" Zar und Zimmermann "

Gottlob Frick (1906-1994) als Bett, burgemeester van Zaandam

Inleiding.

Lortzing is misschien wel de meest typische vertegenwoordiger van het Duitse  "Singspiel ", dat de tegenhanger vormt met de Franse " Opera Comique " en de Spaanse  " Zarzuela " en ook van de Italiaanse " Opera Buffa ". Albert Lortzing behoort tot die merkwaardige figuren in de operawereld die in hun eigen land een constante populariteit behielden, maar daar buiten nooit bekend geworden zijn. In Duitsland vormen Lortzings opera's de basis van het lichte repertoire. In Frankrijk en Italië kent men zelfs zijn naam niet, en Groot Britannië en Amerika voeren hem ook nauwelijks op. Ongetwijfeld komt dit omdat  zijn werken veel gesproken dialogen bezitten en de vorm van de " Spieloper " alleen in Duitsland populair bleef, van daar ook dat veel oude Franse opera comiques daar ook geliefd bleven terwijl ze in Frankrijk vergeten werden.

De première van " Zar und Zimmermann " ging door in Leipzig in 1837 en merkwaardig genoeg zong Albert Lortzing zelf de rol van Peter Ivanow een rol voor een tenor buffo. Muzikaal is het een zeer goed werk, waar een evenwicht bestaat tussen koor, soli en ensembles. Het is rijk aan invallen , het bezit muzikale humor en vele mooie melodieën. Lortzing heeft het werk op enkele maanden geschreven en het werk werd uitgevoerd 10 maand na zijn " Die beiden Schützen " in 1837. Na het succes van zijn eerste twee opera's werd Lortzing zelfs dirigent aan de opera van Leipzig.

Rolverdeling.                       Stem.                       Eerste Cast.  

Van Bett, burgemeester van Saardam --------bas-buffo ---------------------------Lebrecht Berthold

Peter Michaëlow, vermomde Tsaar ------------- bariton ------------------------------------ Karl Becker

Peter Ivanow, werfvoorman -------------------- tenor-buffo ---------------------------- Albert Lortzing

Marie, nicht van de burgemeester ------------ sopraan ---------------- Caroline Günther Bachmann

Admiraal Lefort, Russische gezant ------------ bas ----------------------------------------------- Pogner 

Lord Syndham, Engelse gezant ---------------- bas ------------------------------------- Henrich Richter

Markies de Chatauneuf, Franse gezant ------ tenor ----------------------- Joseph Wilhelm Swoboda

Weduwe Brown ---------------------------------- mezzosopraan  -------- Caroline Günther Bachmann

Een officier -------------------------------------- tenor ------------------------------------------ ??????? ----

Een raadsdinaar --------------------------------- tenor ------------------------------------------ ?????? -----

Plaats en tijd: Saardam 1697

Akt. 1

Een scheepswerf in Saardam waar druk gewerkt wordt, onder andere door twee Russen Peter Ivanow. Deze laatste zingt een timmermanslied (lied: " Auf, Gesellen, greift zur Axt ") . In werkelijkheid is hij de Tsaar Peter, die echter zijn incognito goed bewaard heeft, zelfs voor zijn Russische naamgenoot die eigenlijk een deserteur is uit het Russische leger. Deze Peter Ivanow is verliefd geworden op het nichtje van burgemeester Bett, Marie. Zij toont ook interesse voor andere vreemdelingen die plotseling als paddenstoelen in het stadje te voorschijn komen. Hij is jaloers en Marie neemt hem daarvoor onderhanden in haar ( arria: " Die Eifersucht ist eine Plage ") Burgemeester Van Bett is een van die opgeblazen, arrogante domme figuren die in de opera zullen culmineren tot baron Ochs auf Lerchenau. Hij stelt zich voor in zijn grote ( buffo-aria: " O, sancta justitia ") , waarin we horen hoe druk hij het wel heeft. Hij is hier op de werf gekomen, omdat zowel de Franse als de Engelse gezant hem verzocht de Russische Tsaar soms vermomd werkt op de werf in Saandam. Hij laat het werk stopzetten, en laat alle arbeiders aantreden . Hij begint met alle Peters te vragen naar voor te komen , en dat zijn er een paar dozijn. Daar weet hij wel raad mee. Hij vraagt  allen waar ze geboren zij  en zo blijven er nog twee Russen over. Dat is er nu één te veel en die zaak daar moet hij eerst eens over nadenken. Hij stuurt de anderen weer aan het werk, en begint Peter Ivanow te ondervragen omdat deze volgens zijn instinct wel de gezochte persoon zou kunnen zijn. Hij moet dit echter bekennen en Van Bett, omdat die al gemerkt    heeft dat Marie deze vreemdeling niet onverschillig laat, hij maakt zelfs een toespeling dat hij haar hand kan krijgen , als hij maar toegeeft de man te zijn die wordt gezocht en waar Van Bett hem voor houdt ( duet: " Darf ich seine Worten trauen ") Ivanow is genegen alles te bekennen wat er hem gevraagd wordt. Intussen heeft de Franse gezant Chatauneuf de werkelijke Tsaar herkend en een afspraak met hem gemaakt een gesprek te hebben tijdens het  huwelijksfeest dat op de werf zal doorgaan. Dit feest heeft plaats tijdens de grote finale. De markies heeft zijn gewenste politieke gesprek met de Tsaar, Van Bett en Lord Syndham de Engelse gezant lopen achter Peter Ivanow aan en deze is jaloers op Marie.

