" Les Mousquetaires au couvent "
Een operette in drie bedrijven van Louis Varney (1844-1908)
Libretto van Jules Prével en Paul Ferrier, gebaseerd op een vaudevillestuk van Amable Saint-Hilaire en Pau Dupont.
Inleiding.
Een operette die heel belangrijk was voor de Gentse opera, die steeds repertoire heeft gehouden tot laat in de jaren zeventig van vorige eeuw. De première had plaats in het " Théâtre des Bouffes Parisiens " in op 16 maart 1880. Dit stuk kende veel bijval en werd de meest succesvolle compositie van de componist Varney, het is het enige werk dat een blijvende plaats in het repertoire heeft behouden. reeds na WO I was er te Gent in 1919 een Nederlandse vertaling met als titel " De Musketiers in 't klooster ". Eén van de recentste productie was in 2013/14 aan de " Opera van Lausanne " en aan de " Opéra Comique " te Parijs. Dit werk ligt op de grens tussen een komische opera en een operette, in sommige Franse theaters spreekt van een " opera buffo " .
Rolverdeling. Stem. Eerste cast.
Vicomte van Brissac ------------------------------ bariton ------------------------------ Frederic Achard
Gontran de Solanges ------------------------------ tenor -------------------------------- Emile Marchelin
Abt Bridaine ---------------------------------------- bas ------------------------------------ Paul Hihemans
Graaf de Pontcourlay gouverneur --------------- bas ------------------------------------------ Dequercy
Marie de Pontcourlay ----------------------------- sopraan------------------------------- Louise Rouvroy
Louise de Pontcourlay ---------------------------- sopraan ----------------------------------- Elise Clary
Simonne -------------------------------------------- sopraan ------------------------------- Giulia Bennati
Moeder overste van het klooster -------------- mezzosopraan ----------------------------- Chevalier
Rigobert, musketier van de koning. ---------- bas ------------------------------------------ Paul Jorge
Plaats en tijd: tijdens het bewind van Louis XIII. In Touraine.
Akt. 1
In een herberg zitten Brissac en Gontran twee bevriende kapiteins van de musketiers. Gontran is verliefd op Marie een dochter van een vooraanstaande familie die in het naburige klooster van de zusters Urselines, op internaat is. De gouverneur van de provincie verschijnt met een boodschap dat Marie en haar zuster Louise om politieke redenen op bevel van kardinaal Richelieu tot de zusterorde moeten toetreden. De almoezenier van het klooster Bridaine, die tevens de oude biechtvader is van Gontran, moet de meisjes inwijden. Hij tracht Gontran te doen afzien van zijn liefde, maar Brissac smeedt een plan om de meisjes te ontvoeren. Gekleed in een habijt van twee bedelmonniken, die ze hebben opgesloten in de herberg, krijgen de musketiers toegang tot het klooster.
Akt. 2
In een studeerkamer van het klooster van de zusters Ursulines, maken de twee vrienden verkleed als monniken een opmerkelijk entree. Moeder overste verkondigt aan de leerlingen dat er twee paters zijn aangekomen en dat ze bij hen kunnen biechten. Gontran blijft gereserveerd om niet ontdekt te worden , maar Brissac riskeert meermaals ontmaskerd te worden door zijn militair gedrag. Louise krijgt een vermoeden van de ware toedracht. Het komt tot een schandaal, Brissac drinkt meer dan redelijk is van de goede wijn tijdens de aangeboden maaltijd, en geeft daarna een dubieuze preek over de liefde. Bridaine die de twee heeft herkend, stelt alles in het werk om de twee monniken te redden.
Akt. 3
Op de binnenplaats van het klooster bekommert Bridaine zich om Brissac, nu ontmoeten Gontran en Marie elkaar. Ze besluiten te vluchten en krijgen de steun van Simonne, die door de herbergier naar het klooster is gestuurd op zoek naar de abt Bridaine. Louise wil mee met Brissac, zo niet zal ze verklappen wie hij in werkelijkheid is. Hun ontsnappingspoging mislukt wanneer Bridaine verschijnt. Hij ziet de ladder en denkt dat ze Marie ontvoerd hebben en klimt er achterna, maar dan neemt Simonne de lader weg en hij blijft hulpeloos achter op de muur. Ondertussen arriveert de gouverneur aan het klooster om de bedelmonniken te arresteren, want het blijken samenzweerders te zijn die het op de kardinaal gemunt hebben, die de volgende dag het klooster komt bezoeken. Tot zijn verrassing blijken het twee officieren te zijn van de koning. De echte samenzweerders waren de bedelmonniken die de musketiers hebben opgesloten in de herberg. Zonder het zelf te weten hebben ze het leven van de kardinaal gered en als beloning mag Gontran trouwen met Marie terwijl Louise de hand van Brissac krijgt.
De operette eindigt in een finale feestsfeer.
Belangrijke aria's en duetten.
Akt 1. - Ouverture.
- Aria: " Eh ! oui, c'est moi l'abbé Bridaine . "
- Trio: " Parle, explique-toi ! (Brissac, Gontran - Bridaine ).
- Koor: " C'est jour de fête ", " Villanelle, quel plaisir à la brune
- Finale: " Dans le village on dansera (allen te samen )
Akt 2. - Prelude
- Romance de Marie: " Mon dieu, que mon âme incertaine. "
- Ensemble: " je voudrais qu'approchant sous criante . "
- Romance de Gontran: " il serai vrai ! cefut un songe. "
- Arriette de Brissac: " gris, suis je gris vraiment ? "
- Finale " juste ciel, quel scandale . " ( allen samen)
Akt 3. Koor: " Sous les grands murs du vieux couvent ". (soldaten zingen in de coulissen)
koor: " deux à deux nosément ." ( de interne leelingen)
Aria van Simonne: " A la porte des reverends ."
Duet Gontran en Marie: " Il faut fuir, le danger nous presse ."
Quintet: " prenous l'echelle ." ( Marie, Gontran,Simonne,Brissac, Louise)
Finale: " dans le village, on dansera (allen samen)
Historische uitvoeringen.
Deze operette werd voor het eerst opgevoerd een jaar na de dood van Louis Varneys vader, Adolphe Varney die aan het " théâtre des Bouffes-Parissiens , Jacques Offenbach als directeur was opgevolgd in 1861. De première had plaats op 16 maart 1880. Op 2 september van hetzelfde jaar was er al een herwerkte versie die repertoire hield tot 1906. In 1886 werd er met dezelfde versie een productie gebracht aan het " Théâtre des Folies-Dramatique " en hield daar repertoire tot 1909 en aan het " Théâtre des Menus-Plaisir " werd het stuk op het podium gebracht tijdens het speelseizoen 1896/97 en aan het " Théâtre de la Gaîté waren er producties van 1899 tot 1913 allemaal te Parijs. Na WO II (1945) kwam het stuk terug op het repertoire tot 1957 waarvan er in 1953 een mooie opname werd gemaakt op LP met Michel Dens, Nadine Renaux, Liliane Berton en Raymond Amde. In 1968 wordt deze operette opnieuw tot leven gebracht op het festival van " Port Saint-Martin " in Parijs. Ook de " Opéra Comique " bracht een productie in 1992 en 2015.
Ook in onze gewesten was het werk zeer populair. In Gent vind ik zelfs al een eerste opvoering op 8 september 1881 met Depouy als Simonne, Louise Maes als Marie, Aurivelly als Louise, Ferrier als Brissac en Pergoli als Gontran het werk heeft steeds repertoire gehouden. Ik vind zelfs een eerste vertaling in het Nederlands aan de Minard-schouwburg in 1919, en in 1929 in de nieuwe cirk onder de naam " De Musketiers in het Klooster ". Recentere herhalingen van deze operette dateren van 1966, -69 -72 en 1976 tijdens de directieperiode van Karel Locufier en Lotigiers goed in totaal 118 voorstellingen nadien vind ik geen nieuwe herhalingen meer.
Discografie.
Er zijn op het internet een tiental volledige versies beschikbaar.
1) 1953 onder Marcel Carvin met Michel Dens, Nadine Renaux, Raymond Amade, Liliane Berton gemaakt door l'Association des Concerts Lamoureux LP, mono Phaté 33DTX133.
1) 1992 onder Robert Benetti met Collete Riedinger, Pauline Carton, Gabriël Bacquier en Mireille Lacoste op akkord 465874-2 (2 cd's sedert 2000).
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo