" La Damnation de Faust "
Opera van Hector Berlioz in vier akten en 13 tonelen.
Libretto van de componist en Gandonnière naar Goethe.
Inleiding.
Eigenlijk is deze opera van Berlioz een oratorium of concertopera voor koor en orkest en vier stemmen, gebaseerd op het werk van Goethe " Doctor Faust ".
Berlioz ontdekte het meesterwerk in 1828, lang nog voor Gounod. Hij was er erg van onder de indruk en zette 8 scénes op muziek als " Faust " opus 1. Hij was er echter niet tevreden over en vernietigde het werk, pas veel later in 1845 op een reis door midden Europa besloot hij de scénes een plaats te geven in een veel groter geheel en zo ontstond " La Damnation de Faust ". Hij schreef de tekst zelf en er kon in 1846 een eerste opvoering plaats vinden.
Het was Berlioz zijn grootste ambitie opera's te componeren maar het is ook de ironie van het lot dat juist Berlioz' opera's nooit een blijvend succes zijn geworden. De enorme lengte en de complexiteit van zijn werken staan een opname in het normale operarepertoire in de weg.
Slechts zijn " Les Troyens " begint langzaam gewaardeerd te worden. De eerste opvoering van " La Damnation had dus plaats aan de " Opera Comique " te Parijs op 6 december 1846. Tegenwoordig geldt deze opera tot één van Berlioz' meesterwerken.
Rolverdeling. Stem. Eerste Cast.
Marguerite ---------------------------------alt of mezzo-sopraan --------------Pauline Viardot-Garcia
Faust -----------------------------------------------tenor -------------------------Gustave-Hippoliet Roge
Mephistopheles -------------------------------------- Bariton --------------------Leonard Hermann Léon
Brander --------------------------------------------- bas ------------------------------------------------ Henri
Akt. 1
1° Toneel: Hongaarse steppe.
Een vlakte in Hongarije. Dat Berlioz zijn eerste toneel hier laat spelen was uitsluitend een excuus om zijn de Rakoczy mars in te lassen. Faust een bejaarde geleerde, filosofeert in de vroege morgen en observeert een groep landlieden die dansen en ruwe schunnige grappen verkopen, ( aria: " Le vieil hiver a fait place au printemps ") een leger Hongaarse soldaten trekt voorbij, onder de klanken van de Rakoczy-mars.
Akt. 2
2° Toneel: studeerkamer van Faust.
Doctor Faust klaagt er over dat hij noch in de natuur, noch in zijn boeken, noch in zijn herinneringen berusting voor zijn ouderdom gevonden heeft. ( aria: " Sans regrets j'ai quitté les riantes campagnes " ). Hij staat op het punt vergif in te nemen, maar wordt hier tegengehouden door de klanken van een Paashymne . Zijn gedachten worden hierdoor afgeleid, maar plotseling staat Mephistopheles naast hem, die hem ertoe verleidt de aardse geneugten te leren kennen
3° Toneel: een wijnkelder in Leipzig.
Plots bevinden beiden zich in een wijnkelder in Leipzig. Branden zingt hier een ballade over een rat, die eindigt in een fuga. Mephistophiles vergast de aanwezigen op een beter lied. Het lied van de vlo ( Chanson de La Puce " Une puce gentille ") Faust vindt die toestand maar niets en vraagd Mecphistopheles hem elders heen te sturen.
4° Toneel: een landschap aan de Elbe.
Faust rust hier midden de bloemen, door Mephistopheles in slaap gezongen ( aria: "Voici des roses " ). In een visioen toont Mephistopheles de slapende Faust het meisje Marguerite. Het ballet kan die indruk bij Faust niet doen vervagen en eist dat Mephistopheles hem naar haar toe zal leiden.
5° Toneel: een troep soldaten, en studenten trekt naar de stad . Faust en Mephistopheles voegen zich bij hen.
Akt. 3
6° Toneel: in Marguerites slaapkamer.
In de verte hoort men trommels en trompetten die de retraite spelen. Faust verwacht Marguerite met ongeduld ( aria: " Merci dous crépuscule ") en bekijkt nieuwsgierig alle voorwerpen in haar kamer. Mephistopheles kondingt haar komst aan, en raadt hem aan zich achter een gordijn te verbergen. Marguerite komt op en zingt , haar haren kammend het lied van de koning Thule ( Autrefois un roi de Thulé ).
7° Toneel: de straat voor Margeruites huis.
Mephistopheles roept dwaallichten op die om het huis heen dansen en zingt een sarcastische serenade (" Devant la maison de celui qui t'adore ").
8° Toneel: Terug in Marguerites kamer.
Faust treedt te voorschijn, en beiden verklaren hun liefde ( duet: " Ange adoré , dont la céleste image " ). Mephistopheles komt onverwacht binnen om te waarschuwen dat de buren Faust zijn aanwezigheid hebben opgemerkt en in aantocht zijn om Marguerites moeder te waarschuwen. Faust en Mephistopheles vertrekken haastig, terwijl het koor buiten alarm slaat.
Akt.4
9°Toneel: terug Marguerites kamer.
Door haar minnaar verlaten denkt ze na over haar verloren gelijk ( aria: " D'amour l'ardente flamme ") hier is Goethes spinnewielscéne , welk attribuut echter bij Berlioz niet voorkomt. Van buiten hoort men wederom een echo van het koor der soldaten en studenten uit de tweede akte.
10° Toneel: een woest rotslandschap.
Faust filosofeert over het wonder der natuur ( aria: " Narure immeure ") ,maar Mephistopheles komt hem waarschuwen dat Marguerite gevangen genomen is omdat zij haar moeder vergiftigd heeft met het veel te zware slaapmidel dat hij haar had gegeven. Faust eist dat hij haar moet helpen, maar Mephistopheles verlangt daar voor zijn handtekening op een document. Nadat Faust hier aan voldaan heeft springen ze op twee zwarte paarden en spoeden ze zich naar de plaats van terechtstelling.
11° Toneel: In een wilde rit razen de paarden voort langs biddende vrouwen en kinderen, door een regen van bloed en langs afzichtelijke verschijningen. Het wordt Faust eindelijk duidelijk dat het doel de hel is.
12° Toneel: de hel.
In de hel aangekomen triomfeert Mephistophiles over Faust, die door het document te tekenen voorgoed in zijn macht is geraakt.
13° Toneel: de apotheose.
De apotheose van Marguerite, waarin ook de mogelijkheid van een uiteindelijke redemptie van Faust wordt opengelaten.
Historische uitvoeringen.
Deze opera is eigenlijk een soort oratorium, Berlioz noemde het zelf een concert-opera. De eerste opvoering vond plaats aan de " Opera Comique " te Parijs op 6 december 18946. Er werd speciaal aangekondigd dat Marguerite zou gezongen worden door de alt Pauline Viardot-Garcia de zus van de flamboyante Marie Malibran die acht jaar eerder door een ongeval met een koets en haar paarden in Londen om het leven gekomen was op amper 28 jarige leeftijd.
Het bleef dus ook in Frankrijk de traditie dat deze operapartij gezongen werd door donkere stemmen, alt of mezzo maar ten minste een dramatische sopraan.( andere bronnen noemen de mezzo-sopraan Hortense Dufflot-Maillard). Deze eerst uitvoering had weinig succes. De eerste succesrijke uitvoering zou nog 30 jaar op zich laten wachten als de opera in concertvorm gebracht werd te Parijs in 1877. Later vond er de première plaats in 1896 aan de Metropolitan te New York, onder de leiding van Vigna met Geraldine Farrar, Charles Rouselire zn Pol Plaçon, en 100 jaar later werd het jubileum concert aan de Cargenie-Hall gegeven op 10 november 1996.
De eerste voorstelling aan de Scala van Milaan was met Mario Sanmarco als Mephistopheles. In 1930 volgde een eerste voorstelling in Monte Carlo.
Opvoeringen in de lage landen .
In Nederland werd die opera enkel maar in concertante opgevoerd eerst in 1914. In België daarentegen blonken meerdere mezzo's uit in deze rol van Marguerite zoals , Solange Michel, Lucienne Delvaux en Rita Gorr om er maar enkele te noemen.
In Gent vind ik de eerste nota's van een voorstelling terug in 1885 ook in concertvorm uitgevoerd als oratorium door de leerlingen van het conservatorium en dit zou herhaald worden in 1913. Voor de eerste podiumvoorstelling in het Grote Theater moeten we wachten tot 21 februari 1913 met Dratz als Marguerite, Fonteix als Faust en Jenotte als Mephistopheles en dit voor zes vertoningen. Een herhaling kwam er pas 61 jaar later op 21 april 1974 met Mauryse Patris als Marguerite, Walter Meesen als Maphistofeles en Albert Lance als Faust, Jef Nachtergaele was dirigent.
Aan de Munt in Brussel was er een voorstelling in 2002 met Jonas Kaufmann als Faust, José Van Dam als Mephistofeles en Susan Graham als Marguerite en Henry Waddington als Brander dirigent Antonio Pappano.
Discografie en Cinégrafie.
Er zijn weinig complete opnames van deze opera te vinden. Ik heb er wel 49 geregistreerde gevonden op het internet. We hebben ook lang moeten wachten voor er opnames gemaakt zijn namelijk tot 1931 voor het eerst.
1) 931 onder de leiding van Piero Cappola met José Trévi als Faust, Mireille Berthon ( zong ook te Gent in 1952) als Marguerite, Charles Mosturier op Black disc France HMV. C99-2405 ( 10x78s) ook op Compact disc. Pearl GRMM.CD cat; 9080( 1 CD).
2) 1969 met de legendarische bezetting: Nicolai Gedda als Faust, Janet Baker als Marguerite, Gabriel Baquier als Mephistophiles en Pierre Thau als Brander onder de leiding van Georges Prètre met het orkest " Theatre National de l'Opera " op compact disc. RMI Classics B000MPCMEE.
3) 1995 onder Kent Nagano met Thomas Moser als Faust, Dusan Graham als Marguerite, José Van dam als Mephistophiles en Fréderic Caton als Brander. Op compact disc . ASIN:B000005E31 (2cd's)
4) 2002 op DVD aan de Muntschouwburg te Brussel onder Antonio Pappano met Jonas Kaufmann als Faust en Susan Graham als Marguerite , José Van Dam als Mephistopheles en henry Waddington als Brander op DVD. Première Opera DVD6721.
Deze weinig gepeelde opera is de laatste decennia aan een opwardering toe want er wordt wel elk jaar sedert 2010 een nieuwe opname gemaakt met een andere bezetting. Ook wordt hij de laatste tijd regelmatig in productie gebracht en wordt heden als een van Berlioz' beste werken aanzien.
" La Damnation de Faust "
" Mefistofele "
Opera van Arrigo Boito in vier akten, proloog en epiloog.
Libretto van de componist naar Goethes " Faust "
Inleiding.
Boito was slechts 25 jaar oud toen hij dit meesterwerk schreef, waarvoor hij zelf ook het libretto uit Goethes werk samenstelde. Het was echter zijn tijd dermate vooruit, dat de première aan de Scala op 5 maart 1868 onder zijn leiding een totaal fiasco werd.
Het succes kwam er pas, nadat Boito de opera had herwerkt, dit rijpingsproces zou echter nog zeven jaar aanslepen. In 1875 kwam de première van de nieuwe herwerkte versie van zijn opera, aan de opera van Bologna met Borghi-Mano, Campanini en Nannetti op de planken. Deze keer was het wel een succes. In 1881 wilde men het werk opnieuw opvoeren aan de Scala nu met Marconi als Faust en Nannetti als Mefistofile. Toch had het eerste fiasco op Boito zoveel indruk gemaakt dat zijn zelfvertrouwen een zware deuk had gekregen dat hij gedurende zijn leven nooit nog een productie van een eigen compositie heeft gegeven. Hij had nog wel een tweede opera waaraan hij werkte " Nerone " hij heeft er zijn hele leven aan gewerkt en bij zijn dood was het nog onvoltooid.
Hij legde zich meer toe op literaire arbeid, en schreef veel libretti voor andere componisten, we mogen zeker zijn samenwerking met Verdi niet uit het oog verliezen voor diens " Otello en Falstaff " . Hij was voor deze werken van onschatbare waarde. Ook schreef hij nog voor ander componisten libretti, zoals voor Ponchielli's " La Gioconda " en voor Macinelli, Catalani en nog vele anderen.
Rolverdeling. Stem. Cast 1875.
Mefistofele. ----------------------------------------- bas ----------------------------------Romano Nannetti
Faust.---------------------------------------------- tenor ---------------------------------Italo Campannini
Margherita. ---------------------------------------sopraan ---------------------------Ermino Borghi-Mamo
Marthe --------------------------------------------- alt --------------------------------Antonietto Mazzucco
Elena -------------------------------------------dramatische sopraan --------------Ermina Borghi- Mamo
Wagner--------------------------------------------tenor ---------------------------------------Carlo Casorini
Pantalis ----------------------------------------------alt ------------------------------ Antonietto Mazzucco
Plaats en tijd: in Frankfort, de Brocken en het Lellas , middeleeuwen.
Proloog.
De jubelzangen van de hemelse heirscharen worden onderbroken als Mefistofele nadert om God een voorstel te doen.
Als het hem zou lukken om de folosoof Faust te verleiden zou hij in het bezit worden gesteld van diens ziel ( eria: " Ave Signor " ). In naam van de schepper wordt dit voorstel aangenomen. Mefistofele verdwijnt en de engelen en cherubijnen hervatten hun lofzangen.
Akt. 1
1° Toneel: paasmorgen voor de poorten van Frankfort.
Vreugdevolle bedrijvingheid der burgers die deze eerste mooie lentedag gebruiken voor een wandeling. De oude geleerde Faust heeft zich ook buiten gewaagd steunend op zijn leerling Wagner, die minachting heeft voor het gepeupel om hen heen. Het begint te schemeren en Faust wordt verontrust door een grijze monnik die om hem heen draait. Hij komt steeds dichter bij, als het ware in magische cirkels om hem heen beschrijvend. Wagner stelt Faust gerust; het is maar een bedelmonnik die een rozenkrand bidt.
2° Toneel: in Faust zijn studeerkamer.
Faust denkt nog terug aan zijn wandeling, ( aria: " Dai campi, dai prati ") die hem lust geschonken heeft liefde voor de mensheid te putten uit het evangelie. Hij slaat de Bijbel open , waarop een hartverscheurend gekreun weerklinkt. Het is de monnik die zich achter het gordijn verstopt had. Faust bezweert hem met het teken van Salomon, waarop de monnik in een zwierige cavalier verandert. Mefistofele stelt zich voor als de geest die alles ontkent ( aria del fischio: " San to spirito che nega ") en overal een sarcastisch gefluit laat horen. Hij biedt Faust zijn diensten aan, onder voorwaarden deze later te honoreren. Faust tekent een contract waarop Mefistofele zijn mantel opent en met Faust het raam uitvliegt.
Akt.2
3° Toneel: de tuin om het huis van Margherita
Faust heeft zich, onder de naam Enrico voorgetsteld aan een jong meisje Margherita, en heeft een afspraak met haar in de tuin in die avond. Mefistofele onderhoudt zich intussen met de buurvrouw Martha die als chaperonne fungeert en wier aandacht moet worden afgeleid. Margherita vraagt Faust naar zijn geloof, waarop hij een spitsvondig antwoord geeft. Margherita zegt dat haar moeder zeer strikt is en licht slaapt. Faust geeft haar een slaapmiddel, onschuldig, naar hij zegt. De scéne eindigt in zeer zwoele stemming.
4°Toneel: de heksensabbat op de Brocken in het Harzgebergte.
Mefistofele roept van verre de geesten op, en laat zich met Faust door een glimworm naar de plaats van de bijeenkomst leiden. Daar wordt Mefistofele door zijn horden gehuldigd. Hij krijgt een grote glazen bol die de wereld verbeeldt en die hij toespreekt om hem daarna in duizend stukken te gooien (aria: " Ecco il mondo " ). Faust heeft een visioen van Margherita die geketend is , en een rode strop om haar nek heeft. Deze scéne eindigt met een wilde orgie.
Akt.3
5° Toneel: de gevangenis.
Margherita wacht hier op haar terechtstelling. Ze heeft haar verstand verloren en zingt in een ( aria: " L'altra notte, in fondo al mare "), dat men haar kind in zee gegooid heeft en haar ervan beschuldigt het te hebben gewurgd. Faust komt met Mefistofele om haar te redden. Margherita herkent weliswaar Faust, maar is niet te bewegen om weg te gaan. Zij wil hier blijven , waar haar moeder en haar kind begraven zijn. Die deur daar leidt naar de hel. Faust overreedt haar en samen zingen ze een (duet: "Lantano, lantno, lantano ") dat vooruit loopt op het Lur-Enzo duet in Ponchiello's " La Giaconda ". Mefistofele merkt op dat de dag aanbreekt Margherita deinst voor hem terug, smeekt de hemel om genade en sterft. (aria: " Spunta l'aurora pallida "). Op het moment waarop de beul binnenkomt, trekt Mefistofele Faust met zich mee.
Akt.4
6°Toneel: aan de oever van de rivier Peneus.
In de vallei van de tempel. Dit is de klassieke sabbat uit Faust II. Elena (de Griekse uit Homerus) zingt een streng klassiek duet met Pantalis ( " La lina immobile ") terwijl Faust aan de voet van de rots ligt te dromen. Mefistofile die hem wekt, voelt zich in een etherische atmosfeer niet op zijn plaats, en gaat verveeld weg als curytiden een dans uitvoeren. Elena komt weer op en beschrijft als in trance de verwoesting van Troye, Faust nadert haar in rijk kostuum van een vijftiende -eeuwse ridder en spreekt haar in rijmvorm aan. ( " Forma ideal purissima ") . Hij beschrijft haar als het ideaal van schoonheid en op Elena maakt vooral zijn, voor haar nieuwe taal indruk. Zij wil dit zoete idioom van hem leren, en Faust zegt dat zij dat zal kunnen door te beminnen. Deze scéne eindigt met een groot ensemble ( " Amore, misterio " ) waarin beide rijmvormen verenigd worden en Faust Elena met zich mee het bos invoert.
Epiloog.
7°Toneel: weer in Faust zijn studeerkamer.
De studeerkamer is in verwaarloosde toestand. Faust zit in zijn leunstoel, terwijl Mefistofele achter hem de wacht houdt, omdat de ziel hem niet zou ontsnappen als Faust zou komen te sterven. Faust denkt na over zijn tweede leven. hij heeft de liefde gekend van de maagd en van die van de godin. Maar de werkelijkheid bracht smart en het ideaal was maar een droom (aria: " Guinto sul passo estremo "). Zijn droom is , koning te zijn van een gelukkig en te vreden land. Vergeefs tracht Mefistofele hem terug in zijn mantel te lokken. Ook een visioen uit de Griekse scéne van toneel 6 brengt Faust niet uit zijn escalatie. Hij grijpt de bijbel en valt daarmee dood neer. Zo is zij ziel aan Mefistofele ontsnapt. Rozen dalen uit de hemel neer en de cherubijnen bezingen de de genade die Faust ten deel is gevallen. Waartegen Mefistofele vergeefs zijn doordringend gefluit laat horen.
Historische uitvoeringen.
De voorstelling aan de Scala op 5 maart 1868 onder de leiding van Boito zelf met Melanie-Charlotte Redoux als Elena van Troye en Margherita en Guiseppina als Martha en Gerolamo Spallazzi als Faust en François-Marcello Junca als Mefistofele , draaide uit op een fiasco. Nadien duurde het zeven jaar eer Boito de opera had herwerkt en ging hij in première op 4 oktober 1875, deze keer met Italo Camponini als Faust en Ermina Borghi-Mamo als Margherita en Romano Vannetti als Mefistofele. Deze keer had de opera wel succes en reeds in 1881 werd deze opera terug opgevoerd aan de Scala van Milaan.
Heel langzaam is men de genialiteit van " Mefistofile " gaan inzien. Het is een der weinige opera's uit de tweede helft van de negentiende eeuw, die de vergelijking kan doorstaan met opera's van Verdi. Het werk bleef in Italië bijzonder geliefd , maar hij kon de Faust van Gounod nooit naar de kroon steken.
Er was nog een gedenkwaardige voorstelling aan de Scala in 1901 met Caruso, Chaliapine, Emma Carelli en Amelia Pinto onder de leiding van de legendarische dirigent Arturo Toscanini. In Duitsland en Frankrijk kon het werk geen repertoire houden. De schoonheid van Boito's libretto kon niet vertaald worden. De buitenlandse theaters die deze opera toch brachten in het Italiaans hadden wel succes zoals in Covent Garden te londen, de Metropolitan in New York en de Chicago Opera.
Opvoeringen in de lage landen.
In Nederland werd Mefistofele opgevoerd door de Italiaanse Opera en de laatste keren spreken we van 1932 met Luigi Ferroni, Civil Scuderi en Di Leo nog eens in 1936 met Gregonio Melnik Granda, Scuderi en Alida Vane.
De Brusselse première had plaats in 1906 met Vanni Marcoux als Mefistofile en Leon Lafitte als Faust. Dit was één van de weinige keren dat dit werk in het Frans gezongen werd. Deze opera is t.o.v. " La Damnation de Faust " wel regelmatig opgevoerd zelfs in het zelfde jaar in Brussel met dien verstande dat het te Gent in het Italiaans was op 23 maart 1906 met Spada als Margherita, Banquells als Mefistofele en Capri als Faust, Baterra als Wagner onder de leiding van de voor Gent legendarische dirigent Wehils, tegenover Brussel in het Frans. Te Gent hadden we ook een Franse versie maar in 1923. Dan moesten we wachten tot 1949/50 tijdens de Bovy directie met De Reuck, De Decker, Caujolle en in 1956/57 met Vecray als Margherita, Zola als Faust en Giongo als Mefistofele.
De jongste herneming was terug op 1 maart 1980 met Costaviera als Margherita, Bostoli als Mefistofele en Scano als Faust terug in het Italiaans. In totaal 28 voorstellingen waarvan 13 in het Frans en 15 in het Italiaans.
Discografie en cinégrafie.
We vinden van deze opera toch 40 complete opnames geregistreerd terug op het internet. De oudste is van 1928 maar dit bleek geen volledige te zijn maar hoogtepunten.
1) 1931 is de eerste opname aan de scala van Milaan onder de leiding van Lorenzo Maljoli met Nazzareno de Angelis, Antonio Mechandri en Mafalda Fovero origineel op Colombia en nu beschikbaar op Cd Naxos Historical cat: 8.110273-74 (2CD's)
2) 1958 onder Tullio Serafin koor en orkest Accademia Santa Cecilia Rome met Cesari Siepi, Mario Del Monaco en Renata Tebaldi. op Audio CD Decca cat; 0002894405424 (2 CD's).
3) 1988 onder Giuseppe Patané met Samuel Ramey, Placido Domingo en Eva Marton. Op Audio Cd Sony cat: B0000026QH. (2CD's).
4) 1984 op DVD onder Maurizio Arena aan de San Francisca Opera. Met samuel Ramey, Gabriella Benachova en Deries O'Neill. Op DVD Art Hauss (opera collectie ) n° 63. Dit is een van de mooiste opnames ooit met de legendarische Samuel Ramey in zijn glansrol.
Willy Faes
Voor mij is de Muntproductie met Pappano, Van Dam en Kaufmann de beste die er bestaat. Onvergetelijk. Uniek!