze Luikse tenor debuteerde aan de Opera de Wallonie te Luik maar zong ook aan de koninklijke opera van Gent van 1921 tot 1947 in zijn latere carrière werd hij directeur te Luik en artistiek directeur van de Munt te Brussel
De koningin kijkt in een spiegel die haar page Urbain haar voorhoudt en zingt er een virtuoze ( pastorale: " O beau pays de la Touraine ") . Ze hoopt de religieuze strijd in Frankrijk te kunnen ontlopen door in het prachtige landschap van Touraine te kunnen blijven wat ze bezingt in een ( cabaletta: " A ce mot seule s'anim et retaît la nature") . Valentine komt binnen en meldt dat Nevers ermee heeft ingestemd om de verloving te verbreken, wat Marguerite verrukt omdat ze weet dat Valentine verliefd geworden is op Raoul de Nangis, en omdat ze er zeker van is ze Valentines vader, de katholieke Saint-Bris, zal kunnen overtuigen om zijn dochter toe te staan met de jonge protestant te trouwen als een stap in de goede richting voor het beëindigen van de religieuze oorlog tussen de katholieken en hugenoten, dat moet leiden tot een godsdienstvrijheid. Marguerites entourage van dames komt gekleed binnen om te baden. Dit leidt tot een ballet waarbij de page Urbain de schaarsgeklede dames, probeert te bespioneren terwijl ze in het water stoeien. Urbain beschrijft levendig de reis van Raoul, geblinddoekt, naar het kasteel ( rondo: " Non, non,non, vous n'avez jamais, je gage...") Hij komt binnen en de koningin zegt tegen haar dames dat ze hen moeten alleen laten. Nu zijn zicht hersteld is , is Raoul verbaasd over de schoonheid van zijn omgeving en die van de jonge vrouw die voor hem staat, terwijl ze in de verleiding komt om te proberen de charmante jonge man voor zichzelf te houden in plaats van hem met Valentine te laten trouwen zoals ze had gepland ( duet: " Bauté, divine sorcière "). De heren en hofdames, waaronder Nevers en St.Bris komen nu binnen en de koningin beveelt iedereen vriendschap en vrede te sluiten, wat iedereen dan ook doet, behalve Marcel die het afkeurt dat zijn meester zich mengt met katholieken (serment: " Pas l'honneur, pas le le nom que portenaient" ) . De koningin stelt Valentine voor aan Raoul als het meisje van wie hij houdt en zal trouwen om de relaties tussen de protestanten en de katholieken te verzoenen. In een complex slotensemble weigert Raoul, die gelooft dat Valentine de minnares is van de Nevers, om gehoor te geven aan het bevel van de koningin. De edelen zweren wraak, Valentine is kapot door de belediging van haar eer, de Koningin begrijpt Raouls reden om het huwelijk af te wijzen niet en Marcel verwijt Raoul dat hij met de katholieken omgaat.
Deze Belgische sopraan Madeleine Farrière (1901-1984) zong te Gent van 1925 tot 1947 aan de " koninklijke opera van Gent ze zong tevens aan de operahuizen van Luik Brussel en Antwerpen waar ze aan de zijde van de beroemde tenor Joseph Smidt in 1938-39) in " La Bohéme " van Puccini.
Parijs, op linker oever van de Seine, bij zonsondergang, links een taverne waar de katholieke studenten samenkomen, en rechts een taverne waar de hugenoten of protestantse soldaten samenkomen om te drinken en te dobbelen. Burgers genieten van een wandeling op een mooie zondagavond. (We krijgen hier een entract-muziek en een koor: " c'est le jour de dimanche" ), de hugenotensoldaten zingen een bloeddorstig oorlogslied ter ere van de protestantse generaal Coligny (soldatenkoor: " Prenant son sabre de bataille..."). Een stoet met katholieke meisjes kruist het toneel op weg naar de kapel waar Valentine en Nevers op het punt staan om te trouwen en men zingt lof aan de maagd ( religueus gezang: " Vierge Marie, soyez benie ! ") Marcel komt nu op met een brief van Raoul aan St. Bris en onderbreekt de ceremonie. De katholieken zijn verontwaardigd over Marcels heiligschennis, maar de hugenotensoldaten verdedigen hem. De spanning stijgt wanneer een groep zigeuners binnenkomt, al dansend en vertellend (zigeunerballet: " Venez !- Vous qui voulez savoir d'avance "). Valentine is net getrouwd met Nevers, maar blijft in de kapel bidden. St.Bris besluit om Raoul te vermoorden, maar dit wordt gehoord door Valentine. De stadswachter kondigt de avondklok af en de menigte verspreidt zich. Valentine vermomt zich en vertelt Marcel over het complot van haar vader en de anderen om een aanslag te plegen op Raoul (duet:" Dans la nuit ou seul je vielle "). Valentine beseft dat ze ondanks de publieke vernedering die Raoul haar heeft aangedaan nog steeds van hem houdt en keert terug naar de kapel. Raoul, St.bris en hun getuigen arriveren voor het duel, elk vol vertrouwen om het succes ( Septet: " En mon bon droit j'ais confiance ") . Marcel roept nu de hulp in van de hugenotensoldaten in de taverne aan de rechterkant van het podium, en St.Bris roept op de katholieke studenten op aan de overkant in hun taverne , er volgt nu een rel. alleen de komst van de koningin, te paard, houdt de chaos tegen. Raoul beseft nu dat Valentine hem heeft gered en dat zijn vermoeden jegens haar onterecht was. Nu is ze echter getrouwd met zijn vijand en inderdaad verschijnt er op dat moment een verlichte schuit op de rivier met aan boord de bruiloftgasten die een serenade brengen aan het getrouwde kopel ( huwelijkskoor: " Au bouquet ou le ciel leur apprête "). Nevers leidt haar weg in een prachtige processiestoet, terwijl katholieken en protestanten luidkeels hun moorddadige haat tegenover elkaar verkondigen (strijderskoor:"Non plus de paix nitreve ") tijdens het vallen van het doek.
" Les Huguenots " van Meyerbeer. Duet tussen Marcel en Valentine: Dans la nuit ou seul...... ". Met het orkest " Pasdeloup " onder de leiding van Jean Allain. Met Henri Médus als Marcel en Jeanne Rinella als Valentine. Opname 1963.
Een kamer in Nevers Parijse herenhuis. Familieportretten sieren de muren. Valentine zit alleen met haar verdriet, over het feit dat ze getrouwd is met Nevers van wie ze niet houdt. Ze houdt echter van Raoul, en uit dit in de ( aria:" Parmi les pleur mon rève se ramine ") . Ze wordt verrast door Raoul die nog een laatste ontmoeting met haar wil hebben. Het geluid van de naderende mensen brengt Raoul er toe zich achter een gordijn te verstoppen, waar hij de katholieke edelen hoort beloven de Hugenoten te vermoorden. Ze worden vergezeld van drie monniken, die de zwaarden en dolken zegenen die bij het bloedbad moeten worden gebruikt, en verklaren dat het Gods wil is dat de ketters worden gedood. Alleen Nevers doet niet mee aan deze eed. ( aria:" Des troubles renaissents ") . Deze scene wordt over het algemeen als de meest aangrijpende in deze opera beoordeeld, en wordt begeleid door dramatische klanken van de muziek. Wanneer de edelen zijn vertrokken, verschijnt Raoul opnieuw en wordt hij verscheurd door de tweestrijd tussen het waarschuwen van zijn vrienden en het blijven bij Valentine. ( duet: " Ô, ciel ! ou courez-vous ? ") Valentine is wanhopig en tracht te voorkomen dat hij de dood tegemoet gaat, door zijn godsdienst genoten ter hulp te schieten en geeft toe dat ze van hem houdt, wat Raoul in vervoering brengt. Ze horen echter de bel van Saint-Germain l'Auxervrois luiden, het sein voor het bloedbad. Valentine valt flauw als Raoul uit het raam springt om zich bij zijn geloofsgenoten te vervoegen.
De aria van de Nevers in akt.4 van " Les Huguenots " van Meyerbeer gezongen door de Franse bas-bartion Paul Payan (1878-1959) " Des troubles renaissements " vermoedelijk opname 1908. Op de foto is de tenor Augustarello Affre (1858-1931) te zien een tijdgenoot van Payan.
De protestanten vieren het huwelijk van de koningin Marguerita de Valois met Hendrik van Navarra. Het luiden van de klok onderbreekt het dansen en de festiviteiten, net als de entree van Raoul, gescheurde kleding en onder het bloed, die de genodigden informeert dat de tweede slag het sein was voor de katholieken tot de slachting van de hugenoten. Admiraal Coligny is vermoord, vertelt Raoul hen en protestantse mannen en vrouwen en kinderen worden met duizenden op straat afgeslacht. De vrouwen vluchten in paniek, terwijl de protestantse mannen zich voorbereiden om zich te verdedigen.
Er volgt nu een tweede scéne op een begraafplaats met op de achtergrond een protestantse kerk. Onder leiding van Marcel zoeken protestantse vrouwen met hun kinderen een toevlucht in de kerk. Daar vindt Raoul zijn oude dienaar, die zich berustend voorbereid om te sterven. Valentine arriveert en vertelt Raoul dat zijn leven gered zal worden als hij er mee instemt een witte sjaal om zijn arm te dragen, wat aangeeft dat hij een katholiek is. Ze zegt hem nu ook dat zij vrij is, want Nevers is vermoord nadat hij de protestanten had verdedigd. Raoul lijkt te aarzelen maar weigert uiteindelijk, om op Valentines voorstel om als katholiek door te gaan, in te gaan. Ze besluit onmiddellijk het lot te delen van diegene van wie ze houdt, door het katholieke geloof af te zweren. Ze vraagt Marcel om haar te zegenen. Marcel doet dat en verklaart het echtpaar als gehuwd voor de ogen van zijn god. ( trio: " Savez-vous qu'en joignant vos mains") Ondertussen zingen de protestanten die zich in de kerk barricadeerden terug de Lutherse Hymne. Plotseling wordt het gezang in de kerk onderbroken. De katholieken hebben de deur van de kerk opengebeukt en dreigen alle protestantse vrouwen en kinderen te vermoorden als ze hun geloof niet afzweren. Na hun weigering hervatten de protestanten hun gezang, meerdere malen onderbroken door musketschoten. Uiteindelijk is het lied niet meer te horen, allen werden afgeslacht. Op het hoogtepunt van het gebeuren denkt Marcel de mars van de engelen te horen die de martelaren naar god leiden. Valentine en Raoul delen dit visioen van de hemel met zes harpen ( trio: " Ah ! Voyez ! le ciel s'ouvre et rayonne ! ") Katholieke soldaten betreden de begraafplaats, en grijpen Marcel, Valentine en Raoul en slepen ze weg, waarbij ze alle drie gewond raken, nadat ze weigeren om hun geloof af te zweren .
Er volgt nu nog een derde scène in een straat te Parijs. Ze worden uiteindelijk vermoord door de mannen van St.Bris, hij beseft echter te laat dat hij ook zijn eigen dochter Valentine heeft vermoord. Op dit moment komt Margerita op om het bloedbad te stoppen. Maar herkent ook nu Raoul en Valentine en beseft dat alles tevergeefs is geweest. Een koor van soldaten gaat nu op jacht om nog meer protestanten te vermoorden al zingend dat het gods wil is om de ketters uit te roeien. En zo valt het doek.
" les Huguenots " van Meyerbeer onder de leiding van Richard Bonynge met zijn vrouw dame Joan Sutherland, Amanda Thane, Suzanne Johnston, Anson Austin, John Pringle, Clifford Grant en John Wegner, en dit met het orkest van de Australische opera en ballet. Dit concert was een huldeging voor het Farewell van de legendarische coloratuur sopraan Joan Sutherland (1926-2010) in 1990.
" Les Huguenots " was Meyrbeers twaalfde opera. Zijn eerste tien zijn echter volkomen vergeten en één , " das Brandenburger Thor ", is zelfs nooit opgevoerd. Na twee jeugdwerken in Duitsland schreef hij zeven Italiaanse opera's in Italië, die daar een behoorlijk succes hadden, de laatse " Il Craciato in Egitto " zelfs een enorm succes in Venetië. Zijn internationale roem begon pas toen hij zich in Parijs had gevestigd en grote romantische historische Franse opera's ging schrijven. De eerste daarvan was " Robert le Diable " maakte onmiddellijk furore, maar dit succes werd nog overtroffen door " Les Huguenots ", welk stuk op 29 februari 1836 in de Parijse Opéra zijn première beleefde, met Cornélie Falcan als Valentine, Julie Dorus-Gras als Marguerite, Adolphe Norrit, Prosper Dérivis, Nicola Levasseur, Emile Serda en Maria Flécheux. Het werk bleef de gehele 19de eeuw een der standaard repertoirewerken, en het is opmerkelijk dat dit zowel in Frankrijk, Italië, België als in Duitsland was, om nog te zwijgen van Engeland en Amerika. De hedendaagse moeilijkheden om de solistische bezetting schenen toen minder zwaar te wegen. De opera, die maar liefst zeven topsterren van het hoogste niveau vereist, kreeg bezettingen die door de tijd legendarisch geworden zijn.
De eerste Metropolitan all star cast in 1883 en verenigde Nilson, Sembrich, Scalchi, Campenini, Kaschmann, De Puente en Mirabella. Een karakteristieke bezetting uit 1901 vermeldt Bréval, Melba, Homzer, Saleza, Plaçon, Eduardo De Reszke en Sizes. De laatse opvoering aan de Metropolitan was in het seizoen 1914/15 met Destinn, Hempel, Mabel Garrison, Enrico Caruso, Scotti, Carl Braun en Rothier. Ook aan de Covent Garden, aan de Colon, de Manhattan opera en in Chicago had het werk glorierijke opvoeringen.
Historische opvoeringen in de lage landen.
In Nederland stond het werk ook op het repertoire van zowel de Franse als van de Nederlandse opera's bij deze laatste met Desiré Pauwels als een onvergetelijke Raoul, naast de koningin vertolkt door de legendarische Engelen-Sewing en de Marcel door Fritz van Duinen. De laatste maal dat men in Nederland de Hugenoten hoorde was in 1929/30 bij de Italiaanse opera, met Emilia Piave, Lina Pagliughi, Lucia Albrescia, Tulio Verona, Sabino Sallieffi, Gregorio Melnik en Eraldo Coda.
