Peter Iljitsj Tsjaikovski (1840-1890)

Peter Tsjaikovski (1840-1890)

Tsjaikovski, is de meest gespeelde Russische componist ter wereld, werd op 7 mei 1840 in Wotkinsk geboren. Hij verloor zijn moeder , toen hij 15 jaar oud was, aan cholera. Hij volgde als knaap lessen rechtsgeleerdheid en werd naderhand klerk op het ministerie van justitie om in zijn levensbehoefte te kunnen voorzien. Op zijn 21ste zette hij zijn wil door om muziek te studeren aan het conservatorium van St.-Petersburg. Rubenstein die zijn talent inzag,  bood hem een baan aan als muziekleraar voor compositie aan het conservatorium te Moskou. Uit de contacten met Balakirev en diens gezellen blijkt dat Tsjaikovski een meer vakkundige en een minder nationalistische kijk op de muziek had. Toch droeg hij zijn romantische ouverture " Romeo & Julia " en zijn veel latere schitterende dramatische " Manfred " symfonie aan hen op.

Toen gebeurde er een wonder: als een sprookje dook een rijke weduwe ,een van de meest gecultiveerde vrouwen uit die tijd, de weduwe Nadjesda von Meck op, die hem twaalf jaar lang financieel steunde. Wat de componist het mogelijk maakte naar believen te reizen ,te leven zoals het hem beliefde en te scheppen wat zijn geest hem ingaf. Uit deze verhouding van mecenas tot beschermeling groeide een wonderlijke vriendschap- of liefdesverhouding ? Als we dit zo zouden mogen noemen, met de stilzwijgende afspraak, dat zij elkaar nooit zouden ontmoeten. Nooit hebben Tsjaikovski en Nadjesjda von Meck elkaar dus de hand gedrukt of het woord tot elkaar gericht, maar des te talrijker en boeiender was hun briefwisseling. Ze hebben elkaar bij honderden brieven geschreven, zo beklom Tsjaikovski trede per trede  de ladder naar der roem. In wezen was hij een schuw, en eenzelvig man, soms benadert zijn emotionaliteit het hysterische, maar tegelijk onderkennen we een intiem, aristocratisch lyrisme, dat duidelijk invloed ondergaat van Mozart, die door Tsjaikowski vereerd werd. Tijdens die periode componeerde hij zijn symfonische fantasie " Francesca da Rimini " en het "Zwanenmeer " . Dit was het eerste van zijn drie balletten. Het lijdt geen twijfel dat Tsjaikowski de balletmuziek opvoerde tot voordien nooit geziene hoogte. Toen hij aan zijn opera " Eugen Onegin " werkte, werd hij zelfs zo aangegrepen door de emotionele situatie van de helden, dat hij trouwde met een vurige bewonderaarster. Met zijn homofiele aanleg had hij dat beter niet gedaan. Het werd een catastrofe. Hij sloeg na twee maand op de vlucht  en poogde zelfmoord te plegen. Hij herstelde tenslotte van die totale instorting aan het meer van Genève in Italië. Kort nadien schreef hij zijn zonnig " Italiaanse Capricio " Na zijn ontslag als leraar concentreerde hij zich uitsluitend op het componeren. Een van zijn mooiste werken het piano trio , schreef hij ter nagedachtenis van Rubenstein die hem steeds sterk had gesteund en aan de grondslag lag van zijn algemene erkenning van zijn muziek.

Omstreeks 1885 was hij al zover hersteld dat hij opnieuw als gastdirigent kon optreden. In de laatste vijf jaar van zijn leven schreef hij een aantal van zijn beste werken.  Het ballet " De Schone slaapster ", het " Notenkrakersballet " evenals zijn opera's " Eugen Onegin " en " Pique Dame " na zijn " Pathetische zesde symfonie " een week na de première overleed hij juist zoals zijn moeder 38 jaar geleden aan de cholera. 

Zijn  Operas .

1) Droom op de Volga (1868)

2) Ondine (1869)

3) De lijfwacht (1870)

4) Vakoela de smid; (1874)

5) Eugen Onegin (1879) 

6) De maagd van Orleans (1881)

7) Mazzepa (1884)

8) De Tovenares (1887)

9) Schoppen Vrouw (1890)

10) Iolanthe (1891)

 

" Italiaans Capriccio " opus 45

Het Italiaanse Capriccio is zijn eerste werk dat hij in Genève schrijf na zijn herstelling van zijn depressie in 1880.

"Het zwanenmeer " door Kirov Theater te Leningrad

Choreografie Marius Petipe & Lev Ivanov.