Sergei Rachmaninow (1873-1943)
Het is belangrijk dat Rachmaninow in een soort van conflictensituatie leefde , omdat hij niet alleen een talentvol componist, maar ook een begenadigd pianist en ook als dirigent was. Hij was ook een familieman en kon op die manier weinig tijd overhouden voor compositie.
Moeilijker te verklaren is enerzijds de scherpe tegenstellingen tussen zijn zwijgzame, gedistangeerde aristocratische persoonlijkheid en anderzijds de openhartige gevoeligheid en smachtende melancholie van zijn muziek, waarmee hij evenals de door hem vereerde Tsjaikovsky het publiek in verrukking bracht. Rachmaninow was in feite een aristocraat van afkomst, die bij de revolutie van 1917 zijn geboorteland verliet om er nooit terug te keren. Hij begon zijn muzikale studies te Sint-Petersburg, het huidige Leningrad, maar werd op twaalfjarige leeftijd naar het conservatorium van Moscou gestuurd, waar heel andere opvattingen heersten. Hij ontmoette er Tsjaikovsky, die een diepe invloed op hem uitoefende. Ter bekroning van zijn studies schreef hij in amper twee weken de opera in één bedrijf " Aleko " die zo meeviel dat de uitgever Grethel diverse werken van hem uitgaf. Zijn prelude in c in kleine terts werd geweldig populair en maakte hem internationaal bekend. Als vertolker moest hij dit werk zo dikwijls spelen dat hij het beu gespeeld was. Hij besloot echter nog een tijdje in Moscou te blijven en leidde er een privé operagezelschap. In 1998 boekte hij te Londen enorm veel succes met het spelen en dirigeren van eigen werk.
Toch was hij door het slechte onthaal van zijn eerste symfonie in Rusland zo terneergeslagen dat hij een zenuwinzinking kreeg, die hij door hypnose te boven kwam. Als dank droeg hij zijn eerstvolgende werk na zijn genezing , het nu razende populaire werk op aan zijn arts. Hij maakte grote indruk als dirigent van het " Groot Keizerlijk Theater waar Feodor Chaliapin zong en zij werden bevriend. Twee opera's hadden geen bijval door het zwakke libretto. Om over meer tijd voor het componeren te beschikken, trok hij terug naar Dresden waar hij zijn tweede symfonie en het symfonisch gedicht " Het droomeiland " schreef.
In 1909 maakte hij zijn eerste tournee door de Verenigde Staten, ter gelegenheid waarvoor hij zijn derde pianoconcert componeerde. Tijdens zijn verblijf in de USA wees hij een later herhaalde aanbieding van de hand om dirigent te worden van het Boston Symphonie orkest. Hij schreef er " The Bells " en beschouwde dit zelf als een van zijn beste werken. Hij werd dirigent van de Moscou Philharmonische concerten , maar de dood van zijn medestudent Skrjabin deed hem terug naar de piano overschakelen. Zijn Vespersmis is het laatste groot werk dat hij schreef in Rusland. Sinds 1917 verbleef hij afwisselend in de USA en in zijn villa aan het Vierwoudstedenmeer in Duitsland. Tegen zijn zin moest hij veel tijd aan zijn optredens als pianist besteden. In de laatste tien jaar van zijn leven schreef hij enkele van zijn beste werken, met name zijn derde symfonie, zijn Symfonische dansen en zijn Rapsodie op een thema van Paganini voor piano en orkest, waarin het " Dies Irae " geciteerd wordt . De doorsnee luisteraar voelt zich het meest aangetrokken door Rachmaninows lange golvende melodieën en warme romantische orkestratie. Niettemin is de beste persoonlijke expressie van zijn kunst in zijn liederen te vinden. Het gemis aan belangstelling ervoor valt te betreuren.
Uiteindelijk componeerde Rachmaninow niet zo heel veel , daar hij naast componeren ook vooral een begenadigd pianist en dirigent was. Er was doodgewoon te weinig tijd over voor compositie. Men beschouwt hem algemeen als een van de belangrijkste pianisten van zijn tijd en generatie. Daarbij was hij ook een familiemens. Hij was getrouwd in 1902 met Natalia Satina, ze hadden samen twee dochters Irina (1903) en Tatiana (1907). In 1932 kocht hij een bosrijk landgoed in Zwitserland nabij Luzern. In 1942 vestigde hij zich definitief in Amerika in Beverly Hills in Californië waar hij op 69 jarige leeftijd overleed op 28 maart 1993.
Zijn belangrijkste werken.
4 pianoconcerten, 3 symfonieën, 3 symfonische gedichten, 5 opera's, koorwerken, pianowerken waaronder 6 muzikale momenten, 2 bundels preludes, 9 etudes, 2 sonates en 85 liederen.
Zijn opera's.
1) Aleko (1892).
2) De gierige ridder (1904).
3) Francesca da Rimini (1905).
4) Salammbo (1906).
5) Manna Vanna (1908) dit is een onvoltooid werk.
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo