2. jun, 2015

Verdi en de opera.

Een open kijk op zijn werk. door Alfred Einstein.

 

Wanneer we Verdi behandelen in een colum over " De dramatische Opera " dan is dat enkel in onrechtstreekse zin te verklaren:  Verdi als antagonist van Wagner. Inderdaad de enige gemeenschappelijke factor is dat ze leeftijdsgenoten zijn.

Beiden waren vechters, maar Wagner vocht tegen zijn tijd en Verdi voor een gelouterd ideaal van de Italiaanse Opera.

Verdi accepteerde de grenzen en structuren van de Italiaanse opera, niet met de naïviteit van een Donizetti of Bellini, maar in het volledige bewustzijn van zijn traditie en zijn natuurlijke ontwikkeling. Wagner heeft in de grond zijn publiek altijd veracht; één van zijn contradicties is dat hij datzelfde publiek toch wilde veroveren. Verdi heeft het verdriet van zijn  toeschouwers altijd geaccepteerd als ware het een godsoordeel en de mislukkingen heeft hij met gelatenheid gedragen. Soms ging hij tegen dat godsoordeel in beroep door het maken van een nieuwe versie van zijn werk, maar meestal creëerde hij liever iets nieuws. Hij was helemaal niet de revolutionair. In feite zette hij het werk van Rossini, Bellini en vooral Donizetti gewoon voort, hij was een volkscomponist, afhankelijk van en gedreven door de bijval van zijn natie. Hij was een vurig patriot en een overtuigd aanhanger van de Italiaanse eenheid, iets waarvoor het land hem dankbaarheid heeft betuigd. Het is bekend dat de letters van zijn naam het symbool werden van de vereniging onder de dynastie van Savoye ( Eviva VERDI = Vittario Emanuele Re d'Italia ) Verdi waakte ook met hartstocht over de zuiverheid van de Italiaanse kunst. 

Hij koesterde een diepe verering voor Beethoven:

Voor deze naam buigen wij vol ontzag ". ( in een brief aan J. Joachim van 7 mei 1889) . Maar hij vond het ongelukkig dat de jonge Italiaanse musici  symfonieën en kamermuziek begonnen te schrijven, hoewel hij eigenaardig genoeg zelf een strijkkwartet heeft gecomponeerd.

De nationale vorm van muzikale expressie was voor hem de menselijke stem. Hij heeft nooit belangstelling getoond voor Schubert, Schumann, Braems, laat staan voor Berlioz of List. Maar hij wist wel wie Wagner was. De dag na diens dood schreef hij aan Ricardo:

...... het trof mij als een ware slag. Discussie is hier overbodig. Een grote persoonlijkheid is hier heen gegaan. Een naam die in de geschiedenis van de kunst een indrukwekend spoor heeft nagelaten.

Het najagen van een vreemd, slechts half begrepen en nooit te assimileren ideaal beschouwde hij als een uiting van gevaarlijk dilittantisme, mede een gevolg van de tweedde gesel van de negentiende eeuw, de muziekschrijverij:

Ik ben ervan overtuigd dat deze kunst, met haar artificiële karakter en haar eigenaardige bedoelingen, in contradictie is met onze volksaard. Wij Italianen zijn positivisten en ook grotendeels sceptici. Geloven doen wij niet zoveel. Op lange termijn kunnen we ook niet blijven geloven in de fantasmen van deze vreemde kunst, die het aan natuurlijkheid en eenvoud ontbreekt. Maar kunst zonder natuurlijkheid en eenvoud is geen kunst.

Verdi wilde zijn kunst enkel en alleen baseren op de waarheid van zijn gevoel en op de directheid, de waarachtigheid van de melodische expressie. En precies daardoor verschilt hij van zijn voorgangers Rossini, Bellini, Donizetti, Mercandante en alle andere: hij distancieëert zich van hen door zijn ernst.

Ik wil in de kunst niet enkel streven naar het plezier, zoals de Olympische Jupiter va Passy' - Rossini

Hij kan uiterst ontstemt reageren wanneer men over de kunst en in het bijzonder over opera sprak als amusement.

Zich geamuseerd hebben " Dat is een uitdrukking die mij al in mijn jeugd tot razernij dreef en die mij ook nu nog woedend kan maken. 

Uit dit streven naar eenvoud, natuurlijkheid, waarheid, kan men de essentie van zijn operakunst afleiden. Zij is het tegendeel van de orkest-opera , zij vindt haar hoogtepunt in de menselijke stem en laat het orkestrale nooit tot het symfonische uitgroeien. Zij blijft trouw aan alle gesloten vormen en vermijdt de UNENDLICHE MELODIE ( Wagner) . Hij ziet enkel de mens en luistert enkel naar menselijke emoties. De romantische opera, beginnend bij Weber, plaatst de mens in een millieu. In " Der Freischutz " zou men het woud als de held kunnen beschouwen, in " Oberon " het elfenrijk, in " Lohengrin " de graal, in het tweede bedrijf van " Tristan " de nacht. Bij Verdi is het milieu onbelangrijk. Wanneer Verdi een natuurachtergrond nodig heeft voor zijn scènes, dan schetst hij die met enkele geniale trekken: het onweer in het laatste bedrijf van " Rigoletto " het eenzame galgenveld in " Un Ballo in Maschera " de schittering van de sterren in de Nijl-scéne uit " Aida " . Zo kan Verdi dan ook zoals sinds Rossini de meesten van zijn landgenoten, gemene zaak maken met de grand opera. In " Les Vêpres Sicilliennes " in " Don Carlos " maar hij was de enige die er geen blijvende schade aan overhield. Een vergelijking met Meyerbeer kan dit misschien verduidelijken, want beide componisten gebruiken dezelfde operavorm.

Meyerbeer een componist die af en toe blijk geeft van een grote melodische kwaliteit , tracht voortdurend de kloof tussen conventie en raffinement te dichten, hij vertrouwt op het beproefde effect, op al het conventionele in de opera. Ook Verdi doet niets revolutioniars zonder dat dit echt noodzakelijk is, maar dankzij zijn ernst, zijn oprechtheid, zijn vurig humanisme, zijn artistiek medevoelen met elk van zijn personages, komt de conventie bij hem weer tot leven. De lange geschiedenis van Verdi's operakunst is de geschiedenis van een steeds grotere verfijning van de middelen binnen een bestaand kader. Het lijkt allemaal vreselijke routine en conventionele nachtmerrie. Maar opnieuw is het Verdi's ernst en wat we zijn dramatische moraliteit noemen, waardoor al die routine en conventie steeds minder voelbaar worden.

Het is een lange en grote harmonische ontwikkeling zonder jeugdzonden zoals bij Wagner, zonder revolutie of omwegen, maar met een onverstoorbare continuïteit. Dat is niet enkel de verdienste van Verdi, maar ook zijn geluk. In de omgekeerde zin van Wagner, die de romantiek op de spits heeft gedreven, heeft Verdi diezelfde romantiek ad absurdum gevoerd. 

Een brief van Verdi aan Cesare De Sanctis. 17 april 1872

..... Een bende pruiken zijn jullie !! Wat heeft dat te betekenen , melodie en harmonie !! Geen spoor is er van Wagner te bekennen !!

Integendeel, als men echt zou luisteren en zich de moeite zou getroosten om er echt iets van te begrijpen, dan zou men juist het tegendeel constateren - juist het tegendeel. Bovendien, wat maalt het publiek er om of ik de componist ben van " Rigoletto " en " Un Ballo in Maschera "; of ik " Don Carlo" geschreven heb of niet ! Wat heeft dat te betekenen, al die scholen, al ie vooroordelen over zang, harmonie, Germanisme , Italiaansime, Wagnerisme enz....

Er zit echt nog meer in de muziek - namelijk de muziek !

Het publiek mag zich absoluut niet bekommeren om de middelen die de kunstenaar gebruikt. Als een stuk mooi is, dan moet het applaudiseren, als het stuk slecht is dan moet het fluiten ! Dat is alles wat het publiek te doen heeft ! De muziek is universeel!

De domkoppen en betweters willen scholen oprichten en systemen uitvinden !!!! Ik daarentegen zou willen dat het publiek vanuit zijn hogere standpunt zou oordelen en zich niet zou laten beïnvloeden door die onzaligmakende standpunten van journalisten, professoren en pianisten. Alleen de indruk die het werk nalaat is belangrijk ! Begrijpt U ? Indrukken, indrukken en nogmaals indrukken, Verder niets !!!!!

Addio,addio ........

 Deze open visie op het werk van Verdi is een kolum door Alfred Einstein.

Voor het programmaboek van de productie " Un Ballo in Maschera " door de " Vlaamse Opera" speelseizoen  1997/98 ( Zweedse versie)

Première voor Gent 12 juni 1998

Première voor Antwerpen 29 juni 1998

 

Op de Foto Veri samen met de tenor Francesco Tamanga zijn vriend. 1892