" La gazza Ladra " van Gioanchino Rossini.
" La Gazza Ladra " of " De stelende ekster " een opera van Gioachino Rossini is eigenlijk een semi seria opera in twee bedrijven.
Libretto is van Giovanni Gherardini en is gebaseerd op het toneelstuk " la pie voleuse " van d'Aubrigny en Corgniez.
Inleiding.
Deze opera is vooral bekend voor zijn ouverture, die muzikaal opvalt door het gebruik van snaardrums. Dit memorabele deel van Rossini's ouverture roept een beeld op van het hoofdonderwerp van dit werk. De duivels slimme stelende ekster ". Rossini was 25 jaar toen hij dit werk schreef. Hij was evenals zoveel componisten in die tijd een veelschrijver, hij werkte soms drie opera's op één jaar af, dit zorgde er voor dat hij telkens problemen had om de deadline te halen en zo moest hij soms de hulp inroepen van andere componisten of herbruikte hij partituren van reeds vroeger gecomponeerde delen, het mooiste voorbeeld is de ouverture van " I barbiere di Seviglia " die wel voor drie opera's is gebruikt. Het was met " La Gazza Ladra dus niet anders. De anekdote verteld ons dat de dirigent Alesandro Rolla die in 1817 de première moest verzorgen, Rossini opsloot in de hoogste kamer van de Scala om de ouverture af te werken voor de dag van de première. Rossini stond toen onder toezicht van 4 podium medewerkers die telkens hij een bladzijde had afgewerkt ze naar de kopiisten moesten brengen. De opera kon toch in première gaan op 3 mei 1817 aan de Scala van Milaan. Rossini heeft meerdere keren de muziek aangepast in 1818,1819, 1820 en zelfs nog eens in 1866.
Rolverdeling. Stem. Eerste cast.
Fabrizio, een rijke boer ---------------------------- bas ----------------------------- Vincenzo Botticelli
Lucia, zijn vrouw ------------------------------------ mezzo sopraan -------------- Marietta Castiglioni
Giannetto, hun zoon -------------------------------- tenor --------------------------------- Savino Monen
Ninetta, Fabrizio's dienstmeisje ------------------ sopraan ------------------------------- Teresa Belloc
Fernando, Ninetta's vader ------------------------- bas-bariton ---------------------------- Filippo Galli
Gottardo, de burgemeester ----------------------- bas -------------------------------- Antonio Ambrosi
Pippo, een jonge boer ----------------------------- alt ------------------------------------ Tersa Gallianis
Isacco, een straatventer -------------------------- tenor -------------------------- Francesco Biscottini
Antonio, een cipier -------------------------------- tenor -------------------------- Francesco Biscottini
Ernesto, een soldaat ------------------------------- bas --------------------------- Alessandro de Angeli
Giorgio, dienst bode ------------------------------- bas ---------------------------------- Paolo Rosignoli
Plaats en tijd: Napels 14de eeuw.
Akt. 1
In het huis van Fabrizio en zijn vrouw Lucia is er vreugde voor de terugkeer van hun zoon Gianetto die terugkeert van de oorlog. Een van de bedienden, Ninetta is verliefd op Gianetto en iedereen wil dat ze trouwen , behalve Lucia, die Ninetta de schuld geeft van de verdwijning van haar zilveren vork. Isaco een straatventer of marktkramer, komt op bezoek en vraagt naar Ninetta, maar Pippo de bediende stuurt hem weg. Gianetto arriveert en gaat met Lucia naar binnen terwijl Ninetta volop met de voorbereiding van het feest bezig is, nu haar vader ook terug uit de oorlog is. Hij werd ter dood veroordeeld wegens een gevecht met zijn kapitein en wordt nu beschouwd als een deserteur. Hij vraagt zijn dochter om twee stukken familiezilver te verkopen om zo zijn uitgaven te dekken terwijl hij op de vlucht is. De burgemeester komt met het arrestatiebevel voor de vermeende deserteur " Fernando " , maar doordat de burgemeester zijn leesbril is vergeten, wordt Ninetta gevraagd het bevel te lezen, en zo verzint ze een beschrijving van iemand totaal anders dan haar vader. De burgemeester blijft zijn aandacht op Ninetta houden waarop Fernando bijna in woede uitbarst. De drie vertrekken en een ekster vliegt naar beneden en steelt een van Lucia's zilveren lepels.
Isacco komt terug voorbij en Ninetta verkoopt hem het zilver dat haar vader haar had toevertrouwd. Gianetto en de anderen keren terug en Lucia merkt nu dat er een lepel ontbreekt. De burgemeester stelt onmiddellijk een onderzoek in en stelt een draconische straf voor een huiselijke diefstal, dit wordt de doodstraf. Lucia en de burgemeester beschuldigen nu Ninetta, die in haar nood het geld laat vallen dat ze van Isaco had ingewisseld. De straatventer wordt er terug bijgehaald en zegt dat hij de lepel heeft gekocht, maar hijn herinnert zich een inscriptie " FV ", initialen van Fabrizio en Fernando. De verbijsterde Ninetta, die in alle wanhoop haar vader wil beschermen, is niet in staat om de beschuldigingen te weerleggen. De burgemeester beveelt nu de arrestatie.
De bekendste aria en duetten akt.1
cavatine: " Di piacer mi balza il cor " (Ninetta)
cavatine: " Stringhe e ferri ". (Isacco)
cavatine: " Vieni fra questa braccia " ( Gianetto)
brindisi: " Tocchiamo, Beviamo " (Pippo)
duet: " Come frenare il pianto " ( Ninetta - Fernando)
cavantine : " Il mio piano e preparate " ( Gottardo)
ensemble: " Oh nume benefico " (finale akt.1)
Akt. 2
Antonio, de cipier, krijgt medelijden met Ninetta en zegt dat hij een berichtje aan Pippo zal geven en dat Giannetto haar zal komen bezoeken. Ninetta overtuigt Giannetto ervan dat ze onschuldig is. De burgemeester arriveert nu en vertelt Ninetta haar dat, als ze zijn avances accepteert, hij haar zal bevrijden; ze antwoordt dat ze nog liever zou sterven. De burgemeester wordt weg geroepen, maar Antonio heeft alles gehoord en nbiedt aan Ninetta op elke mogelijke manier te helpen. Ninetta vraagt Pippo om een gouden kruis te verkopen en dat geld voor haar vader te verstoppen op een afgesproken schuilplaats " een kastanjeboom " Ninetta wordt nu berecht, schuldig bevonden en ter dood veroordeeld.
Fernando haast zich naar het hof om het leven zijn dochter te redden, maar is te laat, ook hij wordt nu gevangen genomen. Ernesto een militaire vriend van Fernando, is op zoek naar de burgemeester om koninklijke genade te vragen voor Ninetta en haar vader. Pippo wijst hem de weg en krijgt een zilveren munt om te helpen, maar de ekster steelt de munt en vliegt er mee naar de toren. Pippo en Antonio achtervolgen nu de dief( de ekster).
Ninetta wordt naar het schavot geleid en houdt haar laatste toespraak tot de menigte. Vanuit de toren roepen Pippo en Antonio dat ze Lucia's zilveren lepels in het eksternest gevonden hebben, maar er klinken schoten en ze denken dat ze te laat zijn. Ninetta lijkt echter de heuvel op te lopen, de schoten waren eigenlijk de aankondiging van heuglijk nieuws. Ninetta viert nu feest maar maakt zich nog altijd zorgen om haar vader. Plots verschijnt nu Ernesto samen met haar vader en iedereen geniet nu van het happy end, behalve de burgemeester.
De bekendste aria's en duetten van akt. 2.
duet: " Forse un di conoscerete " (Ninetta-Gianetto)
aria: " Si per voi, pupille amate " (Gotardo)
duet: " Ebben, per mia memoria " (Ninetta - Pippo)
aria: " Accusato di furto (Fernando)
aria: " Een questo seno " (lucia)
ensemble: " Deh tu reggi in tal momento (finale).
Historische uitvoeringen.
Zoals je in de inleiding kunt lezen was het terug een gevecht om de opera te klaren tegen de deadline. Toch is dit werk op 3 mei 1817, aan de Scala van Milaan in première kunnen gaan. In 1818 bewerkte Rossini zijn opera opnieuw voor een productie in Pesaro en vervolgens nog eens in 1819 voor het teatro del Tando in Napels, het werk werd ook geprogrammeerd in 1820 voor het Teatro di San Carlo in Napels, en in 1866 herzag hij de muziek nog eens voor een uitvoering in Parijs. De laatste bewerking in 1866 bevatte versieringen en variaties die speciaal geschreven werden voor Guiseppina Vitali, die de rol van Ninetta vertolkte. Dit was in de 19de eeuw normaal dat men aanpassingen deed voor lokale vedetten of voor zangers en diva's die voorhanden waren. In 1867 paste hij versieringen en cadensen aan voor Adelina Patti, aan. De eerste uivoering aan de UK was aan het " Kings Theatre " in Londen op 10 maart 1821. Aan de " Opéra Comique " kwam er een Franse versie onder de titel " La pie voleuze " naar een vertaling van Castil Blaze en ging dan ook in première in Lille op 15 oktober 1822. Die Franse versie werd ook in première gebracht in Amerika aan het " Théâtre d' Orleans op 3 december 1824.
Na 1880 en bij ons nog vroeger raakte het werk in de vergetelheid. Te Gent ontdek ik echter al een eerste opvoering in de Franse Versie " La pie voleuze " op 21 maart 1823 met Lemelse als Ninette, en op 24 december 1827 met Cinti-Damoreau als Ninette. Een eerste vertoning in de " Grote Schouwburg " op 9 september 1840 met Hélène Cundell als Ninette, Legaignieur als Petit Jacques, Mariage als Claudine, Victor als Jacob, Lacroix als Fernand, Dorsan als Fabrice, en St.-Aubin als le Bailli, Henry als Georget en Kerkel als Bertrand. Het werk hield hier bij ons repertoire tot 1855/56. Vanaf 1840 waren er 19 vertoningen, nadien heb ik geen uitvoeringen meer gevonden.
In de 20ste eeuw is er terug een kleine opleving vanaf 1940 voor een reprise in Pesaro en in 1977 dirigeerde Alberto Zedda Rossini's originele versie voor de " Rossini Fondation " In 2013 voerde men het werk uit aan de " Bronx Opera " in New York City echter een Engelse versie.
Een zeer mooi klassieke voorstelling is enkel te bekijken op Youtube door de link te klikken dan kom je rechtstreeks op een Youtube kanaal.
Opname van 1987 onder de leiding van Brino Bartoletti met: Carlos Feller, Nucci Condo, David Kuebler, Ileana Contrabas, Brent Ellis, Alberto Rinaldo, Elena Zilio, Erlinger Vigtusson, Eberhard Katz, Klaus Bruch, Ulrich Hiesler Eberhard Katz, Klaus Bruch, Ulrich Hielscher en Francico Vergara. Orkest " Opera Cologne ".
Discografie en Cinégrafie.
Van dit minder bekend werk van Rossini heb ik dus ook maar zes complete opnamen kunnen registrereren.
1) 1960 onder Franco Caracuolo met Italo Tajo, Angelica Tuccari, Gianna Galli, Leonardo Momeale, Agostino Lazzari, Biancamaria Casori, Carlo Cava op Black Disc. " The Golden Age of Opera EJS 335 (2Lp's).
2) 1979 onder Alberto Zedda met Rosetta Pizzo, Pietro Battazza, Alberto Rinaldo, Angelo Romero, Helga Muller, Francesco Signor en Nucci Condo. op Blak Disc. Italia Frit Cetra cat: ITL70056. (2LP's)
3) 1998 onder Giancarlo Andretti met Cinzia Forte, Franco Vassallo, Linda Tirendi, Simon Edwards en Natalo di Corilis. Op audo CD " Mondi Musica " cat: MFOH 20111.
4) 2006 de eerste op DVD onder Maricizio Barbacini, met Bruno Pratio, Cinzia Forti, Pietro Spagnoli, Marisa Canturri, Charles Workman, Agata Bienkowska en Simon Orfila op DVD " Opus Arte " OA953D .
Basia Jaworski
https://basiaconfuoco.com/2016/11/02/la-gazza-ladra/