" Matilda di Shabran "
Een opera semi seria door Giaochino Rossini in twee bedrijven.
Italiaans libretto door Jacopo Foretti naar François Benoit Hoffman's toneelstuk " Méhul's Euphrasine " van 1790.
Inleiding.
Rossini noemde zijn werk zelf " melodrama giocoso " in twee bedrijven. Hij schreef dit werk voor het carnavalseizoen 1820/21 voor het " Theatro Apollo " in Rome. Oorspronkelijk was Rossini's plan een libretto te gebruiken van een Napolitaanse schrijver gebaseerd op een Frans toneelstuk " Mathilde Norwel ". Maar tijdens het componeren van de eerste akte vond hij de tekst te zwak en vroeg hij de librettist Jacopo Ferretti om een nieuw libretto te schrijven. Omdat door die libretti perikelen geen tijd genoeg meer was om het werk in Rome voor te bereiden vroeg Rossini aan de componist Giovanni Paccini, die destijds ook in Rome was, om hem uit de nood te helpen in het componeren. Giovanni leverde voor de première in Rome 3 nummers af aan Rossini, die hij later zou vervangen, door eigen composities. Ook de ouverture was van een vroeger werk van hem, " Eduardo e Christina " werd daarvoor gebruikt, ook de mars in de finale van het eerste bedrijf werd overgenomen uit " La donna del Lago " zodat Rossini met dit werk toch de deadline haalde om " Matilde di Shabran " op 1 februari 1821 in première te kunnen laten gaan in het " Theatro Apollo " te Rome.
De librettoperikelen en de reden dat Rossini niet volledig nieuwe muziek had gecomponeerd leide tot spanningen tussen de componist en de impressario van het theater. Torloria, die weigerde aanvankelijk om Rossin's gage uit te betalen in die tijd 500 Italiaanse Suidi. Rossini verwijderde op zijn beurt de partituur en de orkestratie van de opera en schreef een brief naar de kardinaal Bernetti die aan het hoofd stond van de pauselijke delegatie die verantwoordelijk was voor de openbare vertoningen. Hierdoor werd uiteindelijk aan Rossini's contract voldaan en kon de opera toch op de vooropgestelde datum in première gaan. Op december 1821 verscheen er dan toch een volledig herziene versie van de componist nu wel volledig met eigen composities.
Rolverdeling. Stem. Eerste cast.
Corradino ---------------------------------------- tenor --------------------------------- Giuseppe Fusoni
Matilde di Chabran ----------------------------- sopraan ----------------------------- Caterina Lipazini
Raimondo ----------------------------------------- bas ------------------------------------ Carlo Moncada
Eduardo ------------------------------------------- alt ------------------------------- Annetta Parlamagni
Aliprando, arts ------------------------------------ bariton ------------------------- Giuseppe Fiorvanti
Isidoro, dichter ---------------------------------- bas ----------------------------- Antonio Parlagmagni
Contessa d'Arco --------------------------------- mezo-sopraan ------------------------ Luigia Cruciati
Ginardo, een torenwachter ------------------- bas ---------------------------------- Antonio Ambrozi
Egoldo, een boerenleider --------------------- tenor ----------------------------- Gaetano Ramboldi
Rodrigo, leider van de bewakers ------------ tenor ----------------------------- Gaetano Ramboldi
Tijd en plaats: aan het kasteel Corradino in Spanje in de middeleeuwen.
Akt.1
Egoldo, en de plaatselijke boeren komen hun producten aan de man brengen, en hopen dat Corradino ze zal accepteren in het openingskoor ( koor: " Zitti, nessun quiv'é "). Aliprando vestigt hun aandacht op de kasteelregels aan de poort. ( aria: " Chi vi guida a questo mura ? ") Omdat de boeren niet kunnen lezen is hij verplicht om dit voor te lezen. Iedereen die zonder toestemming binnenkomt zal gedood worden en wie de vrede verstoort zal gevangen genomen worden en uitgehongerd. Aliprando en Ginardo, zeggen dat de woeste Corradino niet zal aarzelen, om zijn dreigementen uit te voeren. Ze omschrijven hem als hij een verwoed vrouwenhater is. ( duet: " Se vieni il cerbero fiacano i guai "). Verschrikt verspreiden de boeren zich vlug. Ginardo vraagt nu ook aan de cipier Udol ( een stomme rol) om eens te controleren of Corradino's gevangenen goed behandeld worden.
De zwervende dichter Isidoro komt nu met zijn gitaar naar het kasteel, hij is moe, hongerig en dorstig , komt helemaal vanuit Napels en hoopt onderdak te vinden in het kasteel ( cavatine: " In tanto Amenio 'nfra l'ambrose pianto ") . Als hij de inscripties ziet vindt hij dat het moment gekomen is om te vluchten. Maar hij komt per toeval Ginardo tegen die hem zegt dat het te laat is. Corradino is ondertussen opgekomen omringd door zijn mannen en vraagt Isidoro wat hij hier komt doen ( kwartet: " Alma rea ! perché t'involi ? ") . Isidoro probeert Corradino een gunst te vragen om een serenade te brengen aan zijn dames, maar dit maakt Corradino woedend. Hij staat op het punt de dichter te doden als Aliprando tussen beiden komt en Corradino geeft toe, maar Ginardo begeleidt Isidoro naar de kerkers van het kasteel. In de volgende scene vertelt Aliprando aan Corradino, dat Shabran de vader van Matilde in de strijd gedood is en dat zij het kasteel nadert. De laatste wil van Shabran om zijn zijn dochter aan Corradino voor te stellen en haar, haar hand te bieden. Corradino die veel respect voor Shabran had, biedt haar inderdaad een appartement aan in zijn kasteel, maar zegt dat hij haar niet wil zien, met uitzondering als hij haar roept.
Ginardo vertelt nu aan Corradino dat de gevangene Eduardo huilt en berouw heeft. Maar als de geketende gevangene door Corradino voorgeleid word is het duidelijk dat Eduardo opstandig blijft. Corradino eist dat hij hem erkent als de overwinnaar op zijn vader. Eduardo weigert dit in de ( cavatine: " Piange il mio ciglio, é vero "). Corradino neemt hem nu zijn kettingen af en zal hem de vrijheid in het kasteel geven als hij belooft niet te ontsnappen. Eduardo gaat akkoord. Ginardo de torenwachter meldt nu dat Aliprando en Matilde het kasteel naderen. Carradino zegt nu Matilde als echtgenoote te aanvaarden, maar wil haar zo min mogelijk zien. In het duet tussen Aliprando en Matilde zegt ze haar hart te schenken aan Corradino ( duet: " Di capricci di smorfiette ") De arts is daar niet zo zeker van en bewondert haar ingesteldheid, maar zegt dat Corradino dikwijls naar hem toekomt om zijn migraine aanvallen te behandelen en dat het moeilijk zal zijn om zijn afkeer voor vrouwen te genezen.
Ginardo kondigt nu ook de komst aan van di Contessa d'Arco, die als gevolg van een vredesverdrag als huwelijkspartner beloofd is aan Corradino. Hij had haar echter onmiddellijk afgewezen, maar moest er mee instemmen om met niemand anders te trouwen. De gravin heeft nu gehoord dat Matilde in het kasteel is ondergebracht. Het komt tot een confrontatie tussen beide vrouwen. Ze beledigen elkaar en het kabaal tussen de twee vrouwen alarmeert de verbijsterde Corradino die samen met zijn wachters nu het toneel opkomen. Maar Corradino bezwijkt direct voor de charmes en de wilskracht van Matilde in de ( finale: " Ah! Capinsco; no parlate ") en valt aan haar voeten net op het moment dat Aliprando arriveert om aan te kondigen dat Raimondo met zijn troepen op weg zijn om Eduardo te bevrijden. Corradino beveelt nu zijn leger aan te voeren en neemt Matilde mee.
Eduardo, Rodrigo en zijn mannen wachten de vijand op. Corradino, Mathilde, Aliprando en Ginardo komen nu voor de poort samen met Isidoro met zijn gitaar. Corradino vertelt Eduardo dat zijn vader zal overwonnen worden. Eduardo is er het hart van in en Mathilde troost de jonge Eduardo, waardoor Corradino bezwijkt van jaloezie. ( ensemble: " Oh come mai quest'anima sfavilla in un momento !") Isidoro spoort de manschappen aan en het doek valt.
" Matilde di Shabran ' ouverture en openingskoor.
Akt. 2
Nabij het kasteel zit Isidoro in een boom zijn heldendaden te beschrijven. De boeren en Corradino's troepen arriveren (koor: " Di Corradino il nome per ogni suol rimbomba ") , hoewel ze weten dat het grootste deel dat Isidoro heeft meegeschreven fixie is, overtuigt hij hen, dat dit is wat dichters doen ( aria: " Le penne de i poeti so spade assai divers ") ze groeten hem maar nemen hem toch mee.
Raimondo komt op maar treurt om het verlies van zijn zoon en vertrekt. Eduardo is depressief en verlangt naar de dood ( Cavatine: " Ah ! perché, perché la morta non ascolta i pianti mei "), maar dan hoort hij Raimondo zijn naam roepen. Corradino en Raimondo arriveren terzelfdertijd, maar voor het tot een gevecht komt, neemt Eduardo, Raimondo's plaats in. Terwijl hij tegen Corradino duelleert, vertelt hij hem dat het Matilde was die hem bevrijdde. Corradino rent nu woedend weg en vader en zoon kunnen nu vluchten. De gravin d'Arco verklaart dat de bewakers zijn omgekocht om Eduardo te laten ontsnappen, ze is er nu zeker van dat Corradino Matilde de schuld zal geven. Matilde komt nu op gevolgd door Isidoro. Isidoro vertelt dat hij het legercomando heeft overgenomen. Girrodino en Aliprando bevestigen dat de vijand is terug gekeerd, maar voegen er ook aan toe dat Carrodino, Raimondo aan het achtervolgen is om hem tot een duel uit te dagen. Corrandino keert echter terug en wil Eduardo zien, maar Ginardo ontdekt dat hij is ontsnapt. Corrandino begint nu Matilde te ondervragen. Rodrigo komt nu binnen met een brief voor haar. Het is de brief van Eduardo, die haar onvergankelijke liefde voor haar verklaardt en hij bedankt haar om hem te laten ontsnappen. Corradino veroordeeldt haar nu tot de dood, tot grote vreugde van de gravin d'Arco ( sextet; " E palese il tradimento ") . Isidoro en de bewakers moeten Matilde naar een diepe kloof brengen en haar er in gooien. Corradino mediteert nu over zijn wraak. Hij wordt nu vergezeld door enkele boerenvrouwen, die smeken om Matilde te redden ( koor: " Mandare a morta quella meschina "), dit valt echter in dovemansoren. Isidoro, Ginardo, Aliprando en de gravin d'Arco komen terug en getuigen dat Isidoro, Matilde in de diepe kloof gestort heeft, dit wordt met gemengde gevoelens door de anderen aanhoort. Plots verschijnt Eduardo en verklaart dat de gravin d'Arco Udolfo heeft omgekocht om hem vrij te laten, met de bedoeling om Matilde de schuld te geven. De gravin vlucht nu voor de toorn van Corradino. Corradino en Eduardo betreuren nu Matildes dood in het ( duet: " Da cento smanie, e cento sento straziarmi il cor ") .
Corradino is nu zelf op de berg geklommen om in de ravijn te springen als boete voor Matildess dood. Maar voor hij dit kan doen gaat er alarm en komt Raimondo uit het kasteel. Aliprando en Ginardo proberen Corradino in bedwang te houden terwijl Eduardo het kasteel binnen stormt en terug keert met Matilde. Isidoro geeft nu toe dat hij het verhaal van Matildes dood heeft verzonnen. Matilde bedankt Eduardo en stelt Corradino voor om vrede te sluiten met Raimondo. Dit gebeurdt en Matilde en Corradino worden terug verenigd tot grote vreugde van de bevolking en de opera sluit met een ( aria en koor van Matilde : " Armi alfine? E chi niet anna ? ).
" Matilde di Schabran " finale akt .2
Historische uitvoeringen.
De première kon uiteindelijk wel doorgaan op 1 februari 1821 in het " Teatro Apollo te Rome " met in de hoofdrol Caterina Lipazini als Matilde di Shabran, de mezzosopraan Luigia Cruciati zong de gravin d'Arco, de alt Abbeta Parlamagni zong Eduardo, de tenoren Guiseppe Fusoni was Corradino en Getano Ramboldi was Elgoldo en Rodrigo en de bas Carlo Moncada was Raimondo Lopez. De leider van het Teatro Apollo kwam om bij een aanslag en de uitvoering werd nu geleid door Nico Raganini. De opera werd door het publiek maar matig ontvangen en de kritiek kwam gedeeltelijk op naam van de vertolkers die ze beneden alle peil vonden. De voorstellingen werden stop gezet door de spanningen tussen de impressario Torlonia en de componist Rossini omdat de eerste aan zijn contract niet wilde voldoen. Toen kwam het Vatikaan tussen beide en werd het probleem opgelost en haalde de componist Rossini zijn gelijk. Door dit matig succes verspreidde de opera zich tot andere operahuizen. Zelfs in december 1821 verscheen er al een nieuwe versie nu volledig door de componist zelf gecomponeerd, in het Teatro di Fonda in Napels en zes maand later op 24 juli 1822 was er al een première in het " Theater am Kämtnestor " in Wenen, onder de titel die toen ook toepasselijk was van " Corradino ". In 1823 werd de opera in Londen gegeven, en in 1829 was er een voorstelling in Parijs. In 1834 veroverde de opera de VS in New York en Philadelphia. Om als laatse nog eens voorgesteld te worden in 1892 in Florence. Het werk geraakte in de vergetelheid tot 82 jaar later in 1974 het terug werd opgevoerd tijdens een Rossini Festival in Genua in een versie van Edilio Frasson. In 1996 werd de Napolitaanse versie van 1821 gespeeld op het Rossini Festival te Pasaro en in de Weense versie van 1822 werd dit werk gespeeld op het Rossini Festival in 1998. De jongste uitvoeringen in de 21ste eeuw geven de Napels versie van 1821 de voorrang. In de Lage landen heb ik nog geen opvoeringen kunnen vinden van dit herontdekte werk.
Discografie en Cinégrafie.
1) 1974 (life vanuit Genua) Bruno Martinotti als dirigent met Pietro Battazzo, Cecilia Valdinassi, Agostino Ferrin, Maria Casula, Domenico Trinachi, Rolando Panerai, Margherita Rochow-Costa, Carlo Zardo, Renato Ercolani op Vico MRT LP. MRF-108
2) 1996 (life versie Napels 1821) Yves Abel dirigent met Bruce Ford, Elisabeth Futral, Pietro Spagnoli, Patricia Spence, Roberto Frontali, Bruno Patricé, Francesca Franci, Natale De Carolis, Luigi Petroni, Carlo Bosi op audio CD CA 431( 3cd's ) Première opera DVD 5029( 1DVD) ook op CD Celestial Audio CA431 (3Cd's).
3) 2008 life vanuit Royal Opera House Covent Garden, onder Carlo Rizzi met Juan Diego Florez, Aleksandra Kurzak, Mark Beesly, Vesselina Kasanova, Marco Vinco, Alfonso Antoniozzi, Carlo Lepore, Robert Antony Gardiner, Bryon Secombi: op Première Opera CDMC 3166-3 (3CD's).
4) 2012 Life Rossini Festival Pesaro Napels versie 1821 onder Michele Mariotti als dirigent, met Juan Diego Flores, Olga Pertyatko, Marco Fillippo Romano, Anna Goryachova, Nicola Alaimo Paola Bordogna, Chiaro Chialli, Simen Orfila, Giorgio Misseri, Uno Rosati op Decca 074 3813( 2 DVD's ).
Meest recente reacties
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/
ik deed nog een componist er bij
https://basiaconfuoco.com/2018/02/14/romeo-en-julia-van-gounod-bellini-en-zandonai/
https://basiaconfuoco.com/2020/06/24/zelmira-van-rossini-ontroerend-mooi-totaal-vergeten/?fbclid=IwAR2tRY4KPE3Qp0I8CRdBMVsD3skHGdKFB7aPCAxGgwgnxO-PxnVlJhAVHs8
Altijd weer bijzonder interessant, Gilbert. Wat de eerste opname betreft van José Van Dam (in 'Deh vieni a la finestra' van Mozart): ik hoor de originele versie, met pizzicato-orkest en mandoline solo