Akt. 2  

Een pleintje in Saaram, voor een herberg. Ook hier wordt feest gevierd, blijkbaar vanwege een bruiloft. De markies zingt een sentimentele en galante romance waaruit blijkt dat de gewiekste politicus toch niet al te sterk is in aardrijkskunde ( romance : " lebe woll mein Flandrisch Mädchen ") . Hij heeft zich vermomd als matroos om nog een laatste gesprek te hebben met de tsaar, die door zijn gezant admiraal Lefort dringend naar Rusland wordt terug geroepen. De tsaar gaat samen met Lefort aan een tafeltje voor de herberg zitten, naast het tafeltje waar ook Van Bett, Lord Syndham en de vermeende tsaar Peter Ivanov zitten. Aan beide tafeltjes wordt er politiek gesproken, en uit deze situatie ontstaat het ( Sextet: " Zum Werk das wir beginnen ") . Marie zingt een bruidslied ; met een verrassende Russische inslag, maar daarna wordt de feestvreugde verstoord door een officier die Van Bett order geeft  om alle buitenlanders op de werf zich te laten legimiteren. Van Bett doet dat op zijn gebruikelijke geniale manier ( finale: " Schon seit gerdumer Zeit bemerk' ich hier Gesichter") . Hij pikt eerst de matroos er uit, die blijkt de Franse gezant te zijn. Daarna komt de Russische gezant aan de beurt en dan Lord Syndham. Alle vreemdelingen blijken hoge personages te zijn. Tenslotte wil hij de twee Russische Peters laten arresteren, maar zowel Lord Syndham, als markies Chatauneuf protesteren daar één van hen de tsaar is. Nu zijn het plotseling allemaal geen gezanten maar allemaal tsaren ! Van Bett raakt buiten zichzelf en laat iedereen inrekenen de akte eindigt in volkomen chaos.

Akt. 3    

Een zaal in het stadhuis. Het is langzamerhand tot Van Bett doorgedrongen dat zijn stad de eer heeft een tsaar te herbergen en hij is tot de conclusie gekomen dat deze op waardige wijze ontvangen moet worden. Hij studeert daarom met zijn stadgenoten een cantate in die hij zelf gedicht heeft. Helemaal zonder ongelukken verloopt deze repetitie niet en deze scéne is een der kostelijkste in het repertoire der Duitse Spieloper (scéne: " Den hohen Herrischer würdig zu empfangen ") . Natuurlijk houdt hij nog altijd Peter Iwanow voor de tsaar, hetgeen niet naar de zin is van Marie, die wel inziet dat tsaren haar niet kunnen huwen. Zij klaagt haar nood bij Peter Michaëlov, en deze belooft haar te zullen helpen mits zij nog een uur doorgaat met Peter Iwanov als tsaar te behandelen. Op deze plaats zingt Peter Michaëlov nu zijn beroemde ( lied: " Sonst spielt' ich mit scepter ") dat Lortzing eerst wilde schrappen, maar tenslotte het bekendste fragment uit de opera werd. Marie houdt zich aan haar belofte en spreekt Ivanow als tsaar aan. Een ( kostelijk buffo-duet is het gevolg: " Darf eine niedre Magd es wagen " ) De echte tsaar is echter woedend. De haven is afgesloten en het schip dat admiraal Lefort voor zijn vertrek gereed gemaakt heeft kan niet uitvaren. Hij vraagt Iwanow hem zijn pas te geven, in ruil voor een document dat hij 's avonds pas mag open maken. De Saardamse bevolking komt nu, met Van Bett voorop, om de hoge gast te huldigen, daarvoor natuurlijk Peter Iwanow houdend. Er wordt een klompendans gedaan en daarna houdt Van Bett een grote redevoering die men van hem verwacht wordt. Men begint nu de gerepeteerde cantate uit te voeren, maar plotseling komt een raadsdienaar aangelopen met de boodschap dat Peter Michaëlow aan het hoofd van een grote troep mensen op een grootschip de haven uitvaart. Peter Iwanow vindt dat de tijd gekomen, is om zijn document na te zien. Hier staat in  dat hij, na met Marie te zijn getrouwd, benoemd is tot Keizerlijke opperopzichter. De opera eindigt in een apotheose: de achtermuur van de zaal wordt nu doorzichtig, en men ziet het schip voorbijvaren, waarop tsaar Peter, op de boeg hen het laatste afscheid toewuift. 

Historische uitvoeringen.

" Zar und Zimmerman "  werd op 22 november 1837 voor het eerst in Leipzig opgevoerd. Lortzing zelf, die behalve hij een componist en dirigent was ook een mooie stem had, zong zelf de rol van Peter Iwanow. Sindsdien is het werk in alle Duits-zingende  theaters op het repertoire gebleven en bood de rol van de burgemeester " Van Bett " gelegenheid tot uitblinken  van talloze grote bassen, waaronder Paul Knüpfer, Leo Schützendorf, Edward Kandl, Georg Hann, Max Lohfing en ook de Nederlander Arnold van Mill. In de lage landen stond dit werk ook op het repertoire van de oude Nederlandse Opera. Een poging dit werk in Nederland te doen herleven in 1956 is helaas mislukt.

In Gent vind ik wel reeds een eerste opvoering al in de grote schouwburg op 8 juli 1844, in het Duits, met Wettlaufer als Marie, Netz als Van Bett, Biberhofer als de tsaar, Stritt als Iwanow, Limbach als Brown, Klein als Lefort en Schneider als Syndham. Ook in het speelseizoen 1854/55 was er een herhaling ook nog eens twee vertoningen in 1880/81. In 1941/42 een eerste vertoning in het Nederlands tijdens de WO II. In 1952 tijdens de directie Bovy ook in het Nederlands met Antoinette Bauters als Marie, Yola De Gruyter als Browni, Jules De Mulder als de tsaar, Dago Meubert als Iwanow en Peter Anton Eldering als Van Bett, Peter Gottlieb als Syndham en Willy Bienvenu als Lefort, regie  Karel Locufier. Nadien geen herhalingen meer. In het totaal 4 Duitse voorstellingen en 3 Nederlandse voorstellingen.

Discografie & Cinégrafie.

Er zijn ongeveer 25 volledige uitvoeringen beschikbaar en geregitreed op het internet.

1) 1929 de oudste teruggevonden opname, onder Herman Weigert - Opera Berlin, met Tilly da Garmo, Willy Dorngrof-Fassbaender, Dezso Emster en Eduard Kandl op Pearl Gem . 0155;

2) 1965 onder Robet Heger - Opera Leipzig met Erica Köth, Herman Prey, Siegfried Vogel en Gottlob Frick. , op LP -EMI 293024/4 (2lp's) of op CD EMI- 7690912 (2 Cd's) .

3) 3) 1987 onder Heinz Fricke met het radio orkest Bavariose . Met Barbra Bonney, Wolfgang Brendel, Kurt Rydl en Kuert Moll. 2 CD's op EMI 749396-2 .

4) Operafilm 1975 onder regie van Axel Corti met Hermann Prey, Lucia Popp, Karl Ridderbusch, Adelbert Kraus, Gudrin Wewezow en dirigent Heinz Walleberg. Op Art-Haus op DVD en Bleu-ray. 

 

 

 

" Zar und Zimmemrmann "

De grote buffo-aria van de Burgemeester " Van Bett " Hans Sotin.

" Zar und Zimmermann " de cantate scéne opname 1969.

Burgemeester Van Bett treed hier op als zangmeester om de Tsaar Peter waardig te ontvangen.
Koor en ballet van de staatsopera van Hamburg staat onder de leiding van dirigent Charles Mackerras, met Hans Sotin als Bett, Lucia Popp als Marie, Raymond Wolansky als de tsaar en Peter Haage als Peter Iwanow. filmopname 1969