Te Gent vind ik al nota's van een eerste voorstelling op 17 september 1838 en werd het eerste bedrijf in de Parnassusch schouwburg vertoond, ik vermoed dat dit in concertvorm werd gebracht dit was lang de mode om zulk een nieuw werk eerst eens aan het publiek te toetsen en het dan te brengen in concertvorm om te zien of het volledige werk door het operapubliek werd aanvaard voor ze een volledige productie zouden brengen, de eerste keer stond het concert onder de leiding van Grétry. De eerste volledige uitvoering was dan op 25 maart 1841 reeds in de nieuwe grote schouwburg, het was toen het eerste speelseizoen, met Bizot als Marguerite, Hélenae Cubdell, Legainieur als Urbain, Scriwanneck en Espinasse als Raoul, L.Lacroix als Marcel, A.Lacroix als St.Bris, Tilly als de Nevers, Garbet, Henry, De Boer, Eugéne Delcourt steeds repertoire houdend tot het speelseizoen1918/19. Op 1899 hadden we een voorstelling met de legendarische tenor, van de Opéra-Comique, Agustarello Affre als Raoul. In 1918/19 met Vina Bovy als Urbain. Op 28 maart 1929 met Lafuente als Raoul. In het speelseizoen 1955/56 en 1956/57 met Huberte Vecray als Valentine, Guy Fouché als Raoul. In het speelseizoen 1966/67 met Lieve Dally als Marguerite, Jacqueline Van Quaille als Valentine, Georgette Coleman als Urbain, Tony Poncet als Raoul, Germain Ghislain als Marcel en Richard Plumat als St.Bris. In 1977 zullen er nog twee voorstellingen volgen met William Du Pré als Raoul, Maria Pristova als Marguerite, Hélia t'Hêzan als Valentine, Blanche Gérard Urbain, Tadeus Wierzsbicki als Marcel , Emmanuel Nicaise als St.Bris, Louis Landuyt als de Nevers. In het totaal goed voor 269 voorstellingen waarvan 265 in het Frans, twee in het Italiaans en twee in het Duits.
De recentste uitvoeringen die ik België terug vind zijn producties aan de Opéra de Wallonie in Luik op 26 juni 2005 met in de voornaamste hoofdrollen Annick Massis als Marguerite, Gilles Ragon als Raoul en Barbara Ducret als Valentine, dit zou wel een sterk geknipte voorstelling zijn, dit is de enige negatieve kritiek dat ik heb terug gevonden over die voorstelling. De meest recente is een productie aan de Munt van Brussel op 15 juni 2011 met in de voornaamste hoofdrollen Marlies Peterson als Marguerite, Mireille Delunsch als Valentine, Eric Cutler als Raoul, Yulia Leshneva als Urbain, Philippe Rouillion als St.Bris , Jerome Varnier als Marcel en François Lapaine als de Nevers. Aan de opera Vlaanderen vind ik geen enkele opvoering meer sinds 1977 dus een hiaat van 45 jaar. Ik stel me dan wel meestal de vraag wat kan men nu niet meer, wat men vroeger wel kon ? " Les Huguenots " was in de 19de en de 20ste eeuw een repertoirestuk met bijna 300 voorstellingen in onze regio maar sporadisch meer in de laatste 50 jaar. Wat houdt de cultuur in Vlaanderen tegen dat men deze " Grand Opèra " heden niet meer op het podium durft of kan brengen?
Discografie en Cinégrafie.
Ondanks de verwaarlozing in de laatste vijf decennia bestaan er honderden fragmentarische audio's en heb ik wel twintig complete opnamen gevonden van dit bijna vergeten werk van Meyerbeer.
1) 1953 onder Jean Allain met het orkest " Pasdeloup " met Renée Doria, Jeanne Rinella, Simonne Couderc, Guy Fouche (zong de rol van Raoul ook te Gent in 1957) , Charles Cambon, Adrien Legros, Henri Médus, Vincent Martinez, Pierre Sauches, Forture Moreuz, Gérard Bourelle en Gilbert Glanziou. Op black disc: " Pleiade " P-3085-3086 (2Lp's)
2) 1969 onder Reginald Giovanetti met de Amercan Opera Society, met Bervely Sills, Angelis Gulin, Kay Creed, Tony Poncet, Thomas Jonson, Joshia Hecht, Justina Diaz, Alan Baker, Richard Kuelling, Jacqueline Pierce, reeds op compact disc: " Voice Della Luna " VL2016-2 of op Celestial Audio CA566(2 Cd's)
3) 1970 onder Richard Bonygne met de " New Philharmonique Orkestra " en met dame Joan Sutherland, Martina Arroyo, Hugeuette Tourangeau, Dominique Cosa, Gabriel Bacquier, Nicola Chiusalev, John Nechefield, Josph Ward, John Nolle, John Gibs, Glymme Thomas en Kiri-te-Kanawa op Blacb disc: Decca set 460-3 (4Lp's).
4) 1989 onder Curil Diederick met Ghyslaine Raphanel, Nelly Miricou, Danielle Dorst, Gregoru Kunde, Mark Barrard, Jean Philippe Courtieu en John Macwordy. op DVD -Encore DVD3409 (2009).
5) 2005 onder Jacques Lecombe aan de " Opera de Wallonie ". Met Annick Massis, Anne Marie Sandis, Barbara Ducret, Gills Ragon, Didier Henry, Philippe Rouillon, Brandislov Yatic en Antoine Normaud op compact Disc: " Opera Lovers " HUG 200501 (3Cd's)
Augustarello Affre deze legendarische fort-tenor zong de rol van Raoul te Gent in het speelseizoen 1899/1900 . Deze bijzonder goed bewaard gebleven opname is van 1905.
Hier zingt hij het duet tussen Raoul en Valentine aan de zijde van de Franse sopraan Mathilde Comés. De opname is van 1910.
Als we " Don Carlos " van Verdi buiten beschouwing laten, geldt " les Hugenots " in naam zelfs nu nog steeds als de befaamdste " Grand Opéra ", maar voor velen zal het bij een naam blijven ondanks dat dit werk in de 20ste eeuw voor Vlaanderen een repertoirestuk was. Het is wel in de tweede helft van de 20ste eeuw dat dit werk langzaam aan in de vergetelheid is geraakt, wanneer de producties uitblijven zoals bij ons geraakt een werk versleten en uit de mode. Ook aan de opera de Wallonie te Luik is het bijna 15 jaar geleden dat men dit werk nog op het podium kon zien. In Vlaanderen is er een leegte van 45 jaar.
Dit werk is wel moeilijk te bezetten dat was blijkbaar, in de 19de en begin de 20ste eeuw , gemakkelijker. Het is ook moeilijk de geschikte cast samen te brengen met solisten met de juiste stijl, en ook anderzijds door de kosten die verbonden zijn aan een dergelijke grote productie wat " Les Huguenots " van Meyerbeer wel is. Dit laatste is misschien wel de belangrijkste oorzaak, dat zal wel de rede zijn dat het in grote operahuizen wel mogelijk is om hem nog op het podium te krijgen. Ik ben dan ook altijd geneigd om me af te vragen wat kon men vroeger meer dan nu ?
Natuurlijk is Meyerbeer een totaal andere componist dan zijn jongere tijdgenoten Verdi en Wagner of Bizet. Uiteraard is de Grand Opéra " een genre dat bedoeld was om te imponeren, maar dat wil niet zeggen dat de muziek van Auber, Meyerbeer en Halévy, om maar enkele van zijn bekendste tijdgenoten te noemen, per definitie inhoudsloos en klatergoud te noemen is, de overlevingsdrang van hun werken bewijzen het tegendeel. Het is al genoeg bewezen dat ensceneringen in een verzorgde uitvoering met capabele solisten nog steeds meeslepende muziektheater kan zijn.
Hector Berlioz (1803-1869) schreef over de première van deze opera " Dramatische expressie is altijd waar en diepgaand met frisse kleuren, warme bewegingen, elegante vormen, en de vocale effecten overtreffen in deze partituur, in alles wat tot op de dag van vandaag is geprobeerd (1836) ".
Een van de meest opvallende vernieuwingen is de behandeling van het Luthers koraal " Ein Feste Burg " als leidmotief dat zich gedurende de hele opera ontwikkelt en varieert. Het thema is vanaf het begin aanwezig waar het onderhevig is aan een reeks variaties die volgens Letellier de door religie geïnspireerde gevoelens symboliseren: herinnering, liefde, troost, maar ook intolerantie en fanatisme. Het lied van Marcel in akt.1 komt overeen met de uiting van geloof, vol overtuiging en verlangen naar trancedentie. In de finale van akt.2 wordt het gebruikt als een cantus firmus om de beradenheid en kracht van de protestanten in het aangezicht van gevaar om aan vallen en verraad te ontsnappen. Tenslotte wordt de laatste akte het verstikkend en afstandelijk gebed van de protestanten die aan het bloedbad proberen te ontsnappen om een ultieme schreeuw van verzet tegen de katholieke beulen te worden en wordt het ook in koor gezongen door Valentine, Raoul en Marcel, terwijl ze een exotisch visioen van de hemel meemaken dat op hen wacht door hun naderende dood.
Ook zeer vernieuwend waren de enorme meervoudige refreinen, zoals bijvoorbeeld de " pré-aux-cleris-scéne aan het begin van de 3de akt. , wanneer protestante soldaten een " rataplan " refrein zingen, katholieke meisjes het podium oversteken en lof zingen voor de maagd met een derde koor van wetsdienaren. Deze worden allemaal eerst afzonderlijk gehoord , dan gecombineerd en aan deze mix worden volgens de vrouwen en vriendinnen van de katholieke studenten en protestantse soldaten toegevoegd die elkaar beledigen. Berlioz verwonderde zich daarover en vondt dit buitengewoon:
" Het oor kan met zo'n gemak volgen dat elke streng in het complexe denken van de componist voortdurend zichtbaar was ", Berlioz vond het een wonder van dramatische contrapunt. Hij zei ook nog " dat de muziek in die handeling het oor verblindt zoals fel licht doet met het oog ".
Zowel Liszt als Berlioz hadden grote bewondering voor de instrumentatie van de opera. Liszt schreef dat:
" de orkestrale effecten zo slim gecombineerd en gediversifieerd zijn dat we nooit een uitvoering van de hugenoten hebben kunnen bijwonen zonder een nieuw gevoel van verbazing en bewondering voor de kunst van de meester die er in geslaagd is om in duizend punten, bijna ongrijpbaar in delicatesse, het rijke weefsel van zijn muzikale gedicht te verven ".
Meyerbeer gebruikte een verscheidenheid van nieuwe en ongewone orkestrale effecten in de opera. Marcels uitlatingen worden meestal begeleid door twee cello's en een contrabas. De componist blies een archaïsch instrument de viola d'amore, dat in de 19de eeuw volledig in onbruik was geraakt, nieuw leven in voor Raouls aria " Plus blanche que la blanche Hermine " en gebruikte de basklarinet voor het eerst in een opera in de scéne in de laatste akt. waarin Marcel, Valentine en Raoul trouwt, vlak voor dat ze worden vermoord voor het creëren van een buitenaards effect.
Meyerbeers invloed.
Vijf jaar na Meyerbeers " Robert le diable " en een jaar na " La Juive " van Halévy consolideerde " Les Huguenots " het genre van de " Grand Opéra ", waarin de Parijse Opéra zich zou specialiseren voor de volgende generatie, deze reuze of massaproduties van toen waren belangrijke kasattracties voor operahuizen over de ganse wereld. Het immense succes van de opera moedigde veel musici, waaronder Frans Liszt en Sigmund Thalberg, aan om virtuoze pianowerken te maken op basis en thema's uit de werken van Meyerbeer.
Guy Fouche en Renée Dioria zongen " Les Huguenots " te Gent in 1957. Hie het duet uit akt.2 " o'ciel ! ou suis je ? Beauté divine .... opname 1963.
Freddy VERSCHAFFEL
17.03.2022 09:21
Proficiat ! Mooi naslagwerk.
Meest recente reacties
23.11 | 07:47
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
13.11 | 11:59
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
09.11 | 12:11
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
28.10 | 20:09
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo