" Louis Varney " (1844-1908)
Was de zoon van Alphonse Varney een Franse dirigent en componist aan " Théâtre des Bouffes-Parisiennes " en aan het " Théâtre de Bordeaux ". Alphonse werd uitgenodigd de leiding te nemen van een Frans operaseizoen in de Verenigde Staten, namelijk in Louisiana en New Orleans. Het is daar dat zijn zoon Louis in 1844 geboren is. Dus Louis Varney is van geboorte een Amerikaan hij zal toch zijn jeugd en studies volledig afwerken in Parijs en dus met hart en ziel Fransman blijven . Zijn basisopleiding voor muziek genoot hij bij zijn vader en verder studeerde hij contrapunt te Parijs. Hij werd net als zijn vader dirigent aan het " Théâtre l'Athenée-comique ". Zijn vader volgde Jacques Offenbach op als directeur van zijn " Théâtre des Bouffes-Parisiennes " in Parijs, na diens dood in 1861, en zijn zoon Louis zal zijn vader opvolgen in 1876 als huisdirigent en componist aan hetzelfde theater. Hij schreef er niet minder dan 36 muzikale toneelwerken.
Zijn operette " Les Mousquetaire au Couvent " werd zijn beroemdste werk en ook het enige dat repertoire is blijven houden tot in de 21 ste eeuw. Ook zijn l' âge d'or van 1905 zal een tijd repertoire houden , maar na WOI vond men zijn muziek enigszins verouderd en zullen al zijn andere werken de tand des tijds niet doorstaan en in de vergetelheid verdwijnen. Zijn " Mousquetaires au Couvent " zag het levenslicht een jaar na zijn vaders dood op 1881 aan het "Théâtre des Bouffes Pariesiennes ". Louis Varney zal zijn vader als directeur van het theater opvolgen en Louis zelf werd als dirigent vervangen door onze eigen Antwerpse componist en dirigent " Peter Benoit " die in zijn Parijse periode Pierre Benoit noemde.
Zijn belangrijkste werken.
1) Il signor Pulicinella (1876).
2) Les Mousquetaire au Couvent (1880).
3) La reine des Halles (1881).
3) Coquelicot (1882).
4) La petite reinette ( 1882).
5) Fanfan la tulipe (1882).
6) Babilon ( 1884).
7) Joséphine ( 1884).
8) Les petits mousquetaires (1885).
9) L'amour Mouillé ( 1887).
10) Dix jour au Pyrénées (1887).
11) Divorcée (1888).
12) La Japonaise (1888).
13) La Vénus d'Arles (1889).
14) La fée aux chèvres ( 1890).
15) La fille de Fanchon la vielleuse (1891).
16) La femme de Narcisse (1892).
17) Le brillant Achille (1892).
18) Miss Robinson (1892).
19) Clisuette ( 1893).
20) Les forans (1894).
21) La fille de Paillasse (1894).
22) Les petites Brebis (1895).
23) La belle épicière (1895).
24) La falote (1896).
25) Le papa de Francine (1896).
26) Le pompier de service (1897).
27) Pour sa couronne (1897).
28) Les demoiselles des Saint-Cyriens (1898).
29) La tour de bois (1898).
30) Les petits Barnett (1898).
31) La fiancée de Thylda (1900).
32) Frégolinette (1900).
33) Mademoiselles George (1900).
34) Princesse Bébé (1902).
35) Le chien du régiment (1902).
36) L'âge d'or (1905).
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo