" Khovantchina "
de Opera van Modest Moessorgsky in vijf bedrijven en zes tonelen.
Libretto van de componist en V. Stassov.
Inleiding.
Moessorgsky werkte na de voltooiing van zijn Boris van 1872 tot 1875 aan " Khovantchina ". Hij kon echter zelf zijn opera niet afwerken en zo gaf hij zijn partituur en schetsen door aan Mil Bolakerev een dirigent die in een symfonisch concert enige delen uit het werk bracht in 1875, Moessorgsky was toen aan de drank en al ernstig ziek, zijn gezondheidstoestand liet het niet meer toe zelf het werk tot een goed einde te brengen.
Na de dood van Moessorgsky ontfermde een koelere geest en met grote technische begaafdheid en bekwaamheid zich over de schetsen en gegevens van die Moessorgsky had nagelaten. Rimski-Korsakow, ik laat hem hier zelf aan het woord :
" Er moest veel aan veranderd worden, hier en daar wat weggenomen, maar nog meer toegevoegd worden. In het eerste en tweede bedrijf stonden overbodige dingen, ja zelfs onmogelijkheden die het verloop van de handelingen in de weg stonden. In het vijfde bedrijf ontbrak er veel, het bestond alleen uit schetsen. Het koor der ongelovigen door somber klokgeluid begeleid door de auteur in barbaarse kwarten- en kwinten- parallel geschreven. Ik moest alles veranderen wat geen gemakkelijke opgave was. In het slot stond alleen de melodie die J.Karmalina aan Moessorgsky gegeven had die uit een of andere Orthodoxe liederboek stamde .........
De conservatief die de nieuwigheden van de revolutionair niet begrijpt, de gecultiveerde vriend die een idee van de primitieve " barbaars " noemt, de deskundige die gladstrijkt en inkort om het werk " rijp voor uitvoering " te maken, en toch de daad van welwillende liefhebber en zelf bewonderde vriend, die de hele winter van 1882/83 aan deze bladzijden besteedde is Rimski-Korsakow. In 1885 wees het keizerlijke Theater van St. Petersburg het af. In het daaropvolgende jaar werd het door een particulier gezelschap tot uitvoering gebracht . Als de uiteindelijke première wordt uitgevoerd in 1911 te St.-Petersburg gebracht was Rimski- Korsakow reeds overleden, maar toen was Feodor Chaliapin reeds de grote spilfiguur die dan ook de hoofdrol zong en de opera dan ook wereldberoemd maakte.
Rolverdeling. Stem. Eerste cast 1897.
Prins Ivan Khovansky, leider der Strelty's ------- bas -------------------------------- Anton Bedlevich
Prins Andrei Khovansky, zijn zoon --------------- tenor ---------------------------- Pyotr Inozemstev
Prins Vassili Golitsin -------------------------------- tenor ---------------------------------Yekab Karklin
Feodor Shaklovity, een Bojaar -------------------- bariton ----------------------------------- I. Sokolov
Dosifey, katholiek ortodox leider ---------------- bas --------------------------------Feodor Chaliapin
Marfa, een jonge weduwe ------------------------- alt ---------------Serafina Selyuk-Roznatovskaya
Emma , een jong meisje --------------------------- sopraan ------------------------ Varvara Antonova
Suzanna, een orthodox katholieke vrouw ------- sopraan ------------------ Anastasya Rubinskaya
Openbaar schrijver --------------------------------- tenor ----------------------------- Grigirty Kassilov
Varsononofyev --------------------------------------- bariton ----------------------------- Mikhail Malinin
Kouzka, een Strelty (boogschutter) -------------- tenor -------------------------- Mikhail Levandosky
Plaats en tijd: Moekou tussen 1682 en 1689
Akt. 1
1° Toneel: het Kremlin te Moskou.
In de vroege ochtend, patrouilleren de Strelty's, een van hen, Kouska, is op wacht in slaapgevallen. De Strelty's waren boogschutters onder de leiding van prins Ivan Khovansky, die een slechte naam hadden in verband met discipline. De bojaar Shaklovity begeeft zich naar een publieke briefschrijver en dicteert hem een aanklacht bij de tsaar Peter de Grote die onder regentschap staat van zijn moeder Sofia, tegen de prins Ivan Khovansky en zijn zoon Andrei wegens samenzwering tegen de troon. Deze komt even later zelf op, vergezeld van zijn entourage en wordt door het volk toegejuicht, dat hem het lied toezingen van de witte zwaan. Als hij verder gegaan is komt een Duits-Luthers meisje Emma aangesneld en achtervolgd door prins Andrei Khovansky. Zij weigert zijn liefdesbetuigingen te aanhoren en beschuldigt hem haar familie te hebben vermoord. Zij wordt ter hulp gekomen door Marfa, ortodoxe gelovige, die zelf eens het slachtoffer van de prins is geweest. Andrei wil haar met een dolk te lijf gaan, maar Marfa weet hem te ontwapenen. De oud- gelovigen zijn eigenlijk een Grieks Ortodox katholieke sekte, die weigerde deel te nemen aan de reformatie van 1654. Midden de rel komt komt Ivan Khovansky terug van het bezoek van het Kremlin. Ook zijn aandacht wordt getrokken door het aantrekkelijke meisje Emma en hij geeft de wacht de opdracht haar op te pakken. Andrei dreigt haar te doden indien iemand haar aanraakt. Terug komt een onverwachte figuur tussen beiden, de leider der ortodoxe gelovigen Dosifey ( ook soms Donitheus genoemd) hij is een indrukwekkende persoonlijkheid. Hij plaatst Emma onder de hoede van Marfa, en protesteert bij de prins. Als deze is weggegaan, bezweert hij het volk trouw te blijven aan hun ortodoxe religie.
Akt.2
2° Toneel: het zomerverblijf van prins Golitsin.
Hij leest een brief van de tsarinaregentes, die vroeger zijn geliefde was, en die hij nu niet meer vertrouwt. Zijn bediende kondigt de komst aan van een waarzegster die hij ontboden heeft om hem de toekomst te voorspellen. Dit is Marfa, die in een kom water staart en voorspelt dat Golitsin in ongenade zal vallen en dat armoede en schande zijn lot zullen zijn. Golitsin is woedend en geeft de bediende opdracht om Marfa onopvallend te verdrinken. Onaangemeld krijgt hij daarna bezoek van de prins Ivan Khovansky, die zich komt beklagen om de raad die Golitsin aan de tsarina gaf. De twee voeren nu een politieke twist, gedurende welke, Dosifey binnenkomt en als bemiddelaar optreedt. Marfa snelt naar binnen en zoekt bescherming tegen Golitsins bediende die haar wilde verdrinken, juist toen hij dit poogde te doen werd Marfa gered door de lijfwacht van Peter de Grote. De aanwezigheid van die onverwachte troepen in Moskou doet zowel Golitsin als Khovansky schrikken. De bojaar Shaklovity komt een boodschap van de tsarina brengen dat een decreet is uitgevaardigd waarbij de Khovansky's tot verraders bestempeld worden .
Akt. 3
3° Toneel: het Strelty's kwartier.
De ortodox katholieke gelovigen zingen een hymne en Marfa blijft achter, gaat op een heuveltje voor het Khovansky paleis zitten en zingt een klagend lied over haar verboden liefde voor Andrei. Een ortodox katholieke vrouw Suzanna, neemt aanstoot aan de openhartige liefdesbiecht, maar Dosifey verwijt haar fanatisme en troost Marfa. Als zij zijn heengegaan komt Dhaklovity op en bidt om goddelijke hulp voor de bevrijding van zijn land. Hij verbergt zich als de Strelty's opkomen die onderling grote ruzie hebben. De openbare schrijver komt hen, echter waarschuwen dat er huurtroepen van de tsaar naar hun kwartier oprukken. De Strelty's doen een beroep op hun leider prins Ivan Khovansky om hen aan te voeren in de verdediging tegen deze vijanden. Khovansky geeft hen echter de raad zich over te geven en de wil van de tsaar Peter de Grote te volgen.
Akt.4
4° Toneel: een rijke zaal in het paleis van Khovansky.
De prins zit aan tafel en luistert naar het gezang van zijn dienaressen . De bediende van Golitsin, Varsonofieff, komt hem namens zijn meester waarschuwen dat hij groot gevaar loopt. Maar Khovansky vertrouwt op de gunst van de tsarina en laat zijn Perzische slavinnen voor zich dansen. Op het eind van het ballet komt Shaklovity met de boodschap dat Khovansky bij de tsarina ontboden wordt. Ivan ziet daarin een bewijs dat hij weer in d gunst gekomen is en trekt zijn rijkste gewaad aan. Terwijl zijn slavinnen hem het loflied van de witte zwaan toezingen, wordt hij op de drempel door een sluipschutter gedood. Honend vat Shaklovity het afgebroken loflied op in een schamper gelach uitbarstend.
5° Toneel: een paleis in Moskou.
Het volk slaat zwijgend het vertrek gade van prins Galitsin, die zwaar bewaakt in een koets wordt weg gevoerd, in ballingschap. Dosifey betreurt de val van de twee vorsten, die als enigen in staat waren de nieuwe westerse opvattingen van de nieuwe tsaar tegen te werken. Andrei Khovansky die nog niet weet dat zijn vader vermoord is, en hij zelf vogelvrij verklaard is, komt Emma opeisen bij Marfa. Deze zegt hem dat het meisje in veiligheid is, en waarschijnlijk reeds getrouwd is met de man bij wie Andrei haar weg roofde. Andrei bedreigt Marfa met de dood. Hij roept zijn Strelty's om haar als een heks te laten ombrengen. Maar de Strelty's hebben hun eigen problemen. Zij komen inderdaad op met blokken aan hun been, waarop zij onthoofd zullen worden. De massa executie gaat echter niet door, zij zijn op het laatste ogenblik door de tsarina begenadigd. Marfa neemt Andrei in haar huis op en redt hem zo het leven.
Akt.5
6° Toneel: een bos in Moskou.
Hier hebben de ortodoxe katholieken een kluizenaarshut. Zij hebben gehoord dat de tsaar bevolen heeft hen massaal om te brengen, en geven er de voorkeur aan de hand aan zichzelf te slaan. Dosifey gaat hen voor in het gebed, en Marfa beweegt Andrei wiens zaak ook verloren is hen in de dood te volgen. Zij richten een enorme brandstapel op, en bestijgen die terwijl Marfa hem in brand steekt. Zij komen allen in de vlammen om terwijl zij een hymne zingen, en de tsaar Peter de Grote zijn soldaten te laat komen.
Historische uitvoeringen.
Toen Moessorgsky stierf had hij zijn twee laatste opera's " Khovantchina " en " De jaarmarkt van Sorotchintry " niet zelf kunnen afwerken en bleven ze onvoltooid achter, zijn ziekte en verslaving was hem voor. Toen hij stierf was alleen de pianopartituur gereed. Rimski-Korsakov instrumenteerde dit werk, wat in dit geval bittere noodzaak was, maar hij heeft er ook veranderingen aangebracht. De eerste opvoering had plaats in St.-Petersburg op 21 februari in 1886. Dit was echter een uitvoering door delitanten, zodat dit slechts ten dele als de officiële première kon gelden. Deze had eerst plaats op 7 november 1911, eveneens in St.-Petersburg met Feodor Chailapin als Dosifey samen met Serefina Selyuk-Rozrakovskaya. Reeds in 1913 introduceerde Chaliapin deze opera in Londen en Parijs met een Russisch gezelschap. In 1919 werd deze opera in het Engels in Covent Garden opgevoerd. De eerste opvoering in het Frans was aan de Parijse Opera in 1923, onder Kounevitzky met Marcel Journet, Lise Charngu en Albert Hubery. De eerste Italiaanse opvoering was in 1926 aan de Scala van Milaan, ook met Marcel Journet, Louise Bertona, Eugenio Sdanosky en Alexandro Dolci als Dosifey kennen we later nog Boris Christoff, Giacomo Vaghi, en Jerom Hines.
Voor de lage landen heb ik weinig gegevens gevonden. Enkel voor Gent heb ik een uitvoering gevonden voor het eerst en toch in het Russisch gezongen en die tevens een première was voor België op 24 oktober 1930 door het d'Agreneff gezelschap goed voor drie vertoningen en niet meer herhaald tot 1970 op 17 augustus in het kader van het " Festival van Vlaanderen ". Een gastoptreden door de Nationale Opera van Sofia met in de hoofdrollen Pavlov als Dosifey, Dimitri Petkov als prins Ivan, Sapudsjiev als prins Abdrei, Milen Punov als de schrijver, Afeyan als Marfa, Scharkova als Suzanna, Dimitrova Emma, Lyoubomir Bodourov als prins Golitsin en Stoyan Popov als de bojaar Shaklovity onder de leiding van Atanas Margaritov en een regie van Bochnakov.
Voor het eerst vind ik in de moderne tijd ook nota's van een zeer genietbare voorstelling aan de " Opera Vlaanderen " van 2014 met voorstellingen zowel te Antwerpen als te Gent onder de leiding van Dmitri Jurowski, met Ante Jerkumica, Alexey Tikhomorov, Oley Bryjak, Julia Gertseva, Vsevolod Grivnov, deze uitvoering krijgt zeer goede reacties en een goede recenti te lezen op de website van " Le Grand Inquisiteur " http://www.kanevas.be/igi/?id=1470
Discografie en Cinégrafie.
1) Een eerste opname in 1946 onder de leiding van Boris Khaykin met Kirov orkest, met Boris Friedkov, Vladimir Ulyanov, Merk Reyzen, Sifya Preobrazhenskaya. De Rimski-Korsakov versie van 1882 op LP Melodia cat: D011089/94 ( 2Lp's).
2) 1951 aan het Bolshoi theater onder de leiding van Vasilly Nebolsin, met Aleiksey Krivchenya, Nikandr Khanayev, Aleksey Ivanov, Mark Reyzen en Mariya Maksakova ook de Rimsk-Korsakov versie ook op Melodia Cat: D 1712-19 op (2Lp's) en op CD Cat: LYS 504/506 op ( 3 CD's)
3) 1978 door de opera van Sofia onder de leiding van Anatas Margaritov met Dimitr Petkov, Todor Kostov, Nicola Ghiuselev, Alexandrina Milcheva, Lyoubomir Bodourov en Stoyan Popov op CD Brilliant Opera Collection 94255 (3 Cd's)
4) 1991 op DVD met het Kirov orkest onder de leiding van Valeriy Gergief, met Bulat Minzhilikiev, Vladimir Galuzin, Aleksey Steblyanko, Valeiy Alekseyev, Nikolay Okhotnikov en Olga Borodina
Willy Faes
Prachtig! Danku Gilbert. Ik zag een unieke Khovantchina in de Munt enkele jaren geleden met een sublieme Anatoli Kotcherga.