" La Sonnambula "
Opera van Vicenzo Bellini in drie akten en vier tonelen.
Libretto van Francesco Romani.
Inleiding.
In hetzelfde jaar 1831 als Bellini's meesterwerk " Norma " vond ook de première plaats op 6 maart in Milaan. Bellini die geen veelschrijver was componeerde dit werk in volledige afzondering toch in minder dan twee maanden. Met de beroemde Guiditta Pasta in de titelrol. mede door de ietwat minder gelukkige tekst, evenals de dramatische zwakte, maar muzikaal mooie " I Puritani " verdwenen deze twee mooie werken buiten Italië vrij vlug van het podium. Deze opera kan men door zijn happy end wel tot de operabuffa rekenen ook wordt soms gesproken van een semi-operaseria .
Wel heeft de Spaans-Belgische sopraan Maria Malibran dit werk voor het eerst vertolkt in 1833 te Londen. Het was ook de lijfrol van de prima donna's Jenny Lind en Adelina Patti die in 1861 zowel te Gent als in Londen debuteerde in dit werk. Aan de Metropolitan stond het op het repertorium van het eerste speeljaar 1883/84 maar het zou nadien nog duren tot 1931 onder de leiding van Tulio Serafin met Lily Pons in de hoofdroal samen met Benjamino Gigli voor deze opera terug een repertoire stuk werd aan de grote internationale operahuizen.
Rolverdeling. Stem. Eerste cast.
Amina,---------------------------------------coloratuursopraan ---------------------------- Guiditta Pasta
Teresa, haar plaagmoeder -----------------------alt ----------------------------- Felicia Baillou-Hilaret
Lisa, Herbergierster ----------------------------sopraan ----------------------------------- Elisa Taccani
Graaf Rodolfo, slotheer ----------------------bas cantante ---------------------------- Luciano Mariani
Elvino, Amina's verloofde --------------------lirische tenor ------------------ Giovanni Battista Rubini
Alisio, een boer ------------------------------------ bas ------------------------------------ Lorenzo Biondi
De notaris --------------------------------------tenor comprimario ---------------------- Antonio Crippa
Plaats en tijd: Zwitserland rond 1830
Akt. 1
1° Toneel: Voor de watermolen van Teresa.
In het Zwitserse dorpje is het de verlovingsdag van haar pleegdochter Amina, met de rijke jonge hereboer Elvino. Deze verbintenis is niet naar de wens van de herbetgierster Lisa, die zelf een oogje heeft op Elvino, we vernemen dit in de (aria: " Tutto é gioia, tutto é festa " ). Zelfs nu haar kansen verkeken zijn , wijst ze de avances van de boer Alisso af. De dorpelingen komen te samen om Amina een aubade te brengen ( koor: " In Elvezia non v' ha rosa ") waarop ze naar buiten komt en hen bedankt in een (aria: " Come per me sereno " ). In de cabaletta: ( Sovra il sen man mi posa ") tevens bedankt ze ook haar plaagmoeder voor alle zorg die ze aan haar heeft besteed. De notaris verschijnt even later gevolgd door de bruidegom Elvino. In het huwelijkscontract schenkt Elvino zijn bruid al zijn bezittingen. Zij kan alleen haar hart schenken. De ring wordt aan de hand geschoven ( duet: " Prendi, l'anel ti dono " ) ,maar de plechtigheid wordt onderbroken door paardengetrappel en zweep geknal. Een vreemdeling bezoekt het dorp en vraagt hoe ver het nog naar het kasteel is. Als hij hoort dit voor de avond niet meer zal lukken, huurt hij een kamer in Linda's herberg. Hij is ontroerd dit dorp terug te zien (aria: " Vi ravviso o luoghi ammeni " ). Hij heeft hier veel van zijn jeugd doorgebracht. Hij complenteert het aardige bruidje in zijn cabaletta: ( " Tu npu sai con quei begli occhi " ) zo wekt hij de jaloezie van Elvino op. Deze vreemdeling zegt dat hij vroeger nog in het kasteel heeft gelogeerd. Men deelt hem mee dat de oude slotheer vier jaar geleden gestorven is, maar dat diens zoon al sinds vele jaren naar het buitenland is vertrokken. De vreemdeling komt daar juist bericht over brengen, men zal hem met ter tijd terug zien verschijnen. Natuurlijk is de vreemdeling zelf de graaf Rodolfo, die incognito op weg is naar het kasteel.
Ondertussen is het avond geworden en is de zon ondergegaan. De hoogste tijd om naar huis te gaan, vinden de dorpelingen want het uur nadert dat het spook zich kan vertonen. Zij vertellen de vreemdeling over die geestesverschijning ( koor: " O fosco cielo ") , die als een witte schim op verschillende plaatsen in het dorp gesignaleerd is. De vreemdeling hecht daar geen geloof aan. Lisa leidt hem de herberg binnen, en Amina en Elvino hebben hun eerste ruzie over hem. Elvino zegt dat hij heel jaloers is op alles, tot zelfs op het windje dat haar wangen streelt, het beekje dat haar weerspiegelt en de zon die haar koestert (duet: " Son geloso del zefiro erranté ") . Dit loopt onvermijdelijk uit op een liefdesduet voor het sluiten van de eerste akt.
Akt. 2
2° Toneel: Rodolfo's kamer in de herberg.
De graaf zit in gedachten verzonken en heeft er geen spijt van terug naar het dorp te zijn gekomen: jeugdherinneringen , aardige en prettige gebeurtenissen flitsen door zin geheugen. Ook de prettige mensen en zelfs de charmante herbergierster, die komt vragen of ze hem nog met iets van dienst kan zijn . Zij vermoedt dat hij de graaf zelf is die terug is gekeerd naar het dorp en zijn incognito is nu verleden tijd en ook bij de dorpelingen bekend. De graaf begint een onschuldige flirt met Liza, maar deze wordt verstoord door getik op het raam, dat langzaam opengaat. Lisa heeft de tegenwoordigheid van geest vlug naar een andere kamer te gaan, maar verliest haar zakdoekje op de vlucht.
Het raam gaat open en het spook verschijnt. Het is niemand minder dan Amina die een slaapwandelaarster is. De emoties van de dag hebben haar aan het dromen gezet, en daardoor aan het slaapwandelen gebracht. De graaf Rodolfo begrijpt deze situatie onmiddellijk en als Amina hem voor Elvino houdt en hem wil kussen, besluit hij op discrete wijze te verdwijnen. Terwijl hij het raam sluit, sluipt Liza de kamer uit en gaat de dorpelingen alarmeren. Die komen juist op dat moment aanzetten om de teruggekeerde kasteelheer te huldigen. Terwijl ze de trap op klimt ontsnapt de graaf via het venster naar het balkon, Amina alleen op het bed achterlatend. Daar wordt zij gevonden door de heel ontstelde en verontwaardigde Elvino, Lisa en Teresa. Door het rumoer wordt Amina wakker, zij weet niet waar zij zich bevindt en kan geen uitleg geven. Niemand van de aanwezigen heeft ooit van slaapwandelen gehoord en er worden dus onmiddellijk slechte conclusies getrokklen. Tevergeefs betuigtg Amina haar onschuld ( ensemble: " D'un perisiero ") , waarin alleen Teresa blijft geloven. Deze heeft Lisa's zakdoekje gevonden en opgeraapt. Elvino verbreekt zijn verloving en Amina met schande overladen, volgt Teresa.
Akt. 3
3° Toneel: een bos.
De dorpelingen kunnen toch niet geloven in de ontrouw van Amina. Zij begeven zich op weg naar het kasteel om van de graaf zelf te vernemen wat er eigenlijk gebeurd is ( koor: " Qui la selva é piu folta ") . Zij worden gevolgd door Amina en Teresa en dezen op hun beurt door Elvino. Vergeefs poogt Amina weer om haar onschuld te betuigen. Elvino wil er niets over horen zelfs als de dorpelingen opgetogen van het kasteel terugkomen met de boodschap dat de graaf gezworen heeft dat Amina onschuldig is, trekt Elvino de ring van haar vinger ( " Ah perché non posso odiarti ") er aan toevoegend dat hij haar toch niet zo kan haten als hij feitelijk zou moeten.
4° Toneel: terug aan de watermolen .
Lisa schijnt haar zin te krijgen en heeft Elvino ertoe weten te bewegen, met haar te trouwen in plaats van met Amina. Als ze zich naar de kerk willen begeven, treedt de graaf Rodolfo tussen beiden, die Elvino en de intussen bijeengekomen dorpelingen, aan het verstand poogt te brengen dat Amina aan slaapwandelen lijdt. Elvino vindt dit maar praatjes en onzin, en de dorpelingen sluiten zich aan bij zijn oordeel. Teresa komt de molen uit en verzoekt hun wat stiller te zijn , want Amina is nog doormoe van haar tocht van deze namiddag en is in slaap gevallen. Ze is ontzet als ze hoort dat Lisa met Elvino wil trouwen, en ze toont nu het zakdoekje dat ze in de slaapkamer van de graaf gevonden heeft. Ook de geliefde van Elvino schijnt niet veilig voor de graaf geweest te zijn . Elvino roept nu de graaf ter verantwoording , maar Rodolfo blijft alleen bij zijn bewering dat Amina onschuldig is. Het bewijs geeft zij zelf want terug zijn de emoties zo groot geweest, dat zij terug aan het slaapwandelen is, nu op klaarlichte dag. Zij is door de zoldervenster geklommen en maakt een levensgevaarlijke tocht langs de schepraderen van de molen. Gelukkig brengt ze de tocht tot een goed einde en op de begane grond aangekomen volgt een variant op de waanzinscéne uit andere romantische opera's. Zij zingt nog steeds in somnambulistische toestand haar beroemde ( aria: " Ah non credea mirarti ") Elvino schuift haar de ring weer aan haar vinger waarop ze ontwaakt en de opera eindigt met haar jubelend ( slotrondo: " Ah non quige uman pensiero ").
Historische uitvoeringen .
" La sonnambula " werd voor het eerst uitgevoerd op 6 maart 1831 met Guiditta Pasta in de titelrol aan het "Theatro Carcano " in Milaan. Elvino werd er gezongen door Giovani Batista Rubini die later ook de hoofdrol in " I Puritani " voor zijn rekening zou nemen. Deze opera kende aanvankelijk maar een matig van succes.
Maar Maria Malibran introduceerde het werk toch al in 1833 in Londen. Nog twee operadiva's Jenny Lind en Adelina Patti maakten van Amina hun levensrol. In 1861 debuteerde Patti zowel te Londen en in 1862 te Gent in " Lucia Di Lammermoor " . Dan werd het wat stil rond die opera alhoewel hij op het programma stond in het eerste operaseizoen van de Metropolitan te New York in 1883/84 met Marcella Sembrich in de hoofdrol. In 1931 dirigeerde Tulio Serafin een rivival met Lily Pons, met Benjamino Gigli als Elvino en Ezio Pinza als Rodolfo. Onder Toscanini was de beroemde Toti Del Monte Amina aan de Scala van Milaan ook tot ver in de jaren dertig van de twintigste eeuw, terwijl Amelita Galli-Curtsi's optreden in deze rol te Chicago als onvergetelijk mag beschouwd worden. Maria Callas zou het werk terug bekendmaken door de rol van Amina te vertolken zowel de Scala (1955) als op het Edinburg festival in 1957
Historische uitvoeringen in de lage landen.
In Nederland voerde alleen de Italiaanse opera het werk op in de twintigste eeuw. In 1930 met Lina Romeli, Luigi Fort en Eraldo Coda, in 1935 met Mercedes Capsir, Enzo De Muro, Lomanto en Corroda Zambelli onder Votto. Zojuist verneem ik nog een uitvoering van dit werk in 1992 onder Alberto Zedda met het Nederlands radiokoor en orkest met Zuba Orgonarova, Raoul Giminez en er zouden van deze voorstelling live video opnames bestaan.
Te Gent hadden we reeds een eerste voorstelling op 1 november 1846 in het Frans met Eichfeld als Amina, Lacoste als Teresa, Madinier als Lisa, Giraud als Elvino en Hurteaux als de graaf. Op 15 februari 1869 hadden we een eerste Italiaanse versie met Maria Calista als Amina, Rampa als Lisa, Williams als Teresa, en Giovanni als Elvino. Ook op 14 januari 1874 was er nog een voorstelling met Donadio als Amina en Brignoli als Elvino en Catelani als Rodolfo. In het seizoen 1908/09 met Galvani als Amina. Dan werd het hier ook stil rond deze opera en was de laatste herneming 1963/64 onder de directie Locufier met Amelia Benvenuti als Amina, Carlo Zampichi als Elvino en Richard Plumat als de graaf Rodolfo. Alles samen goed voor 27 voorstellingen waarvan 12 in het Frans en 15 in het Italiaans.
Discografie en Cinégrafie.
Er zijn nu 64 volledige opnames geregistreerd op het internet de oudste is van 1949
1) 1949 onder Graziano Nucci met het orkest " Theatro del Opera di Roma " met Fiorella Otis als Amina, Ucino Francardi als Elvino en Alfredo Colella als Rodolfo. Reeds op video VHS - View Video 1412 of op CD Belcanto Society BSC 575.
2) 1955 onder Leonard Berstein aan de Scala van Milaan met Maria Callas, Cesari Valletti, Giuseppe Modesti, Eugenia Ratti, Pièr Lugi Latinucci, Giuseppe Nessi, Gabriella Carturou op Cetra " Opera Live " LO32/34 ( 3 LP's).
3) 1965 onder Richard Bonynge met Joan Sutherland, Luciano Pavarotti, Yoseph Rouleau, Elizabeth Harwood, en Lauris Elms. Op compact Disc.- Omega Opera Archive 2425 (2CD's).
4) 1992 onder Alberto Zedda met het Nederlands Radio Kamer Orkest met Luba Orgonosova, Raul Giminez, Francesco Ellero d'Artegna Dibber, Nenco De Vries, Alexandro Padadjakova op compact disc: Naxos 8 660042/43 (2 Cd's vanaf 1997)
5) 1956 de eerste videoversie op DVD onder Bruno Bartoletti met Anna Moffo, Plinio Clabassi, Danilo Vega, Giami Galli, Guido Mazzini. Televisie uitzening Milaan. DVD Vai-4239( zwart-wit.)
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo