" Cyrano de Bergerac "
Opera in vier bedrijven en vijf tonelen van Franco Alfano.
Libretto van Henri Cain naar Edmond Rostands versdrama " Cyrano de Bergerac "
Inleiding.
Deze opera werd oorspronkelijk in het Frans gecomponeerd, maar voor het eerst opgevoerd in een Italiaanse vertaling aan het " Teatro dell' Opera " te Rome, op 22 januari 1936. De première in de Franse versie ging door op 29 mei 1936 in " La Salle Favart " van de Opéra-Comique te Parijs. Alfano had een overeenkomst met de diva Mary Garden, die zou de kosten voor de rechten van de tekst dekken. Alfano koos voor de tenor José Luccioni omdat hij de rol zowel in het Frans als in het Italiaans kon brengen 3 maand later in Parijs.
Alfano componeerde zijn opera " Cyrano de Bergerac " in de neoklassieke stijl van zijn late jaren. De muziek is diatonisch en maakt vaak gebruik van parallelle dissonantie. De vocale delen doen denken aan Claude Debussy's " Pélléas et Melisande ". Oorspronkelijk was Alfano van plan om de opera in vijf bedrijven te schrijven, maar later besliste hij toch het tweede en derde bedrijf samen te voegen.
Rolverdeling. Stem. Cast januari 1936/ mei 1936.
Roxane ------------------------------- sopraan ---------------- Maria Caniglia ----------- Lilly Grandval
De gouvernante -------------------- mezzo-sopraan ------- Agnese Dubinni ---------- Jeane Matteo
Lise ---------------------------------- sopraan ---------------- Matilde Arbuffo ----- Madeleine Droubi
Zuster Marthe --------------------- mezzo-sopraan -------- Edmea Limberti ------ Mariette Fenoye
Een non ---------------------------- sopraan ----------------- Anna Maria Mariani ---- Christa Gondel
Cyrano de Bergerac -------------- tenor -------------------- José Luccioni -------------José Luccioni
De Guiche -------------------------- bariton ----------------- Giuseppe Manacchini --- André Goudin
Caron ------------------------------- bas ---------------------- Giacomo Vaghi --------------- Jean Musy
Christen ---------------------------- tenor ------------------- Alessio De Paolis --------- Louis Arrnoult
Raguenau -------------------------- bariton ----------------- Emilio Ghiardini ----------- Jean Vieullé
Le Bret ----------------------------- bariton ----------------- Ernesto Dominici ---- Georges Ravoux
De Valvert ------------------------- bariton ----------------- Mario Bianchi --------- Georges Bouvier
Spaans officier -------------------- bariton ---------------- Millo Marucci ----------------- Marc Jullia
Een chef kok ---------------------- bariton ---------------- Adolfo Pancini -------------- Louis Dufont
Lignière ---------------------------- bas-bariton ----------- Saturno Meletti --------------- Paul Ryen
Een musketier -------------------- bas-buffo -------------- Millo Marucci --------------- Victor Poujol
Tijd en plaats: in Bougogne 1640.
Akt.1
1° Toneel: een theaterzaal in hotel de Bourgogne 1640.
Ter gelegenheid van een theatervoorstelling hebben edelen, waaronder Le Bret, Ragueneau, Christian en Lignière, zich verzameld. Onder de acteurs is Roxane, wiens schoonheid wordt bewonderd door iedereen. De voorstelling begint met Montfleury's uiteenzetting. Na enkele woorden wordt Montfleury reeds onderbroken, door Cyrano de Bergerac, die had hem voor een maand verboden nog op te treden. Cyrano drijft hem nu met dreigementen van het podium. Het opgewonden publiek is verdeeld. Sommigen kiezen Cyrano's kant, anderen die voor Montfleury. De Vicomte de Valvert neemt het woord tegen Cyrano en noemt hem een grote neus. Onmiddellijk trekt Cyrano zijn zwaard om Valvert aan te vallen, want dit is voor Cyrano de grootste belediging. Tijdens het duel vermaakt hij het publiek met een geïmproviseerde ballade waarin hij zijn beweegreden beschrijft. Het publiek juicht zijn overwinning toe. Cyrano legt aan Le Bret de rede voor zijn verbod uit: Montfleury maakte pretentieloze avances naar Roxane die hij zogezegd aanbad. Ook Cyrano had een oogje op Roxane, maar die had alle hoop op haar liefde opgegeven wegens zijn overdreven grote neus. Dan vertelt Roxanes gouvernante hem, dat Roxane hem de volgende ochtend wil zien voor een gesprek in Ragueneaus winkel. Cyrano is zo opgewonden dat hij zich wil uitleven in een gevecht. Daarom is de hulp die Ligniere hem vraagt, om hem bij te staan in een gevecht tegen de mannen van de graaf de Guide, voor een nepgedicht, van harte welkom. Hij nodigt hem dan ook uit om de strijd uit te vechten in de " Port de Neslé.
Akt. 2
2° Toneel: " La Ritisserie des poètes ".
De volgende morgen wacht Ragueneau op zijn vriend Cyrano en Roxane op in zijn brood en banket bakkerij. De banketbakkers schotelen hen brood en koeken voor die zij bakken. De ongeduldige Cyrano, en nog enkele musketiers en dichters worden een voor een ontvangen door Ragueneau's vrouw Lise. De musketiers vertellen haar over een verbazingwekkende strijd in de " Porte de Neslé ", waarin één enkele man een hele bende versloeg. Maar Cyrano verbergt dat hij die held was. Roxane verschijnt eindelijk, en de musketiers verdwijnen nu. Roxane bedankt nu Cyrano voor de tussenkomst van de vorige avond. De Guiche die verliefd werd op haar, probeerde haar een schijnhuwelijk op te dringen aan Valvert. Maar Cyrano's hoop op een liefdesverklaring van haar is algauw vervlogen als ze hem vertelt over haar liefde voor een jonge cadet Christian. Hij was te verlegen zijn liefde te verklaren, maar ze herinnert zich de gloeiende blik vol liefde voor haar in zijn ogen, daarom vraagt ze Cyrano, die in hetzelfde regiment dient, om voor hem te zorgen en hem te weerhouden van duels.
Ragueneau en de dichters komen terug. De cadetten van Cyrano's regiment komen ook samen om Cyrano's overwinning te vieren. Iedereen zingt een vrolijk lied ( " le sant des cadet de Gascogne ") . Onder de cadetten is Christian die Cyrano voor het eerst ontmoet. Kapitein Cardon waarschuwt hem tegen de toespelingen over zijn neus. Als Cyrano vertelt over zijn strijd aan de Port de Neslé probeert de arrogante Christian hem steeds te onderbreken, Cyrano negeert dit een tijdje, maar stuurt dan zijn cadetten weg. Maar als Cyrano alleen is met Christian, omhelst hij hem, stelt zich voor als Roxanes neef en vertelt hem over hun liefde. Het blijkt nu dat Christian geen brief durft te schrijven aan Roxane. Cyrano en Christian sluiten een pact ze gaan samen Roxane veroveren. Christian met zijn uiterlijk en Cyrano met zijn kunstzinnige declamaties.
3° Toneel: " Le baise de Roxane " voor haar huis.
Roxane praat met haar gouvernante. Ze willen naar een samenkomst waar een lezing gegeven wordt over de liefde. Dan lijkt het er op dat de Guiche van Roxane afscheid komt nemen. Hij moet die avond nog vertrekken om oorlog te voeren in Arras die wordt belegerd. Hij werd tot kolonel benoemd van het Guard Regiment, waarin Cyrano en Christian ook dienen. Voor hem is het dus de perfecte gelegenheid om op beiden wraak te nemen. Door haar sluwheid slaagt ze er in de Guiche te overreden om hen uit te sluiten voor de strijd.
Na het vertrek van de Guiche arriveert Cyrano. Hij stelt Roxane voor om aan Christian te vragen een gedicht te improviseren over de liefde tijdens hun ontmoeting. Roxane en haar gouvernante begeven zich terug naar huis. Cyrano roept nu Christian bij zich om hem voor te bereiden op zijn taak. Maar Christian is de mening toegedaan om Roxane te spreken zonder de steun van Cyrano. Roxane en haar gouvernante komen nu voor het huis en nemen afscheid van elkaar en vinden het spijtig dat ze de bijeenkomst over de liefde gemist hebben. Ze ontmoet nu Christian en Roxane vraagt hem nu een gedicht te improviseren over de liefde. Zijn fantasieloze woorden stellen haar diep teleur. Cyrano staat verscholen onder het balkon en Christian heeft nu geen andere keuze om de hulp van Cyrano in te roepen. Cyrano verbergt zich nu in de schaduw van het balkon en begint Christian te souffleren met een poëtisch liefdesgedicht. Roxane is zo opgewonden dat ze Christian vraagt het balkon te beklimmen om hem een knuffel te kunnen geven en te kussen.
Akt. 3
4° Toneel: de belegering van Arras.
Ondanks de verzekering van de Guiche worden de Franse cadetten toch naar het Franse belegerde kamp van de stad Arras gebracht, waar ze een buitenpost bemannen. Ondertussen zijn de Spaanse troepen aangekomen om de belegeraars te beletten voedsel leveringen te doen.
Om zijn mannen af te leiden van de honger, vraagt Cyrano aan een oude herder om melodieën voor hen op zijn fluit te spelen. Een signaal kondigt de komst aan van de kolonel de Guiche. Terwijl hij loopt op te scheppen over zijn moed om door het vijandelijke musketiervuur te komen, wijst Cyrano hem er op dat hij zijn witte sjerp heeft verloren. De Guiche legt uit dat hij die opzettelijk heeft laten vallen om de vijand te misleiden. De Guiche meldt nu aan zijn soldaten dat er een aanval van de Spanjaarden op komst is. Terwijl iedereen er zich op voorbereidt, vraagt Christian ,Cyrano om uit voorzorg een afscheidsbrief aan Roxane te schrijven, maar Cyrano heeft dit al gedaan. Christian ontdekt op die brief de restanten van een traan. Cyrano vertelt nu dat Roxane hem elke dag twee brieven heeft geschreven. Plots verschijnt er een koets met Roxane die door de vijandelijke linies is gekomen tot bij de belegeraars. Zij kon hun overtuigen dat ze haar geliefde ging opzoeken. Men probeert haar te overtuigen om het kamp te verlaten voor het dringend gevaar, Carbon vraagt haar sjaal, die hij wil gebruiken als vlag tijdens het gevecht. Rageuneau stapt nu ook uit de koets. Hij bracht eten mee voor iedereen en ze gaan nu voor de laatste keer ten strijde. Roxane legt Christian uit dat ze zo onder de indruk was van zijn brieven, dat ze hem moest zien. Uiterlijke schoonheid interesseert haar niet langer, maar innerlijke wel. Christian stuurt ze ook nog eens naar de cadetten zodat ze nog een laatste glimlach krijgen voor ze gaan sterven.
Hij kent nu Cyrano's ware gevoelens voor Roxane en vraagt haar om tussen hen te kiezen. wanneer Roxane terugkeert, zweert ze bij Cyrano dat ze altijd van Christian zal houden, zelfs al moest hij een weerzinwekkend uiterlijk hebben. Net als Cyrano terug in zichzelf begint te geloven, begint de strijd. Christian sneuvelt onmiddellijk bij de eerste aanval. Roxane gooit zich snikkend over zijn lijk en vindt de afscheidsbrief die Cyrano geschreven heeft.
Akt.4
5° Toneel: 15 jaar later aan het klooster te Parijs.
Door het verdriet om de dood van Christian trok zij zich terug in het klooster van de zusters van het kruis. De Guiche bezoekt Roxane, die hem al zijn wraak vergeven heeft. Ze vertelt hem dat Cyrano haar ook vaak komt bezoeken. Le Bret komt en zegt dat Cyrano verbitterd is en dat hij voortdurend nieuwe vijanden maakt door zijn bedreigende gedichten. Terwijl Roxane de Guiche naar buiten begeleidt verschijnt Ragueneau en fluistert hij Le Bret al het nieuws in.
Een beetje uitgeput komt Cyrano ook op een afgesproken bezoek bij Roxane, om het nieuws van de afgelopen week te vertellen. Hij verklaart dat hij terug is flauwgevallen door een oude wonde die hij heeft opgelopen bij de belegering van Arras. Hij vraagt Roxanne om de laatste brief van Christian aan haar nog eens te mogen zien. Hij leest die hardop voor waardoor Roxane de waarheid inziet, dat dit de woorden waren van Cyrano, en dat hij er zich altijd aan heeft gehouden. Le Bret en Rangueneau komen terug en ze zijn geschokt Cyrano hier te vinden. Maar Cyrano de Bergerac sterft en Roxane erkent nu eindelijk haar liefde voor Cyrano, maar het is te laat, zijn laatste woorden prevelend dat hij verstoken is gebleven van de roem en de liefde.
Historische uitvoeringen.
Ondanks dat de componist de opera op de originele Franse tekst heeft gecomponeerd zag hij voor het eerst in een Italiaanse vertaling het levenslicht op 22 januari 1936 aan het " Teatro Dell Opera " in Rome. De eigenlijke originele versie vond plaats op 29 mei van hetzelfde jaar in de " Salle Favart van de opéra Comique " te Parijs.
Alfano was al lang geïnteresseerd in het onderwerp dat gebaseerd was op het drama van Edmond Roand van 1897 " Cyrano de Bergerac ". In 1925 had hij ter gelegenheid van het uitvoeren van zijn opera " Riurrezione " in Monte Carlo een afspraak met de opera diva Mary Garden een overeenkomst om de kosten van de rechten op de tekst te dekken. Het zou echter nog enkele jaren duren voor hij met de weduwe van Edmond Roand tot een evenwichtige overeenkomst zou komen. Het contract liep af op 30 000 frank half augustus in 1933.
Eerst wou Alfano een voorstelling met 5 bedrijven maar hij besliste al vlug het tweede en het derde bedrijf samen te voegen. Het werk werd aangeboden aan de " Opéra Comique " van Parijs voor mei 1936 maar Tullio Serafin dirigeerde het werk reeds in het Italiaans in januari 1936 te Rome met Maria Caniglia als Roxane en José Luccioni als Cyrano. Alfano had de tenor Luccioni gekozen omdat die de rol zowel in het Italiaans als in het Frans kon brengen, in Parijs werd Roxane door Madeleine Grandval gebracht. WO II stond het doorbreken van deze opera in de weg, maar werd wel tijdens WO II opgevoerd in Duitsland in Leipzig. Na de oorlog was er terug een première aan de " Scala van Milaan " die vond plaats in 1954, kort na de dood van de componist onder de leiding van Antonio Votto, met Ramon Vinay en Anna Cavalieri. Nadien kwam het werk niet veel verder dan in Frankrijk en Italië. Eindelijk werd een productie gemaakt in 2005 aan de " Metropolitan " in New York onder Marco Armiliato als dirigent en Placido Domingo als Cyrano de Bergerac. Sedertdien is het een repertoire stuk geworden aan de " Metropolitan, er is nu zelfs een DVD opname van de productie uit 2007. Ik heb in Nederland en Vlaanderen nog geen opvoeringen gevonden.
Discografie en Cinégrafie.
Alhoewel dit werk in de 21ste eeuw een heropwaardering geniet zijn er toch nog niet heel veel opnames beschikbaar.
1) 1975 onder Maurizo Arena met het orkest van Turijn met Olivia Stepp, Miti Fruccati Pace, Agata Palmi, William Johus, Antonio Blancos, Alfredo Giacomotti, Ezio di Cesar, Claudio Strudthoff, Giovanni Savoiardo, Dino Montovani, Giuseppe Scale en Angelo Norotti op MRF Lp's en op Cd Gala GL 100.749 (2Cd's)
2) Een Franse versie onder Markus L.Frank met het Philharmonisch orkest van Podia in Kiel, met Manuela Uhl, Suzanna Bernhard, Roman Sadnik, Wolfgang Newerio, Simon Pauly, Paul McMomara, Mattias Klein, Bremd Gelhardt, Alexander Stoyanov en Konstantin Heintel op Cd's 999 909-2
3) 2007 aan de Metropolitan onder Patrick Fournillier in een Franse versie met sandra Radvanovsky, Itxaro Meutxaka, Silvia Vezquez, Placido Domingo, Rod Gilfry, Javier Franco, Arturo Chacun Cruz, Corrado Carmelo Caruno, Naelhi di Pierro, Roberto Accurzo, Rubèn Belmonte, Juan Felipe Duvro, Miguel Sola, Juan José Navarro, Antonio Génez Cano. op DVD Naxos 2.110270( DVD) Naxos MBD 0005 (Blue-ray).
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo