Gustaf Albert Lortzing (1801-1851)
Albert Lortzing werd geboren in Berlijn in 1801 en is er overleden in 1851 na een beroerte, hij zat trouwens diep in de schulden diep in de schulden. Deze componist ontwikkelde zich voornamelijk autodidactisch. Hij is een van de belangrijkste componisten van komische Duitse Spielopera (voorloper van de Duitse operette). Hij schreef meestal zijn eigen libretti, al van jongs af aan kreeg hij al een uitgebreide muzikale opleiding van thuis uit, hij is geboren in een muzikaal artiestennest want zijn moeder Charlotte Sophie en zijn vader waren acteurs aan het hoftheater in Detmold. Al heel vroeg schreef hij zijn eerste opera " Ali Pascha von Janina " in 1824 op amper 23 jarige leeftijd. Ook in 1824 zal hij huwen met Rosina Regina Ahles, zij kregen samen 11 kinderen. Hij begon toen ook aan zijn loopbaan als acteur en zanger want hij had een mooie tenorstem. Vanaf 1833 tot 1844 was hij als acteur en tenor buffo vast verbonden aan het staatstheater van Leipzig. Hij werkte er ook als kapelmeester en componeerde er tussen 1837 en 1842 niet minder dan 7 komische opera's. Hij was daar ook zelfs muzikaal directeur. Zijn twee belangrijkste operas gingen te Leipzig in première " Zar und Zimmermann " in 1837 en " Der Wildschutz " in 1842. later zijn " Undine " in 1845 aan de staatsopera van Maagdenburg en " Der Waffensmied " in 1846 aan het theater an der Wien. Hij was in 1846/47 ook kapelmeester aan het theater an der Wien.
In 1848 keerde hij terug naar Leipzig. In Dresden wilde men hem als opvolger van Wagner aanstellen , maar dit ging echter niet door. In 1850 ging hij naar Berlijn als muzikaal leider van het nieuwe opgerichte ' Friedrich Wilhelmstödische Theater ". De dag na de première van zijn laatste opera " Die vornehmen Diletanten, overleed hij aan een beroerte.
Zijn nalatenschap van zijn opera's zijn origineel en kleurrijk georkestreerd, met liedachtige melodieuze aria's die vlug in het geheugen blijven hangen. Hij leidde het operalied naar een artistiek hoogtepunt; Lortzing was oprichter van de Duitse komische opera, met een ongecompliceerde toontaal. Hij paste de stijl elementen van de opera comique toe in het Duitse Singspiel en wordt als voorloper van de latere Duitse operetten gezien.
Zijn opera's.
1) Ali Pascha von Janina (1824).
2) Der Pole und sein Kind (1832).
3) Die beiden Schützen (1837).
4) Zar und Zimmermann (1837).
5) Caramo oder Das Fischenstechen (1839);
6) Ans Sachs (1840).
7) Casanova t(1841).
8) Der Wildschütz ( 1842).
9) Undine ( 1845).
10) Der Waffenschmid (1846).
11) Der Grossenadmiral (1847).
12) Regina (1848).
13) Rolands Knappen oder das ersehnte Glück (1849) .
14) Die opernprobe oder die vornehem Dilitanten (1851).
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo