Amilcare Ponchielli (1834-1886)
Amilcare Ponchielli was een Italiaanse operacomponist geboren in Paderno Fasolaro op 3 augustus 1834 en overleden in Milaan op 16 januari 1886 op amper 51 jarige leeftijd. Hij is dus geboren in de buurt van Cremona, toen nog een koninkrijk Lomberdije-Venetië. Hij won op 9 jarige leeftijd een studiebeurs en zo kon hij muziek studeren aan het conservatorium van Milaan. Hij schreef zijn eerste symfonie toen hij 10 jaar oud was.
In 1856 schreef hij zijn eerste opera, die was gebaseerd op Amesandro Manzoni's grote roman " I promessi spori ". Het was dus als componist dat hij uiteindelijk beroemd werd. Zijn vroege carrière viel tegen. Na zijn studies nam hij kleine baantjes aan in kleine steden en componeerde er verschillende opera's, waarvan er aanvankelijk geen enkele succes had. Ondanks al die teleurstellingen deed hij veel ervaring op als kapelmeester in Piancenza en Cremona, waar hij meer dan 200 werken voor harmonie orkest arrangeerde en componeerde. Opmerkelijk onder zijn originele composities zijn de aller eerste concerten (concerto per Flicormobasso in 1872), vijftien variaties op het populaire Parijse lied " Carnevale di Venezia " en een reeks feestelijke begrafenismarsen. Het keerpunt was het grote succes van de herziene versie van zijn eerste opera " I promessi spori " in 1872 die hem een contract opleverde bij de muziekuitgeverij G. Ricordi & Co. en het muzikale establishement van de Scala van Milaan. De rol van Lina in de première in de herziene versie werd gezongen Teresina Brambila met wie hij in 1874 trouwde. Hun zoon Amibale werd muziekcriticus. Het ballet " La due gemelle " (1873) bevestigde zijn succes. De volgende opera " I Lituani " uit 1874, had in 1903 een driedaagse voorstelling aan de Scala van Milaan, maar de cast werd bijzonder slecht ontvangen. Het werk werd terug gepland in 1939 maar het uitbreken van WO II besliste er anders over en de geplande voorstellingen zijn nooit opgevoerd en werden maar pas in productie gebracht in 1979 toen de Rai de partituren opnieuw hadden gereconstrueerd. Het is sindsien al verschillende keren nieuw leven ingeblazen.
Zij definiteve doorbraak zou komen zou komen met zijn nieuwe opera " La Giaconda " (1876), die zijn librettist Arrigo Boito bewerkte naar het zelfde werk Van Victor Hugo dat al vroeger was gecomponeerd door Saviria Mercandante onder de titel " Il guiramenti " in 1837 en door Carlos Gomes als " Fosca " in 1873. De opera bevat het beroemde ballet " De Urendans " als finale in de derde akte. Dit werk werd voor het eerst geproduceerd in 1876 en zou verschillende keren herschreven worden. De versie die vandaag het meest wordt uitgevoerd, werd voor het eerst opgevoerd in 1880.
In 1876 begon hij ook te werken aan " I Mori di Valenzia " een project dat hij al was gestart in 1873. Het was de opera die hij nooit voltooide, en die is afgewerkt door Arturo Cadore en postuum in première ging in 1914. Na zijn " Gioconda " schreef Ponchielli het monumentale Bijbelse melodrama in vier bedrijven " Il Figlol prodigo " dit ging wel in première op 26 december 1880 en " Marion Delorme " naar een ander toneelstuk van Victor Hugo, dat op 17 maart 1885 aan de Scala werd gepresenteerd. Geen van beide opera's kende het zelfde succes van zijn " La Gioconda ", maar beide oefenden wel grote invloed uit op de componisten van de opkomende jongere generatie componisten zoals Giacomo Puccini, Pietro Mascagnie en Emilio Pizzi zij waren alle drie studenten van hem. Hij stierf na een longontstekeing in Milaan in 1886.
Zijn invloed.
Hoewel Ponchielli tijdens zijn leven erg populair en invloedrijk was, wordt slechts één opera van hem regelmatig gespeeld zijn " La Gioconda " vernieuwend voor zijn tijd was de orkeststructuur, hij introdiceerde een complexere orkestratie structuur. En toch wordt er maar één werk van hem regelmatig opgevoerd. " La Giaconda " bevat een sterke gedenkwaardige aria voor een alt " Voce de donna o d'angelo " ( de rozenkrans aria), de grote tenor romance " Cielo e mar " een bekend duet tussen tenor en bariton " Enzo Grimaldi di Santafior " en de sopraan aria " Suicidio " en het heel beroemde ballet " de Urendans ".
Zijn Opera's.
1) Il promessi sponsi (1856).
2) Bertrando dal Bormio " (1858).
3) La Savoiarde (Lina-1861).
4) Roderigo re dei Goti (1863).
5) Il parlatore eterno (1873).
6) Il Litueri (1874).
7) Il Mori di Valenza ( bleef onvoltooid, Arturo Carore voltooide dit werk -1914);
8) La Gioconda (1876).
9) Il Figluol prodigo (1880).
10) Marion Delorme (1885).
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo