Daniel François Esprit Auber

Biografie.

Moeilijke carrièrestart.

Geboren in Frankrijk Caen op 29 januari 1782 en overleden te Parijs op 13 mei 1871. Hij was een Frans componist en muziekpedagoog. Auber kwam uit een kunstenaarsnest. Zijn vader had een band met de Franse koninklijke familie, zijn grootvader was koninklijke hofdichter van Louis XVI en zijn vader was jachtofficier en muzikant aan het hof. De familie vluchtte naar Londen tijdens de Franse revolutie.

Al heel vroeg ontdekte men dat Daniel muzikaal begaafd was, vanaf zijn elfde componeerde hij reeds romances. Door de familiale omstandigheden werd hij kantoorbediende in Londen. Hij zette er zijn zakelijke carrière stop in 1804 en keerde terug naar zijn vaderland en vestigde zich te Parijs waar hij zich terug aan de muziek ging wijden.

Als amateur ging hij eerst enkele instrumentale werken componeren, zo schreef hij enkele concerten voor de cellist Lamare, met wie hij bevriend was. In 1805 ging zijn eerste opera " l'erreur d'un moment " in première. Zijn eerste opera's hadden maar matig succes, maar in 1811 maakte zijn werk " Julie " zoveel indruk op Luigi Cherubini dat deze Auber aanbood hem te begeleiden in zijn verdere muziekstudies. Cherubini had tegen vader Auber gezegd dat zijn  zoon geen gebrek had aan verbeelding, maar dat hij zou moeten beginnen met te vergeten wat hij reeds geleerd had en kon.

De jonge Auber besluit dus de goede raad van Cherubini op te volgen en gaat nog drie jaar studeren aan het Concervatorium van Parijs, waar Cherubini directeur van is. Hij leert hier ook Prince de Chimay kennen en verhuist naar Chimay in België, waar hij onder de hoede van zijn beschermheer zich volledig kan voorbereiden op zijn professionele loopbaan.

Zijn profecionele carrière. 

In Chimay zal hij zijn tweede komische opera componeren " Jean de Couvin " in 1812. Zijn vader sterft in 1819 en zo wordt Auber financieel verantwoordelijk voor zijn familie. Zijn eerste belangrijk succes is dan in 1820 met zijn 5° komische opera " La Bèrgère  Châtelaine "  die op 27 januari 1820 aan de Opera Comique in première zou gaan te Parijs. Auber was een bijzonder bedrijvig componist hij zou nog 8 komische opera's schrijven met wisselend succes voor hij zijn eigenlijke eerste grote doorbraak verwezenlijkt met zijn eerste Grand Opera " La Muette de Portici " die op 29 februari 1828 in première gaat aan de Opera van Parijs.

Auber werkte op dat moment samen met de bekende  librettist Eugène Scribe en zo onstonden er een ganse reeks stukken die in die tijd succesvol waren. Zij beheerden samen het luchtige genre van de Franse opera aan de Opera Comique . Auber componeerde maar liefst 47 lyrische werken waarvan 36 komische opera's, 6 opera's en drie lyrische drama's en ook nog 2 operabaletten.

Auber is vooral bekend gebleven door de opera " La Muette de Portici " waarin de hoofdrol een stomme rol is en eigenlijk voorbehouden is voor een danseres. Deze opera is vooral bekend omdat die in Brussel de aanleiding is geweest voor de Brabantse revolutie die er dan voor de afscheiding van België t.o.v. de Verengde Nederlanden heeft gezorgd.

Zijn tweede groot meesterwerk dat nog altijd repertoire houdt is " Fra Diavolo " die in première ging op 28 januari 1830 aan de Opera Comique te Parijs.

Aubers  pedagigische loopbaan. 

In 1842 volgde Auber, Cherubuni op als directeur van het conservatorium in Parijs, hij zou deze functie waarnemen tot 1865. In 1852 werd hij ook directeur van de keizerlijke muziekkapel. Na 1850 begint zijn succes wat te minderen omdat de operamuziek evolueert De komische opera's worden wat verdrongen door het nieuwe genre van de luchtige operettes van Jacques Offenbach die dan immens populair aan het worden en iedere operaliefhebber was toen in de ban de Verdi's opera's vooral van Verdi's grote drieluik " Rigoletto " , " Il Trovatori " en  " La Traviata " tussen 1850 en 1852 gecomponeerd.

Toch zou Auber nog een meesterwerk componeren op 74 jarige leeftijd: " Manon Lescaut " die op 23 februari in 1856 aan de Opera Comique in première gaat. Deze opera zou nog als voorbeeld dienen voor latere generaties componisten zoals Jules Massenet in 1884 en voor Giacomo Puccini in 1893. In 1861 wordt hij nog gelauwerd voor zijn  ganse carrière en krijgt hij de orde van " Grootofficier in het Legioen van Eer ". Hij sterft in de armen van Ambroise Thomas die zijn  opvolger zou worden aan het conservatorium van Parijs. Hij licht begraven op de rustplaats " Père Lachaise " waar hij in 1877 nog een monument kreeg.  

Zijn muzikale invloed. 

Auber wordt door veel musicologen beschouwd als anti Berlioz. Hij beheerste samen met enkele andere componisten de operastijl gedurende de eerste helft van de 19° eeuw, zoals Rossini, Meyerbeer, Halevy, Cherubini en Berlioz. Auber was een ijverig veelschrijver met gemiddeld één werk per jaar.

Het is dan ook zo dat de kwantiteit niet altijd resulteert in kwaliteit dat is dus ook ene van de redenen, dat er heden eigenlijk maar twee serieuze werken repertoire gehouden hebben zijn " La muette de Portici " en zijn " Fra Diavolo ". Door het niet mee volgen in het muzikaal veranderde landschap zijn de meeste van zijn  werken op de achtergrond beland of totaal vergeten. Ondanks dat zijn lyrische werken op het hoogtepunt van zijn carrière goed waren voor honderden voorstellingen . Het niet vernieuwen wat betreft zijn orkestratie in vergelijking met de orkestrale tegenstelling van Berlioz hebben er toegeleid dat zijn  werk niet modern genoeg meer was. In de tweede helft van de 19° eeuw hadden de muzikale thema's van Wagner veel invloed, een invloed waar Verdi een antwoord op had.Toch blijft Auber vooral muziekpedagoog en lag hij aan de basis van de " Franse Grand Opera " en was hij best als een schakel te zien tussen de serieuze opera en de opkomende populaiere operettes met zijn komische lyrische werken. In de herfst van zijn carrière was zijn pedagogische invloed niet onbelangrijk.